ABN AMRO
ABN AMRO: Inhaalslag lonen “moet” komend jaar tot eind komen
22 november 2024
De Nederlandse inflatie blijft hardnekkig hoog, vooral in vergelijking met andere landen in de eurozone.
Een van de belangrijkste oorzaken is de forse loongroei. Tot ver in 2026 zal de inflatie boven de 2% blijven, wat risico’s met zich meebrengt voor het concurrentievermogen van Nederland. Hoewel het begrijpelijk is dat lonen na een inflatieschok moeten worden aangepast aan de hogere prijzen, is het van belang dat de looneisen vervolgens weer afnemen. Anders dreigen werknemers uiteindelijk zichzelf te benadelen door de hoge inflatie te bestendigen.
Verwachte inflatiecijfers tot 2026
Recente prognoses laten zien dat de Nederlandse inflatie voorlopig ruim boven de doelstelling van 2% van de Europese Centrale Bank blijft. Voor 2024 wordt een inflatie van 3,3% verwacht, gevolgd door een lichte daling naar 3,1% in 2025 en 2,5% in 2026. In andere Europese landen zoals Duitsland, Frankrijk en Spanje daalt de inflatie inmiddels wel richting het gewenste niveau.
In Nederland wordt de inflatie vooral aangejaagd door dure diensten, wat grotendeels te wijten is aan de hoge loongroei. Daarnaast dragen accijnsverhogingen en hogere belastingen op onder andere tabak, alcohol en frisdranken bij aan de prijsstijgingen. Tegelijkertijd is de druk vanuit goederenprijzen afgenomen door een zwakkere vraag in de eurozone, en heeft energie minder invloed op het inflatiecijfer.
Gevaren voor concurrentievermogen
Hoewel inflatieverschillen binnen een monetaire unie normaal zijn, mogen deze niet voortkomen uit blijvende kostenverschillen of inefficiënties. De Nederlandse economie kampt echter met meerdere capaciteitsgrenzen, zoals een structureel krappe arbeidsmarkt en een stagnerende productiviteitsgroei. Ook andere sectoren, zoals de woningmarkt en het elektriciteitsnet, staan onder druk.
De trage afname van de inflatie bedreigt het concurrentievermogen van Nederland. Een verzwakte concurrentiepositie zou de economische groei drukken, wat op zijn beurt weer negatieve gevolgen heeft voor cruciale transities zoals het aanpakken van vergrijzing en klimaatverandering. Economische groei is immers essentieel voor het oplossen van verdelingsvraagstukken en het realiseren van toekomstgerichte investeringen.
Loongroei en de impact op inflatie
Naar verwachting zal de loongroei in 2025 de inflatie evenaren. Door de stijging van prijzen in 2022 begonnen de lonen met vertraging te stijgen, en inmiddels hebben deze bijna de inflatie ingehaald. Belangrijke drijfveren voor loongroei zijn inflatiecompensatie, de krapte op de arbeidsmarkt en inflatieverwachtingen. Nu de meeste cao’s koopkrachtverlies grotendeels hebben gecompenseerd en inflatieverwachtingen zijn gedaald, neemt de loondruk af. Toch geeft de krappe arbeidsmarkt werknemers nog altijd onderhandelingskracht.
De loongroei, die momenteel op 6,7% ligt, overstijgt de inflatieneutrale bandbreedte van 2,2% tot 2,8%. Hierdoor zal de inflatie in Nederland ook in 2025 en 2026 hoger blijven dan in de rest van de eurozone, ondanks een lichte afname van de loongroei.
Vakbonden die in 2025 opnieuw forse loonstijgingen eisen, lopen het risico de inflatie langer hoog te houden. Na een periode van prijscompensatie moeten lonen niet verder stijgen dan de groei van de arbeidsproductiviteit, om de inflatiedruk te verlagen.
Rol van accijnsverhogingen in inflatie
Ook accijnzen en productgerelateerde belastingen hebben een significante invloed op de inflatie. De afgeleide consumentenprijsindex (CPI), waarin overheidsbeleid buiten beschouwing wordt gelaten, lag in oktober ongeveer 1 procentpunt lager dan de reguliere CPI. Dit verschil wordt veroorzaakt door hogere accijnzen op onder andere tabak, suikerrijke producten en alcohol.
Hoewel dergelijke belastingmaatregelen vaak bedoeld zijn om gedrag te sturen, dragen ze ook bij aan de looneisen van werknemers en verhogingen van maximale huren. Deze effecten kunnen via inflatieverwachtingen indirect doorwerken in de economie. Daarom is het van belang om sommige accijnsverhogingen niet te compenseren met hogere lonen, zodat het gewenste gedragseffect behouden blijft.