Div
Achtergrond: AgoraEU: het nieuwe EU-programma voor cultuur, media en waarden (2028–2034)
25 september 2025
In juli 2025 presenteerde Ursula von der Leyen, voorzitter van de Europese Commissie, een voorstel voor het toekomstige EU-budget: het Meerjarig Financieel Kader (MFK) 2028–2034.
In dit voorstel verdwijnt Creative Europe als apart programma. Het gaat samen met het programma Burgers, Gelijkheid, Rechten en Waarden (CERV) in een nieuw fonds: AgoraEU. Dat fonds bestaat uit drie onderdelen: 1) Creative Europe – Cultuur, 2) Media+ en 3) CERV+. Volgens het voorstel wordt het budget voor zowel Creative Europe als CERV verdubbeld. In totaal krijgt AgoraEU €8,6 miljard.
Daarvan gaat €4,9 miljard naar de onderdelen Cultuur en Media+ (2028–2034). Dat is een flinke verhoging en laat zien dat de EU cultuur en waarden belangrijk vindt, ondanks de grote druk om meer in economie en veiligheid te investeren.
Dit artikel laat zien hoe het denken en de opzet van het nieuwe programma veranderen. Ook kijken we naar bredere signalen van een andere houding van de EU tegenover cultuur. Deze nieuwe visie komt nog duidelijker naar voren in de Culture Compass for Europe, een nieuwe cultuurstrategie die eind 2025 verschijnt. AgoraEU wordt een belangrijk middel om die strategie uit te voeren. Daarom is het belangrijk goed te kijken naar de veranderingen in dit voorstel. Tegelijkertijd moeten we beseffen dat dit nog maar een voorstel is. Er wordt de komende tijd nog over onderhandeld en onderdelen blijven expres vaag.
Nieuwe opzet
Het programma komt voort uit de samenvoeging van Creative Europe en CERV.
CERV steunt projecten die zich richten op democratie, burgerparticipatie, gelijkheid, non-discriminatie, en het beschermen van kernwaarden en de rechtsstaat.
Waarom deze samenvoeging? Er is geen duidelijke politieke reden genoemd. Officieel sluit het aan bij de richtlijnen van de Commissie: geldstromen moeten beter aansluiten bij beleid en middelen effectiever worden ingezet. AgoraEU zou volgens de Commissie eenvoudiger zijn en tegelijk beleidsmatig relevant blijven.
Een belangrijk doel is toegang tot geld makkelijker maken. Daar had de sector ook om gevraagd in een publieke raadpleging in voorjaar 2025. De helft van de deelnemers klaagde over ingewikkelde regels en administratie. Maar het is niet duidelijk hoeveel mensen daarbij ook pleitten voor het samenvoegen van programma’s. Het is dus afwachten of de samenvoeging echt de problemen oplost.
De waarde van cultuur
De reden voor het programma wordt gekoppeld aan de EU-waarden en de staat van de democratie. In de tekst staat sterk benadrukt dat cultuur en media bijdragen aan de identiteit van de EU, aan inclusieve besluitvorming, actief burgerschap, gelijkheid en non-discriminatie.
De economische waarde van cultuur – groei, banen en concurrentiekracht – krijgt minder aandacht dan in de huidige regels van Creative Europe, en veel minder dan in de periode 2014–2021. Tegelijk staat AgoraEU onder de titel “Concurrentievermogen, welvaart en veiligheid”. Daarmee presenteert de Commissie cultuur en democratische kracht als steun voor economie en veiligheid.
Ook onderwerpen als migratie, integratie en interculturele dialoog krijgen minder aandacht dan voorheen. Alleen jongeren worden als specifieke doelgroep genoemd om betere toegang tot cultuur te krijgen.
In het voorstel worden de culturele en creatieve sectoren omschreven als “publieke goederen”: iets dat betekenis geeft en waarden van de EU belichaamt. Dit sluit aan bij een wereldwijde discussie die UNESCO in 2022 startte. Economisch gezien zijn publieke goederen dingen die voor iedereen beschikbaar zijn, maar die de markt niet goed kan regelen en die daarom overheidsondersteuning nodig hebben. In de praktijk is nog onduidelijk wat de EU precies bedoelt met deze term.
Autonomie van cultuur
Sommigen in de sector maken zich zorgen dat de samenvoeging de politieke zelfstandigheid van cultuur kan verzwakken. Als cultuur onderdeel wordt van een groter geheel, kan steun minder zeker worden.
Er kan ook competitie ontstaan. Zo is Media+ flink uitgebreid: naast film en games komt ook de nieuwssector erbij. Media+ moet vrije en onafhankelijke journalistiek steunen, burgers toegang geven tot betrouwbare informatie en desinformatie bestrijden. De filmsector vreest dat er geen duidelijkheid komt over de verdeling van geld. Zeker als het totale budget straks wordt verlaagd, kan filmgeld verschuiven naar nieuwsmedia vanwege de politieke focus op desinformatie.
Meer in het algemeen: als cultuur één pot deelt met andere prioriteiten, kan het gevoeliger worden voor bezuinigingen. Ook zijn er zorgen over artistieke vrijheid. Europarlementariërs waarschuwen dat de samenvoeging culturele en burgerdoelen door elkaar kan halen, bureaucratie vergroot en de impact en vrijheid van kunst kan aantasten.
Cultuur, democratie en verbeelding
Het voorstel zegt dat het programma de EU-steun voor cultuur, media, gelijkheid en burgerrechten wil stroomlijnen en verbindingen zoeken, met respect voor de eigenheid van elk terrein. Toch is het moeilijk een duidelijke rode draad te vinden.
Wat steeds terugkomt zijn “democratische veerkracht”, “maatschappelijke weerbaarheid” en “civiele en culturele betrokkenheid”. Het programma draait om het versterken van burgerbetrokkenheid, in politiek, maatschappij, economie en cultuur. Daarbij spelen zorgen over dalend vertrouwen in instituties, ongelijkheid, discriminatie en buitenlandse inmenging een grote rol.
De toon is vaak gericht op verdedigen en beschermen. Wat minder zichtbaar is, is de positieve kracht van cultuur: verbeelden, uitvinden, inspireren. Daarmee dreigt het creatieve en vernieuwende potentieel van cultuur minder erkenning te krijgen.
Artistieke vrijheid en werkomstandigheden
Voor het eerst staat artistieke en mediavrijheid duidelijk als doel in het programma. Ook staat er dat de uitvoering van het cultuurdeel moet bijdragen aan betere arbeidsomstandigheden voor kunstenaars en creatieve professionals.
Dit sluit aan bij eerdere discussies over eerlijke betaling en sociale standaarden als voorwaarden voor subsidies. Het voorstel blijft nog vaag, maar er is ruimte om zulke voorwaarden in te voeren. Het is alleen onduidelijk of artistieke vrijheid een voorwaarde voor aanvragers is, een verplichting voor de Commissie, of slechts een richtlijn.
Belangrijke punten om te volgen
Sectorale aanpak: in het voorstel worden geen aparte sectorprogramma’s genoemd, zoals muziek of podiumkunsten. Dat roept vragen op, omdat zulke initiatieven (bijvoorbeeld Music Moves Europe) belangrijk waren voor zichtbaarheid en steun.
Samenwerkingsprojecten: bekende regelingen zoals “Cooperation Projects” worden niet expliciet genoemd, alleen algemeen “samenwerking in verschillende vormen”.
Groene transitie: de link met duurzaamheid en klimaat is zwakker geworden. Het staat alleen kort genoemd onder “voorbereid zijn op crisissen”.
Internationale rol: AgoraEU geeft geen sterke nieuwe visie op cultuur in de wereld. Het gaat vooral om distributie van Europese werken en een beetje “soft power”.
Het grotere plaatje
AgoraEU is slechts één onderdeel van een groter hervormd budgetkader. In totaal worden ongeveer 52 bestaande programma’s samengevoegd tot 16. Het grootste deel van het geld gaat naar economie, landbouw en veiligheid. AgoraEU blijft wel centraal door de Commissie beheerd, zoals Creative Europe nu ook is.
Het hele budgetvoorstel krijgt al kritiek van lidstaten, het Europees Parlement, boeren en maatschappelijke organisaties. Omdat alle lidstaten in de Raad en daarna ook het Parlement moeten instemmen, zijn veranderingen en bezuinigingen op AgoraEU goed mogelijk.