SER.nl
5 tips om jongeren te betrekken bij medezeggenschap
16 mei 2023
Jongeren hebben vaak een frisse kijk op organisatievraagstukken. Maar hoe krijg je ze over de streep om deel te nemen aan de or of pvt?
SER vroeg het aan twee leden van het SER Jongerennetwerk Medezeggenschap: Niels van der Pas, or-voorzitter bij Airbus Defence and Space, en Jytte Glissenaar, directeur/trainer medezeggenschap bij SBI Formaat. Zij geven 5 tips.
1. Speel in op motieven van jongeren
“De belangrijkste reden om aan de or deel te nemen is voor alle leeftijdsgroepen gelijk, namelijk het bedrijf beter maken”, vertelt Niels van der Pas. “Wat de jonge medewerkers vooral over de streep trekt, is wanneer ze merken dat ze daarbij écht invloed kunnen hebben en er naar ze wordt geluisterd. De jongeren zoeken een plek om het verschil te kunnen maken.”
Van der Pas zit nu zo’n drie jaar bij de or van het bedrijf Airbus Defence and Space. “Onze or is een gemengde club qua leeftijd. Er zijn or-leden die tegen hun pensioen zitten, we hebben drie jongeren en drie leden zitten daar tussenin. Tien jaar geleden was het nog echt een ‘oudemannenclub’.”
“De jongere generatie hecht veel waarde aan ontwikkelingsmogelijkheden. Tijdens de laatste verkiezingen hebben we daarom bewust de nadruk gelegd op de opleidings- en ontwikkelmogelijkheden binnen de or: je maakt contact met andere onderdelen van het bedrijf en je kunt er diverse vaardigheden leren.”
Uit de SER-publicatie Or zoekt jonge collega’s? komt naar voren dat or’s vaak niet aansluiten bij de belevingswereld van jongeren. Jytte Glissenaar directeur/trainer bij SBI Formaat herkent dat: “Veel ondernemingsraden vinden het lastig om te denken in doelgroepen. Jongeren vinden vaak andere dingen belangrijk, zoals het krijgen van een vast contract en een goede werk-privébalans. Belangrijk is dat de jonge medewerkers ruimte voelen om een bijdrage te leveren.”
2. Zorg voor aansprekende thema’s
Jongeren herkennen zich niet in de traditionele or-thema’s, blijkt uit diverse onderzoeken. “In veel ondernemingsraden gaat vooral aandacht naar instemmings- en adviesvragen”, zegt Jytte Glissenaar. “Jongeren zijn vaak juist gericht op grotere maatschappelijke thema’s, zoals klimaat en diversiteit. Zorg als or dat je daar voldoende bij aansluit.”
Glissenaar vervolgt: “Op school wordt veel nadruk gelegd op vaardigheden en op samenwerken. Dat zoeken jongeren vervolgens ook in het or-werk. Het begint ermee je bewust te zijn van de samenstelling van je or. Wat straal je daarmee uit en wat betekent dat voor je werving? Glissenaar geeft drie tips voor de wervingscampagne:
- Vraag jongeren welke thema’s hen aanspreken.
- Presenteer je als or aan nieuwe collega’s.
- Organiseer bijeenkomsten met jongeren.”
Van der Pas geeft aan: “Duurzaamheid en diversiteit zijn typisch thema’s die veel jongeren aanspreken. Het is belangrijk om na te denken over je eigen diversiteitsbeleid als or. Wees je bewust van je eigen (dominante) cultuur, zorg dat je openstaat voor verschillende groepen en hun thema’s.” De nieuwe SER publicatie Or en jongeren zetten in op diversiteit gaat hier dieper op in.
3. Maak duidelijk: wat doet de or?
“Ik merk dat dit een van de grootste vraagstukken is voor de or: een achterban die niet weet wat de or doet”, zegt Glissenaar. “Dit speelt niet alleen voor jongeren, maar voor de hele achterban. De doelgroep jongeren vraagt wel om een andere manier van benaderen. Denk daarbij aan specifieke thema’s en de manier waarop je de jongeren wil bereiken.”
Van der Pas heeft vergelijkbare ervaringen: “Veel medewerkers hebben weinig beeld bij de rol van de or. Dit hangt trouwens vooral van de persoon en zijn interesse af en niet zo zeer van de generatie. Een imago van een or die ‘met de hakken in het zand staat’ hebben we niet. De oudere generatie heeft natuurlijk vaak wel meer meegekregen van medezeggenschap in het algemeen en van het werk van vakbonden. Goede, duidelijke informatie geven over wat de or doet is erg belangrijk. Het helpt daarbij om jongeren persoonlijk te benaderen.”
“Wat ik denk dat werkt”, zegt Glissenaar, “is om een jongere uit de or de boer op te laten gaan. Laat die vertellen over het werk van de or. Of vraag aan medewerkers of ze een keer willen deelnemen aan een vergadering. De or zegt vaak: onze deur staat open, alle medewerkers kunnen bij ons terecht. Maar daarmee ben je er niet. De or-leden moeten zelf in actie komen om de doelgroep te bereiken.”
4. Pas je overlegvormen aan
“De uitdaging is om jongeren kort en prikkelend te benaderen”, geeft Glissenaar aan. “En te zorgen dat je de juiste communicatiemiddelen inzet. Dit is ook wel afhankelijk van het soort organisatie. Door de coronacrisis is het online overleggen in een stroomversnelling gekomen, dat kan een aanjager zijn voor het betrekken van jongeren.”
Niels Van der Pas: “We zijn een internationaal bedrijf, dus iedereen bij ons was al gewend om digitaal te overleggen. Daarnaast zijn, doordat we al langere tijd werken met commissies, de verantwoordelijkheden in de or verdeeld. Er is relatief veel overleg in kleine groepen en dat maakt het voor nieuwe deelnemers makkelijker om invloed uit te oefenen. Deze commissies bestaan voor de helft uit or-leden en voor de andere helft uit medewerkers buiten de or.”
5. Maak de zittingstermijn flexibeler
“De zittingstermijn hebben we flexibeler gemaakt”, vertelt Van der Pas. “We hebben vooraf aan de verkiezingen twee jaar geleden concreet twee dingen gedaan. Ten eerste hebben we informeel ruimte gemaakt om eerder te stoppen: de zittingstermijn is drie jaar, maar zou je om bepaalde redenen toch eerder willen stoppen, dan kan dat en zoeken we een ander voor de zetel. Je carrière kan namelijk een andere wending krijgen in die periode.”
“Ten tweede hebben we het reglement formeel aangepast: je hoeft niet meer één jaar in dienst te zijn om voor het or-lidmaatschap in aanmerking te komen. Een nieuwe medewerker kan zich nu dus direct verkiesbaar stellen voor de or.”
“Jongeren weten vaak helemaal niet of ze de komende drie of vier jaar bij de organisatie willen blijven”, vult Jytte Glissenaar aan. Ze ziet nog weinig verschuivingen bij ondernemingsraden als het gaat om de structuur en de zittingstermijnen. “Ondernemingsraden zouden flexibeler kunnen worden door zich op te splitsen in commissies en projectgroepen.”
Hoe houd je als or verbinding met de ontwikkelingen in de organisatie? Alles wordt ingewikkelder; hoe zorg je ervoor dat je als medewerker en als or-lid aangehaakt blijft? “Het is heel belangrijk om dit soort thema’s bespreekbaar te maken”, benadrukt Glissenaar. “Het is je taak als or om te zorgen dat je iedereen goed kunt vertegenwoordigen. Dit zal de grootste uitdaging worden voor medezeggenschap de komende tijd. Daarin hebben we het perspectief van jongeren hard nodig. Ook daarom moeten we zorgen dat jongeren aanhaken bij medezeggenschap, zodat die straks het stokje kunnen overnemen.”