Bron

Div

Achtergrond: teleurstelling bij gemeenteambtenaren over de Omgevingswet groeit

4 oktober 2024

De onvrede onder gemeenteambtenaren over de Omgevingswet blijft toenemen.

Het is lastig om integraal te werken, en er heerst grote frustratie over de nieuwe software die bij de wet hoort. Voor veel gemeenten blijkt de complexe digitalisering een te grote uitdaging.

Tijdens het congres ‘Grijp de kansen van de Omgevingswet’ kwamen deze frustraties afgelopen donderdag naar voren. Van de ongeveer 100 aanwezige gemeenteambtenaren uitten velen hun zorgen over de eerste ervaringen met de wet. De kritiek richtte zich vooral op Marjolein Jansen, directeur-generaal ruimtelijke ordening van het recentelijk herstructurerende ministerie van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening (VRO). Jansen, die al jaren verantwoordelijk is voor de invoering van de Omgevingswet, werd geïnterviewd voor het publiek.

Integraal werken

Verschillende gemeentemedewerkers gaven aan dat zij nog weinig voordeel halen uit de wet, die inmiddels negen maanden van kracht is. De aanwezige ambtenaren constateren dat de besluitvorming rondom gebiedsontwikkeling nog niet versneld is. De Omgevingswet beoogt integraal werken, waarbij ook de sociale en economische disciplines van de gemeente betrokken zijn bij ontwikkelingsprojecten. Dit betekent dat medewerkers die voorheen weinig contact hadden, nu samen aan werkafspraken moeten werken.

Regiekamer

“Het is even wennen dat ook andere domeinen betrokken zijn bij gebiedsontwikkeling,” aldus wethouder Marieke van Breugel van Heeze-Leende. “We zijn nu pas aan het ontdekken wat de integrale werkwijze inhoudt.” Om initiatieven te bespreken, heeft de Brabantse gemeente een regiekamer opgezet, een intern overleg waar verschillende vakgebieden samenkomen.

Ook Niels Geelkerken, adviseur ruimtelijke ontwikkeling van de gemeente Zeist, bevestigt dat het nog een uitdaging is om het integrale proces op de rails te krijgen. De personeelsschaarste bij gemeenten speelt hierbij een grote rol, klinkt het unaniem vanuit de zaal.

Uitstel

Sommige ambtenaren erkennen dat het uitstel van de Omgevingswet heeft geleid tot een afwachtende houding in veel gemeenten, waardoor de voorbereidingen voor een integrale werkwijze stil kwamen te liggen. “De dagelijkse gang van zaken domineert, en iedereen blijft binnen zijn eigen sector,” zegt een ambtenaar uit Harderwijk in de wandelgangen.

Een van de ambtenaren wijst erop dat er te weinig ondersteuning vanuit de managementteams is. “Het werk ligt nu vooral bij de uitvoeringsteams. Dat baart me zorgen, want het komt vast te zitten. De directies van gemeenten moeten zich echt achter deze ontwikkeling scharen. Met meer support van die kant kunnen we sneller vooruit.”

Moeizame uitvoering

Directeur-generaal Jansen van VRO erkent dat integraal werken onder de Omgevingswet nog niet soepel verloopt. “Dat is begrijpelijk, want er is nog veel werk aan de winkel en het is complex. Als iedereen zich blijft richten op zijn eigen beleidsterrein, gaat het niet lukken. Gelukkig begint het brede gesprek nu op gang te komen. Een omgevingstafel, zoals ik die in Nijmegen heb gezien, kan hierbij helpen. Laten we elkaars goede voorbeelden delen. Vanuit het Rijk bieden we volop ondersteuning bij de implementatie.”

Problemen met plansoftware

Een groot zorgpunt voor de aanwezige gemeenteambtenaren is de moeilijk te implementeren plansoftware onder de Omgevingswet. Zowel gemeenten als leveranciers hebben moeite met de complexe STOP-TPOD-standaard, waardoor het niet mogelijk is om aan meerdere planwijzigingen tegelijk te werken. De lancering van aanvullende software, die deze functionaliteiten voor omgevingsdocumenten ondersteunt en Release B is genoemd, is met enkele maanden vertraagd.

TAM

Om de problemen met de software te omzeilen, zijn gemeenten genoodzaakt terug te vallen op de Tijdelijke Alternatieve Maatregelen (TAM). Dit noodplan stelt gemeenten in staat om omgevingsplannen met de oude softwarestandaard IMRO te publiceren. Ongeveer twee derde van de gemeenten die recent een ontwerp-omgevingsplan hebben gepubliceerd, heeft dit via de TAM gedaan. Deze optie is onlangs verlengd tot eind 2025.

Vanuit de zaal klinkt de oproep om de TAM-termijn te verlengen tot 2032, het jaar waarin gemeenten voor hun hele grondgebied één omgevingsplan moeten hebben. De onzekerheid rond de Omgevingswet-software met de STOP-standaard maakt het moeilijk om deze grote operatie succesvol te realiseren. “Er moet echt vooruitgang in de software komen om het maken van een omgevingsplan te vergemakkelijken,” zegt een medewerker van de gemeente Leiden.

Het nadeel voor gemeenten die gelijktijdig met de STOP-standaard willen starten, is dat dit leidt tot extra werk en kosten, omdat ze twee systemen moeten onderhouden.

Vertragingen

Jansen reageerde niet op de vertraagde software-release, maar gaf aan dat het Digitaal Stelsel Omgevingswet (DSO) functioneert zoals het hoort. “Het digitaal stelsel is nog niet compleet, maar we hebben er veel energie in gestoken. Voor de inwerkingtreding hebben we verschillende calamiteitenoefeningen gedaan. Alle scenario’s, van instortingen tot hacks, zijn aan bod gekomen, wat me veel vertrouwen gaf. Het DSO werkte meteen toen het in de lucht kwam. De eerste aanvraag was gelijk binnen.”

Achterstanden

Jansen wil de deadline voor de TAM-IMRO eind 2025 handhaven. “De waterschappen zijn er bijvoorbeeld helemaal klaar voor, maar gemeenten moeten nog terugvallen op deze maatregel, nu zo’n 60 procent van hen.” De vele uitstelperiodes van de Omgevingswet hebben er helaas toe geleid dat gemeenten hun inspanningen hebben verminderd, wat resulteert in achterstanden. “Daarom moeten we de druk erin houden, ook omdat dit het Rijk veel geld kost en de middelen op dit moment beperkt zijn.”