Belastingdienst publiceert ‘Handhavingsplan arbeidsrelaties 2024

4 april 2024

De Belastingdienst bereidt zich voor op het opheffen van het handhavingsmoratorium arbeidsrelaties per 1 januari 2025.

Vanaf 1 januari 2025 stopt het zogenaamde handhavingsmoratorium van de Belastingdienst. Dat betekent dat de Belastingdienst vanaf die datum gaat handhaven op toepassing van de Wet Deregulering Beoordeling Arbeidsrelaties (Wet DBA) om schijnzelfstandigheid tegen te gaan. In een aantal zogenaamde tranches geeft de Belastingdienst aan hoe de handhaving per volgend jaar zal worden vormgegeven en weer volledig zal worden geïnternaliseerd.

De ambitie om het handhavingsmoratorium arbeidsrelaties uiterlijk per 1 januari 2025 op te heffen wordt uitgewerkt in:

Het handhavingsplan van de Belastingdienst is onderverdeeld in drie fasen. De fase voor 2024 is zojuist uitgebracht, volgend op de eerdere publicatie van de fase voor 2023, die focuste op het versterken en verbeteren van de handhaving. De volgende fase, gepland voor 2025, draagt de titel ‘Handhaven zonder handhavingsmoratorium’ en wordt verwacht in het betreffende jaar.

De Belastingdienst is voornemens om het handhavingsmoratorium, dat momenteel nog van kracht is, per 1 januari 2025 op te heffen. Dit betekent dat de dienst vanaf die datum weer actief belastingen, premies, en boetes kan naheffen bij opdrachtnemers voor alle soorten belastingen, ondanks dat het moratorium oorspronkelijk alleen bedoeld was voor de loonheffingen. Het wordt dan ook weer mogelijk om naheffingsaanslagen op te leggen aan opdrachtgevers, alhoewel naheffingsaanslagen voor loonheffingen over perioden vóór 1 januari 2025 principieel beperkt worden door de algemene beginselen van behoorlijk bestuur.

De visie van het kabinet op dit gebied is uitgewerkt in verschillende voortgangsrapportages, zoals de brief van 16 december 2022. Hierin worden drie hoofdlijnen voorgesteld om de balans te verbeteren in de samenwerking met zelfstandigen en het zelfstandig ondernemerschap:

  1. Het creëren van een gelijk speelveld waarin opdrachtgevers en zelfstandigen arbeidsrelaties correct definiëren, in lijn met de bestaande wet- en regelgeving.
  2. Het verduidelijken van arbeidsrechtelijke wetgeving om de beoordeling van arbeidsrelaties te vereenvoudigen. Dit is niet alleen een steun voor opdrachtgevers en zelfstandigen, maar ook essentieel voor een effectieve handhaving door instanties zoals de Belastingdienst.
  3. De handhavingsstrategie van de Belastingdienst, die erop gericht is burgers en bedrijven te motiveren uit eigen beweging hun fiscale verplichtingen na te komen, zonder dat daar dwingende maatregelen voor nodig zijn. Er zijn drie ‘goede paden’ geïntroduceerd om dit te verduidelijken, bedoeld om zowel opdrachtgevers als opdrachtnemers te helpen bij het juist duiden van arbeidsrelaties, binnen en buiten loondienst, en voor opdrachtnemers om de stap naar werknemerschap te maken.

Om het handhavingsmoratorium vanaf 2025 op te heffen, hanteert de Belastingdienst een aanpak die uit drie delen bestaat:

  1. Er wordt ingezet op actieve samenwerking met de markt om tot een werkbaar systeem te komen. Hiervoor wordt een speciaal team binnen de Belastingdienst gevormd, dat actief contact zoekt met koepels en brancheorganisaties om samen te werken.
  2. Er wordt bijzondere aandacht besteed aan specifieke posten, sectoren en branches waar momenteel veel onduidelijkheid heerst over hoe arbeidsrelaties correct gedefinieerd moeten worden. Het doel is om compliant gedrag te stimuleren door middel van gerichte communicatie en overleg, waarbij ervaringen worden uitgewisseld om gezamenlijk tot helderheid te komen.
  3. Er wordt specifieke aandacht geschonken aan de reguliere behandeling van klanten. Onderdeel hiervan is een evaluatie van de toekomst van modelovereenkomsten en het vooroverlegproces. Het huidige systeem van modelovereenkomsten voldoet niet volledig aan de behoeften van de markt omdat de vooraf gegeven zekerheid afhangt van de naleving in de praktijk. De Belastingdienst merkt op dat de feitelijke situaties in de dynamische werkelijkheid vaak afwijken, wat kan leiden tot het beperken van het gebruik van modelovereenkomsten.

Het programma wordt als succesvol beschouwd door de Belastingdienst wanneer de handhaving op arbeidsrelaties vanaf 1 januari 2026 weer een integraal onderdeel vormt van het reguliere handhavingsbeleid.

Het ‘Memo handhaving arbeidsrelaties’ biedt een duidelijke handleiding over hoe de handhaving van arbeidsrelaties de inkomstenbelasting (IB) en de omzetbelasting (BTW) beïnvloedt. Het document behandelt twee specifieke scenario’s:

  1. Als bij een controle blijkt dat een opdrachtgever ten onrechte aangeeft dat een werkrelatie buiten loondienst valt, ontstaat de vraag welke impact dit heeft op zowel de BTW-positie van de opdrachtgever als op de inkomstenbelasting en BTW-positie van de opdrachtnemer.
  2. Wanneer uit onderzoek bij een opdrachtnemer blijkt dat er eigenlijk geen sprake is van ondernemerswinst voor de inkomstenbelasting, maar van loon uit dienstbetrekking, rijst de vraag hoe om te gaan met de inkomstenbelasting en BTW.

Het uitgangspunt van deze handhaving is voornamelijk gericht op loonheffingen bij opdrachtgevers. Dit strategische focuspunt heeft als doel een bredere impact te genereren, omdat het daarmee indirect een grotere groep werkenden bereikt.