Bron

Innovatielabs

Achtergrond: toekomstbeelden van de culturele en creatieve sector

9 februari 2023

Achtergrond: toekomstbeelden van de culturele en creatieve sector

Het programma Innovatielabs geeft een impuls aan nieuwe veerkracht in de culturele en creatieve sector. Het Stimuleringsfonds Creatieve Industrie, namens alle rijkscultuurfondsen, en ­CLICKNL voeren het programma uit in opdracht van het ministerie van OCW.

De door Innovatielabs ondersteunde initiatieven spreken zich steeds meer uit over hun overtuigingen, drijfveren en de veranderingen, die ze in de culturele en creatieve sector teweeg willen brengen.

Als gedachte-experiment probeert schrijver Twan Eikelenboom zich een voorstelling te maken van de sector als de door hen beoogde impact inderdaad wordt bereikt. Op welke fundamenten is deze toekomst gebouwd? In dit artikel neemt hij de zestien Innovatielabs-projecten als uitgangspunt voor een speculatieve beschouwing over wat een wendbare en weerbare sector zou kunnen zijn.

Een inclusief fundament

Het toekomstbeeld voor een inclusief fundament voor de culturele en creatieve sector heeft in ieder geval twee kanten, blijkt uit het werk van een aantal Innovatielabs-initiatieven. Enerzijds zijn de sectoren zelf laagdrempelig toegankelijk voor iedereen om aan deel te nemen en bij te dragen. Anderzijds kunnen makers vanuit hun vaardigheden – en instituten vanuit hun capaciteiten – bijdragen aan het creëren van sterkere sociale posities in de samenleving. Om dit mogelijk te maken biedt de sector in dit beeld ruimte en tijd voor maatwerk. Gelijkwaardigheid ontstaat namelijk niet vanuit kant-en-klare oplossingen, maar vanuit aandacht voor elkaar en betrokkenheid. Iedere casus kent tenslotte een andere context en andere uitdagingen. Bewustwording van deze context, voorbij de muren van instituten, sectoren en disciplines, is daarom noodzakelijk om écht ruimte te maken voor nieuwe verhalen en vormen van creativiteit.

In lijn met deze gedachte toont Boijmans Hillevliet (nieuwe naam: Zuid. Boijmans Van Beuningen) hoe musea en hun collecties betekenisvol kunnen zijn buiten de muren van het gebouw. Niet alleen in de directe omgeving, maar ook op plekken en binnen communities die niet vanzelfsprekend deel uitmaken van hun culturele ecosysteem. Door voor de lange termijn te investeren in de band met gemeenschappen en hen te betrekken bij de organisatie en programmering kan een hechtere band ontstaan. Niet alleen voelen mensen zich daardoor gerepresenteerd, maar ook uitgenodigd om mee te doen. Het museumgebouw blijft een belangrijke functie vervullen, maar dan ook als plek waar de collectie in uitwisseling met deze gemeenschappen verder kan worden verkend en verrijkt.

In het toekomstbeeld van een inclusief fundament, is niet alleen het overstijgen van grenzen tussen instituten en samenleving gemeengoed. Ook grenzen in de relaties tussen makers vervagen. Het streven van Outsiderlandlab (nieuwe naam: No Limits! Art Castle) naar een kunstwereld zonder grenzen wordt gedeeld door anderen in de sector. Voor bijvoorbeeld neuro-diverse kunstenaars en makers met een dakloze achtergrond betekent dit dat zij geen afzonderlijke plek krijgen toegewezen om kunst te maken en te tonen, maar dat zij als vanzelfsprekend deel uitmaken van het bestaande kunstcircuit.

Inclusiviteit staat ook voor het versterken van posities als deze onder druk staan. Zo is een goed inkomen voor nu en later een grote uitdaging voor zzp’ers in de culturele en creatieve sector. In dit toekomstbeeld hebben alle zelfstandigen door de passende oplossingen van de De Kunst van Later de handvatten om ook een goede oudedagsvoorziening op te bouwen. Ook in de huizenmarkt staan posities onder druk, mede doordat toegang ertoe en verduurzaming ervan niet sociaal zijn georganiseerd. De organisatievormen tussen koop en huur die Meta-Estate Lab verkent – waarbij kavels, bewoners, ontwikkelaars, architecten en bouwers met behulp van blockchain-technologie voor de lange termijn verbonden zijn – kunnen gelijkwaardigere posities in de huizenmarkt mogelijk maken, doordat niet één partij maar het gehele coöperatief eigenaar is. Ook eindigt verantwoordelijkheid voor vastgoed hierdoor niet na oplevering, maar blijft gedurende de hele levenspanne van het object bestaan.

Een open fundament

Een open sector ontwikkelt en deelt gereedschappen, datasets en methodieken met elkaar. In het toekomstbeeld voor een open fundament, vinden organisaties en makers niet langer het wiel alleen uit maar creëren ze met elkaar over tijd voor de sector als geheel een sterke basis. Dubbele investeringen in dezelfde technologie zijn hierdoor verleden tijd, net als afhankelijkheid van monopoliepartijen. Tegelijk maakt gezamenlijke ontwikkeling en beschikbaarheid van technologie en datasets het mogelijk om met elkaar andere, onderliggende doelen te bereiken.

Doordat cultuurinstellingen bijvoorbeeld hun programmering in één overzicht bij elkaar brengen en daarin ook livestreams en audiovisuele registraties beschikbaar maken, kunnen zij samen offline en online publieksbereik en vindbaarheid vergroten. Tegelijk zijn ze minder afhankelijkheid van big tech-platformen zoals YouTube. Ook voor het publiek levert dit voordelen op, zoals een betere vindbaarheid en toegankelijkheid van het aanbod op één centrale plek, die is gebouwd op publieke waarden als privacy en (informatie)veiligheid. Door de stappen die Living Lab Open Cultuurdata zet, heeft de sector in dit toekomstbeeld de decentrale oplossingen hiervoor zelf in huis. Open en gedeeld sluit uniek overigens niet uit: door de diversiteit aan wensen en voorwaarden zijn flexibele systemen waar alle betrokkenen op hun eigen manier gebruik van kunnen maken essentieel.

Naast decentrale technologie versterkt sectorbrede toegang tot vrij beschikbare, goed onderzochte data het open fundament van de maakpraktijk. Doordat makers bijvoorbeeld inzicht hebben in duurzame materialen door middel van een Future Materials Bank, kunnen zij makkelijker de transitie maken naar ecologisch bewuste kunst- en ontwerppraktijken. Tegelijk zorgen investeringen in vrij beschikbare datasets dat jonge makers een voorsprong hebben bij de start van hun praktijk.

In dit beeld zijn presentatie- en erfgoedinstellingen door de beschikbaarheid van kwalitatieve datasets en de inzet van storytelling-methodieken in staat om nieuwe relaties en details zichtbaar te maken, bijvoorbeeld door persoonlijke verhalen vanuit het heden te verbinden met gedigitaliseerde objecten uit het verleden. Door deze methodieken in te zetten, en met elkaar te leren hoe dit in een specifieke context kan werken, ontstaan hybride presentatievormen en aanvullende businessmodellen. Vanuit Innovatielabs gebeurt dit aan de hand van de museale modecollecties die de partners van Modemuze en Unlocking Fashion Heritage in huis hebben, en de gedigitaliseerde collecties over de periode ‘40-’45 van de vijftien musea en herinneringscentra die gezamenlijk een visie en digitale strategie formuleren in 2nd World.

Een publieksgericht fundament

Ontwikkeling van cultuur vindt niet langer plaats in afzondering, maar in wisselwerking met het publiek. In dit toekomstbeeld is cultuurpubliek mede door digitalisering niet langer de eenmalige consument, maar kan continu betrokken zijn – bijvoorbeeld bij lokale cultuurpodia of een maakpraktijk. Een bezoeker is niet langer alleen de passieve kijker die een avondje uitgaat, maar interacteert, ondersteunt, maakt zelf, en kan zelf onderdeel worden van het werk. Ook als de deuren van de gebouwen dicht zijn.

Vanuit een publieksgericht fundament voor de sector, denken organisaties niet langer in cultuurconcurrentie. Sectorbrede en podiumoverstijgende cultuurervaringen openen nieuwe deuren. Niet langer is de verkoop van één ticket het doel. In plaats daarvan creëren en delen organisaties services met elkaar en wordt cultuurbeleving toegankelijker en laagdrempeliger. Podiumpas biedt de mogelijkheid om voor een vast bedrag per maand onbeperkt theaters en concertzalen te bezoeken. Zo kun je keer op keer in een andere wereld stappen, om je te laten inspireren en nieuwe emoties te ontdekken.

Publieksgericht betekent ook dat de verrijkte cultuurervaring niet gebonden is aan één levensfase. Elke fase biedt ruimte voor een andere betrokkenheid. Denk aan wat film door je leven heen kan betekenen. Als kind ga je voor het eerst naar een film met je ouders. Als scholier ben je verslingerd aan de blockbusters uit Hollywood. Dat inspireert je om als jongvolwassene zelf een film te maken: een talent dat je kan ontwikkelen dankzij je lokale filmhuis. Het filmtheater kan op al deze momenten een rol spelen, niet alleen als aanbieder van films, maar als verrijker van het leven. Hybride presentatievormen, zoals de initiatiefnemers van streamingsdienst Picl en Everybody in the (Art)house! samen met partners onderzoeken, maken het aanvullend mogelijk dat film- en cultuurervaringen niet beperkt zijn tot een gebouw, maar dat ze verbonden zijn met het leven – wanneer je wilt en waar je ook bent.

Zelf een werk kunnen mede-produceren is ook onderdeel van de publieksgerichte cultuurervaring. Voor makers en organisaties is het daarom van belang dat zij donateurs efficiënt en consequent onderdeel kunnen maken van werk en praktijk. Relatiebeheer gaat in dit toekomstbeeld niet langer alleen over de vraag welk crm-systeem je kiest, maar gaat over Crowdkeeping: het betrokken houden van je gemeenschap, ook na afloop van je idee of project. Door als sector open middelen en werkwijzen in huis te hebben, kunnen makers en organisaties kansen in de geefmarkt samen benutten.

Een hybride fundament

In het toekomstbeeld van het hybride fundament staat het vervagen van grenzen en opzoeken van tussenruimtes centraal. Tussen fysiek en virtueel. Tussen disciplines. Tussen klassieke noties als maker en publiek. Tussen oude en nieuwe media. Het spannende aan de hybride ruimte is dus niet simpelweg de som van fysiek en digitaal, of van twee disciplines, maar het ontstaan van tussenruimtes en tussenposities. De behoefte aan hybride ervaringen was bij aanvang van Innovatielabs door de coronalockdowns groot, maar hybride betekent dus veel meer dan alleen de combinatie van online en fysiek aanbod tijdens een noodsituatie.

Door hybride programma’s te creëren die fundamenteel anders zijn dan de fysieke programma’s die we gewend zijn, kunnen ze namelijk zorgen voor nieuwe persoonlijke ervaringen en vormen van intimiteit. Hoe kan je zoiets intiems als samen dansen doen, maar dan op afstand – een van de experimenten van Toolkit for the Inbetween? Hoe reageert en werkt je lichaam in de tussenruimte: wat voel je, wat beleef je, welke energie ontstaat er? En deze nieuwe ervaringen zijn niet beperkt tot één vorm van hybride ruimte. De potentie voor de podiumkunstensector is zelfs, zo ziet Touched by a Hologram?, een toekomst waarin een oneindig universum van aan elkaar geschakelde virtuele ruimtes bestaat, die elk weer nieuwe ervaringen bieden.

Naast de potentie voor de publiekservaring in dit toekomstbeeld, staat hybriditeit voor makers ook voor het overstijgen van grenzen en het invoegen van andere disciplines in het werk. Zo werken theatermakers in Innovation:Lab met disciplines als programmeurs, game-ontwikkelaars, mode-ontwerpers, narrative storytellers en geluidsontwerpers. En muzikanten denken beeldend over hun werk, door samenwerking met regisseurs en make-up artists in het kader van Hybrid Models. Ze creëren zo vormen van expressie die tussen de klassieke videoclip en de live performance liggen.

Hybriditeit is dus niet alleen een technologisch, maar vooral ook een sociaal, artistiek en menselijk vraagstuk. Het vraagt om nieuwe vaardigheden en manieren van samenwerken in organisaties. Kritische reflectie is daarom essentieel om mensgerichte alternatieven te ontwikkelen voor de metaverse: het hybride utopia dat big tech-platformen voor zich zien. Dit kan bijvoorbeeld door langzamere, meer reflectieve manieren van lezen te verkennen, zoals The New Social doet, waardoor we met elkaar nieuwe vragen kunnen formuleren die ontwikkeling uitdagen, tegenstellingen blootleggen, en nieuwe richtingen zichtbaar maken. En door artistieke hybride experimenten die nu al plaatsvinden te zien als kansen voor gesprek tussen maker en publiek. Want het is juist daar, in de uitwisseling, waar de hybride ruimte zich vormt.

Twan Eikelenboom (zelfstandig schrijver en adviseur) schreef dit artikel in opdracht van het Stimuleringsfonds Creatieve Industrie en CLICKNL aan de hand van de reflectieverslagen die de Innovatielabs-projecten met elkaar deelden op de afgeschermde community website, en wat zij hebben gedeeld op websites en sociale media.