482 miljoen euro extra voor culturele sector

31 augustus 2020

Het kabinet trekt bovenop de algemene steunmaatregelen 482 miljoen euro extra uit voor de culturele sector. De culturele en creatieve sector kan ook een beroep doen op de algemene steunmaatregelen, zodat er naar verwachting ruim 700 miljoen beschikbaar is voor cultuur.

  • Lees hier de brief aan de Tweede Kamer.
  • De Rijksoverheid heeft ook een FAQpagina voor veelgestelde vragen over COVID-19 en cultuur.
  • In de media: AD, NOS, NRC, Trouw, Volkskrant .

Het nieuwe steunpakket voor cultuur komt bovenop de algemene steunmaatregelen voor de eerste helft van 2021 zoals de tegemoetkoming vaste lasten (TVL), loonsubsidie (NOW) en de inkomensondersteuning voor zzp’ers (TOZO).

De steun is in het belang van werkgelegenheid in deze sector en zodat culturele instellingen verder kunnen investeren in creatieve en innovatieve ideeën. Want ook na de coronacrisis wil het kabinet dat er een sterke culturele en creatieve sector staat. Deze sector levert ook een forse bijdrage aan een gunstig economisch vestigingsklimaat in Nederland.
 
Minister Van Engelshoven (OCW): “De culturele en creatieve sector is juist in deze crisistijd onmisbaar. Een sector die het leven mooier maakt, mensen verbindt en verrast en die aan heel veel mensen werkgelegenheid en inkomen biedt. Creativiteit is nodig om een uitweg te vinden uit de beperkingen die we onszelf moeten opleggen. Dat zie je ook aan de vele initiatieven die zijn ontstaan om voorstellingen, exposities en allerlei andere creatieve ideeën voor publiek mogelijk te maken op anderhalve meter. Ik heb daar grote waardering voor. Maar we zijn er helaas nog niet, daarom is deze steun ook zo belangrijk.”
 
De extra steunmaatregel maakte minister Van Engelhoven op 28 augustus bekend. 

Globale verdeling
De verdeling van het aanvullend pakket is globaal als volgt:

  • € 200 miljoen is bedoeld voor een vervolg van het eerdere steunpakket cultuur tot 1 juli 2021. Deze middelen gaan naar culturele instellingen die van cruciaal belang zijn voor de landelijke infrastructuur, maar ook naar kunstenaars en creatieve professionals; de exacte invulling van de € 200 miljoen wordt komende periode uitgewerkt;
  • € 14 miljoen komt beschikbaar voor een half jaar overbrugging voor instellingen met een positieve beoordeling voor de BIS en meerjarige fondssubsidies, waarvoor geen budget beschikbaar was;
  • € 20 miljoen wordt beschikbaar gesteld voor het behoud van private musea en kunstcollecties van nationaal belang;
  • € 15 miljoen komt, met inzet van het ministerie van EZK, beschikbaar voor behoud van het varend erfgoed (de zgn. bruine vloot);
  • € 15 miljoen wordt beschikbaar gesteld voor een garantiefonds voor filmproducties en het opstarten van pilots om wendbaarheid en weerbaarheid van de sector te vergroten;
  • € 150 miljoen stelt gemeenten in staat om de cruciale lokale culturele infrastructuur te ondersteunen. Dit is naast de € 68 miljoen die beschikbaar komt voor de schade die gemeenten en provincies hebben opgelopen.