Rendement.nl
Belastingtarieven 2026 zijn definitief
17 december 2025
De Eerste Kamer heeft ingestemd met de belastingplannen voor 2026 van het demissionaire kabinet.
Dat betekent dat de tarieven voor onder meer de inkomstenbelasting, loonbelasting en de vennootschapsbelasting voor komend jaar nu definitief vaststaan. Een overzicht van enkele belangrijke wijzigingen voor volgend jaar.
De Tweede Kamer heeft eind november al ingestemd met het pakket aan fiscale plannen voor 2025. Daarbij zijn er nog wel een aantal wijzigingen doorgevoerd. Nu heeft ook de Eerste Kamer groen licht gegeven voor de plannen. Er zijn 5 moties aangenomen die gaan over de complexiteit van het belastingstelsel, eenduidige en inzichtelijke verantwoording van belastingopbrengsten, deugdelijke dekking van Voorjaarsnota 2026, behouden van meer elektrische voertuigen voor de Nederlandse tweedehandsmarkt en de youngtimerregeling (zie verder onder auto van de zaak).
Wijzigingen in gang gezet
Vanwege de demissionaire status van het kabinet zijn er afgelopen Prinsjesdag geen spectaculaire wijzigingen aangekondigd. Maar tarieven en percentages veranderen altijd met ingang van het nieuwe jaar, en daarnaast zijn er wel degelijk ook veranderingen in gang gezet door kabinet en parlement. Daarvan gaat een deel pas per 2027 in, zoals een pseudo-eindheffing op auto’s van de zaak die CO2 uitstoten. Ook gaan vanaf dat jaar de percentages voor het minimumjeugdloon stapsgewijs omhoog.Verder is voor 2026 de korting op brandstofaccijns grotendeels behouden en blijft voor cultuur, media en sport inderdaad het lage BTW-tarief gelden. Voor logies gaat het BTW-tarief overigens wél naar 21%..
Bijtelling elektrische auto én fiets van de zaak
De Tweede Kamer heeft eerder nog een belangrijke wijziging doorgevoerd in de bijtelling voor de elektrische auto van de zaak. Het was namelijk de bedoeling dat de korting op de bijtelling voor auto’s zonder CO2-uitstoot per 2026 helemaal zou vervallen. In 2025 is de bijtelling voor volledig elektrische auto’s nog 17% tot een cataloguswaarde van € 30.000, daarboven geldt het reguliere bijtellingstarief van 22%. Met ingang van 2026 zou dit percentage ook voor volledig elektrische auto’s gaan gelden. Maar in de nu goedgekeurde plannen krijgen elektrische rijders nog iets meer respijt. Voor 2026 geldt een bijtelling van 18% tot een cataloguswaarde van € 30.000, en in 2027 is dat 20%. Per 2028 vervalt de korting dan alsnog volledig. Bij motie is wel een jaar uitstel toegezegd aan automobilisten die nu al gebruikmaken van de youngtimerregeling en van wie de auto komend jaar 16 jaar oud wordt.
Ook in de bijtelling voor de ‘fiets van de zaak’ zijn er kleine wijzigingen aangebracht. De bijtelling op het loon van 7% geldt tot nu toe voor alle ter beschikking gestelde (elektrische) fietsen. Maar voor deelfietsen, zoals hubfietsen en ov-fietsen, verandert dat per 2026. Voor dergelijke fietsen wordt de bijtelling 0%.
Lagere eerste belastingschijf
Ook de tarieven in de inkomstenbelasting en de loonbelasting staan met de instemming van de Eerste Kamer definitief vast. Het tarief in de eerste schijf daalt van 35,82% in 2025 naar 35,75% in 2026 (was op Prinsjsdag nog 35,7%). Ook het grensbedrag voor wanneer het hoge tarief van 49,5% gaat gelden is verlaagd ten opzichte van de cijfers die op Prinsjesdag naar buiten zijn gebracht. Dit grensbedrag komt uit op € 78.426, in plaats van € 79.137. Verder geldt dat de arbeidskorting opnieuw omhooggaat, en dat de zelfstandigenaftrek voor ondernemers verder daalt: van € 2.470 naar € 1.200.
Tarieven box 2 en VPB
Voor onder meer directeuren-grootaandeelhouders (dga’s) met een aanmerkelijk belang in een bv geldt dat de twee tarieven in box 2 van de inkomstenbelasting gelijkblijven. Wel gaat de inkomensgrens omhoog van € 67.804 naar € 68.843. Onder dit bedrag geldt een tarief van 24,5%, daarboven is het 31%. De winst van de bv van de dga is belast met vennootschapsbelasting (VPB), en ook in deze percentages zijn geen wijzigingen: tot een winst van € 200.000 betaalt een onderneming 19% VPB, boven die winstgrens is het 25,8%.
Heffingsvrije vermogen box 3 stijgt toch wel
Het algemene tarief voor de heffing op inkomen uit sparen en beleggen in box 3 blijft ook onveranderd op 36%. Wel heeft de Tweede Kamer een voorgestelde zwaardere heffing in box 3 verzacht. Het was namelijk de bedoeling om het forfait voor de belasting op beleggingen en overige bezittingen op te schroeven van 5,88% in 2025 naar 7,78% in 2026. Bovendien zou het heffingsvrije vermogen in box 3 na een jarenlange stijging juist dalen. De Tweede Kamer heeft er echter voor gezorgd dat het forfait uitkomt op 6% en dat het heffingsvrije vermogen alsnog stijgt, naar € 59.357.
Verhoging thuiswerkvergoeding
De percentages voor de vrije ruimte in de werkkostenregeling (WKR) blijven onveranderd in 2026. Werkgevers hebben dus voor de eerste € 400.000 van de loonsom 2% aan vrije ruimte (voor 2027 staat een verhoging gepland naar 2,17%). Boven die loongrens is de ruimte 1,18%. Verder gaat het bedrag voor de gericht vrijgestelde thuiswerkvergoeding omhoog, van € 2,40 naar € 2,45 per dag. Daarnaast wordt de regeling voor zogeheten extraterritoriale kosten versoberd.