Bezuinigen op kunst schaadt ook de economie
10 oktober 2024
Het kabinet-Schoof rekent zich rijk met de bezuinigingen op kunst en cultuur. De sector is namelijk ook economisch van groot belang, aldus PwC-hoofdeconoom Barbara Baarsma.
Een btw-verhoging, een hogere kansspelbelasting, minder giftenaftrek en minder subsidie: er vallen zware klappen in de culturele sector. Samen zetten deze maatregelen een neerwaartse spiraal in werking die ook economisch bezien problematisch is: kunst en cultuur zijn een onmisbaar onderdeel van de economie. Het kabinet-Schoof onderschat dit, en rekent zich rijk met de aangekondigde bezuinigingen.
Ten eerste gaat de btw omhoog van negen naar 21 procent voor culturele goederen en diensten per 2026. Dit levert niet de begrote 953 miljoen euro op, omdat mensen, ja ook rijkere mensen, dan minder vaak boeken kopen of een voorstelling bezoeken. Of ze nemen minder horecadiensten af in cultuurinstellingen.
Als instellingen of uitgevers hun prijzen niet verhogen, zal de btw-verhoging hun inkomsten verlagen. Daardoor stroomt er minder vennootschapsbelasting naar de schatkist, of minder loon- en inkomstenbelasting als de btw-verhoging wordt afgewenteld op de makers.
Het is economisch gezien verstandig om het lage btw-tarief af te schaffen, en alles naar bijvoorbeeld 21 procent te harmoniseren. Dat levert zo’n acht miljard euro op, waarmee je de belastingdruk voor lagere inkomens kunt verlagen. Het is echter politieke willekeur om alleen bepaalde producten naar het hoge tarief te brengen.
Lees hier verder