AWVN: “Rekening loopt op bij werkgevers”
21 september 2022
AWVN constateert dat het kabinet de rekening voor de oplossing van de torenhoge inflatie, het koopkrachtverlies én de hoge energierekening van consumenten voor een te groot deel bij werkgevers neerlegt.
Werkgevers hebben vanaf het begin van dit jaar voor deze situatie gewaarschuwd. En hebben daarbij nadrukkelijk een helpende hand uitgestoken om samen met het kabinet tot oplossingen te komen. Dat dit nog niet is gebeurd en dat het kabinet er vervolgens voor kiest om in deze onzekere tijden de rekening voornamelijk bij werkgevers neer te leggen, is volgens AWVN een gemiste kans.
AWVN had liever gezien dat het kabinet gehoor had gegeven aan de oproep van werkgevers om de negatieve effecten van de abrupte verhoging van het wettelijk minimumloon (WML) voor werkgevers te compenseren. Ook zouden volgens AWVN sectoren die zelf ook hard geraakt worden door de hoge energieprijzen gecompenseerd moeten worden. Doordat dit nu niet gebeurt, komt de werkgelegenheid binnen deze, in de kern gezonde, sectoren extra onder druk te staan.
Het staat voor AWVN buiten kijf dat mensen in deze uitzonderlijke tijden geholpen moeten worden. Het was effectiever geweest als de kabinetsmaatregelen meer ruimte hadden gelaten voor maatwerk in cao’s op sector- en bedrijfsniveau. Dan was het effect voor de werkenden groter geweest. Het kabinet kiest helaas voor een andere route. Waarbij het de oproep van werkgevers om een tegemoetkoming in de energierekening van medewerkers fiscaal te faciliteren ook niet heeft overgenomen, terwijl dit een makkelijk in te voeren maatregel is die (snel) effect heeft.
Toch ziet AWVN ook positieve elementen in de plannen van het kabinet. Dat het kabinet besluit om in deze tijden werk lonender te maken door de loonbelasting te verlagen en de arbeidskorting te verhogen, zijn goede maatregelen om de koopkracht van werkenden direct te steunen. Dit zorgt tegelijkertijd voor een extra prikkel om meer uren te gaan werken, iets waar AWVN herhaaldelijk toe heeft opgeroepen. Verder voorziet AWVN dat de plannen van het kabinet om de energierekening van burgers te beperken en zo hun koopkracht te beschermen, zal leiden tot minder druk op het cao-overleg.
AWVN over de belangrijkste punten uit de Prinsjesdagplannen
Het kabinet Rutte IV heeft op van dinsdag 20 september 2022 de Prinsjesdagplannen gepresenteerd. Prinsjesdag is een belangrijk meetmoment om te kijken hoe het ervoor staat met de plannen uit het coalitieakkoord en wat er nog op stapel ligt voor komend jaar.
De huidige situatie met hoge inflatie onder andere als gevolg van de oorlog in Oekraïne drukt een nadrukkelijke stempel op de begroting voor 2023. AWVN ziet dat veel werknemers het moeilijk hebben en begrijpt dat het kabinet maatregelen neemt om werknemers te steunen. Deze koopkracht ondersteunende plannen van het kabinet overschaduwen gedeeltelijk de zaken die op de arbeidsmarkt nog meer spelen. Denk hierbij aan de grote personeelstekorten in bijna alle sectoren, de noodzaak tot (leven lang) ontwikkelen en de uitwerking van nieuw arbeidsmarktbeleid op basis van het middellange termijnadvies van de SER. Wat kunt u hierover zoal vinden in de kabinetsplannen? AWVN neemt u hieronder in de belangrijkste thema’s voor werkgevers mee.
- Maatregelen met impact op de krapte op de arbeidsmarkt
De krapte op de arbeidsmarkt is een van de grote thema’s in de plannen van het kabinet. Om de krapte op de arbeidsmarkt te lijf te gaan heeft het kabinet een aantal zaken op de rol staan.
Meer uren werken lonender maken
In de huidige tijden waarin de koopkracht onder druk staat, besluit het kabinet om werk lonender te maken door de inkomstenbelasting te verlagen en de arbeidskorting te verhogen. Dit zijn maatregelen die méér werken voor mensen aantrekkelijk maakt. Het kabinet wil de arbeidskorting vanaf 1 januari 2023 jaarlijks verhogen. Deze verhoging is voordelig voor werknemers, zelfstandigen en ondernemers en past in de maatregelen om de inkomens van deze groepen gelijker te belasten. Het verhogen van de arbeidskorting is positief en komt met name de lager en middeninkomens ten goede.
Stelselherziening kinderopvang
Het kabinet gaat de kinderopvang voor 96% financieren voor alle werkende ouders. Hiermee maakt het kabinet het makkelijker voor ouders om werk- en zorgtaken te combineren. Op die manier kunnen ouders makkelijker meer uren werken en worden zij versterkt in hun arbeidsparticipatie. Volgens AWVN is dit een positieve ontwikkeling die de krapte in sectoren kan verlichten.
Algemene kabinetsaanpak krapte op de arbeidsmarkt
Het kabinet ziet dat deze krapte niet zomaar zal verdwijnen en ziet een duidelijke rol en verantwoordelijkheid voor zichzelf. Hiervoor heeft het kabinet eerder al een breed pakket aangekondigd waarin het maatregelen beschrijft die het in hoofdlijnen wil gaan nemen om de arbeidsmarktkrapte aan te pakken. Deze plannen zijn vlak voor de zomer gepubliceerd en niet gewijzigd.
- Verhoging wettelijk minimumloon
Eén van de meest impactvolle wijzigingen van deze Prinsjesdag is ondertussen geen verrassing meer: de verhoging van het Wettelijk Minimumloon (WML).
Het kabinet heeft besloten om de al geplande minimumloonverhoging in één keer door te voeren en dit te combineren met een extra tegemoetkoming voor koopkracht en de al geplande half jaarlijkse indexatie. Dit betekent dat per 1 januari 2023 het wettelijk minimumloon verhoogd wordt met 10,15%. Deze verhoging heeft niet alleen direct gevolg voor de laagste salarissen, maar kan ook consequenties hebben voor het hele loongebouw in bedrijven en sectoren.
AWVN ziet dat het verhogen van het WML, zowel direct als indirect, grote gevolgen heeft voor de loonkosten. Dit treft vooral arbeidsintensieve sectoren waar de marges klein zijn, arbeid een groot deel van de kosten bepaalt en hogere kosten niet goed zijn door te berekenen. Een sterke verhoging van de kosten is een risico voor de werkgelegenheid in deze sectoren, terwijl het daarnaast de inflatie kan aanjagen. Deze risico’s had het kabinet kunnen ondervangen door loonkostencompensatie voor de WML-verhoging voor werkgevers, zoals werkgevers en vakbonden eerder in SER-verband hebben aanbevolen. Het kabinet heeft dit helaas nagelaten.
Tegelijkertijd ziet AWVN dat deze WML-verhoging onderdeel is van een breder pakket aan maatregelen om de koopkracht te stutten. Iets dat belangrijk is door de oplopende kosten van levensmiddelen en energie. AWVN vindt het echter ook belangrijk dat er een toets komt of deze maatregel ook daadwerkelijk de koopkracht versterkt voor de mensen die hier effect van ondervinden en wat de gevolgen voor de inflatie zijn. Daarnaast moet goed gemonitord worden of de eventuele nadelige gevolgen van de WML-verhoging voor de arbeidsmarkt en de werkgelegenheid beperkt blijven.
- Positie flexibele arbeidsrelaties
Het kabinet wil de positie van flexibele werknemers met tijdelijke contracten, oproepcontracten en uitzendcontracten verbeteren. Daarbij wordt aangesloten bij het middellange termijnadvies van de SER. Wat is het kabinet van plan?
Oproepovereenkomsten vervangen door een basiscontract, met een uitzondering voor scholieren en studenten.
De werkzekerheid van uitzendkrachten verbeteren, bijvoorbeeld door het verkorten van Fase A en B en het toekennen van gelijke arbeidsvoorwaarden.
Het laten vervallen van de ketenregeling.
Het kabinet verwacht (begin) 2023 met wetsvoorstellen te komen. Eventuele wetswijzigingen zullen gevolgen hebben voor het soort en de inhoud van de contracten met flexibele werknemers.
De adviezen zijn vooralsnog op hoofdlijnen, zodat de praktische uitwerking en consequenties nog niet duidelijk zijn. Datzelfde geldt overigens voor de uitwerking van maatregelen uit het middellange termijnadvies van de SER die werkgeverschap aantrekkelijk moeten maken. Dit betreft maatregelen gericht op de loondoorbetaling bij ziekte en de introductie van een van werk naar werk ontslagroute en deeltijd WW.
- Leven lang ontwikkelen
Het kabinet wil zich inzetten voor gelijke kansen in het onderwijs, zodat iedere leerling en student zich optimaal kan ontwikkelen en een goede start op de arbeidsmarkt krijgt. Het kabinet doet extra investeringen in beroepsroutes en leerroutes, zodat leerlingen makkelijker kunnen doorstromen naar een hoger niveau. Er wordt geïnvesteerd in loopbaan oriëntatie zodat er minder leerlingen uitvallen of wisselen van opleiding.
Het kabinet wil zich daarnaast samen met sociale partners inzetten voor leven lang ontwikkelen (LLO). Als werknemers zich blijven ontwikkelen, verhoogt dit hun kansen op het behoud of krijgen van werk. Het kabinet kondigt verschillende investeringen aan. Er komt extra inzet op individuele leerrechten via het STAP-budget. Vanaf 2023 wordt een deel van dit budget gereserveerd voor mensen die maximaal een mbo-diploma op niveau 4 hebben en er is extra ondersteuning van deze doelgroep.
AWVN zet vraagtekens bij de doelmatigheid van de huidige STAP regeling. Zo zijn er aanbieders met aanbod dat geen enkele relatie heeft met de arbeidsmarktwaarde. AWVN pleit voor gerichte en concrete maatregelen die aantoonbaar de arbeidsmarktwaarde van medewerkers verhogen. Dat er opnieuw meer budgettaire ruimte hiervoor is voor met name de genoemde doelgroepen, juichen wij als zodanig toe.