Boekmanstichting
Boekmanstichting: regionale spreiding van cultuur
19 juni 2024
Het beeld dat de rijksfondsen een Randstedelijk clique vormen met enkel oog voor het westen van het land is behoorlijk achterhaald.
De subsidieverstrekkers doen al veel om alle delen van het land te bereiken en presenteren in hun beleidsplannen voor 2025-2028 nieuwe initiatieven om nog grotere regionale spreiding te realiseren.
‘Een Friese kunstenaar gaat naar de academie van Arnhem, verhuist daarna naar Amsterdam en krijgt een tentoonstelling in Zwolle, die naast lokaal en nationaal ook Duits publiek trekt. Als je de productie van de werken in die tentoonstelling ondersteunt, is het lastig te zeggen waar je investering nu precies terechtkomt.
Cijfers over regionale subsidiespreiding zijn in hoge mate relatief, wil Eelco van der Lingen, directeur-bestuurder van het Mondriaan Fonds, maar zeggen. En zijn collega’s van de andere vijf rijkscultuurfondsen beamen dat. Zo hebben theatergezelschappen wel een standplaats die meestal grootsteeds is, maar voeren hun tournees doorgaans langs podia door het hele land. En ontwerpers zijn traditioneel geclusterd rond plaatsen met opleidingen (Delft, Eindhoven en Arnhem) of industrie (Enschede, Rotterdam), maar de onderwerpen waar zij zich mee bezighouden – neem bijvoorbeeld het hyperactuele vraagstuk van de energietransitie – spelen vaak het sterkste aan de randen van ons land.
.
Regiomakelaars
Binnen de letteren is regionalisering in de traditionele keten van schrijver, uitgever en boekhandel. ‘Zo’n 70 procent van het budget gaat naar Nederlandse schrijvers en vertalers van wie de helft in de vier grote steden woont en werkt’, stelt Romkje de Bildt, directeur-bestuurder van het Nederlands Letterenfonds. ‘Maar de boeken die zij produceren komen terecht bij bibliotheken en boekhandels in het hele land, waar overal dezelfde vaste boekenprijs wordt gehanteerd. Iets soortgelijks geldt voor film. Nederland beschikt over een fijnmazig netwerk van bioscopen, filmtheaters en filmhuizen. Iedereen die dat wil kan binnen een straal van meestal luttele kilometers een film op groot doek zien.
Dat regionalisering toch stevig doorklinkt in de beleidsplannen van alle rijksfondsen stoelt op het besef dat de uitwerking van subsidies redelijk tot goed over het land verdeeld is, maar dat dat niet geldt voor de ontvangers van die subsidies. Het zwaartepunt ligt vrijwel altijd in de grote steden in het westen van het land. Met uitzondering van het Fonds voor Cultuurparticipatie, dat volgens ad interimdirecteur-bestuurder Barbara de Greeff ‘52 procent van het budget spendeert in het niet-Randstedelijk gebied waar 54 procent van de totale bevolking woont’. Maar de rijksfondsen hebben zich de afgelopen jaren ingespannen om iets te doen aan die scheve verhoudingen en de beleidsplannen voor 2025-2028 beloven een intensivering van die koers.
‘Het Mondriaan Fonds werkt al vrij lang met regiomakelaars’, vertelt Van der Lingen. ‘We hebben er momenteel drie, maar onderzoeken de mogelijkheid om dit aantal uit te breiden. Zij doen veel meer dan voorlichting geven over onze regelingen. Ze helpen met advies en zijn onderdeel van een kennisnetwerk. De afbakening van regio’s moet passend zijn en hoeft niet de provinciale grenzen te volgen. Flevoland is een goed voorbeeld wat dat betreft. Het noordelijke deel is meer gericht op het cultuuraanbod in Overijssel, terwijl het stedelijke Almere meer op Amsterdam is gericht.’ Een fijnmaziger netwerk van regiomakelaars moet het Mondriaan Fonds zichtbaarder maken en vertrouwdheid scheppen.
Ook de aanstelling van adviseurs met een niet-Randstedelijke achtergrond – het fonds hanteert een quotum van een derde – zorgt voor een nauwere verbondenheid. ‘En we sturen medewerkers op stage naar instellingen in het hele land’, vertelt Van der Lingen. ‘Onlangs kwam iemand enthousiast terug van het Industrieel Smalspoor Museum in Erica, Drenthe. Zo’n medewerker ziet hoeveel vrijwilligers daar werken en begrijpt beter waarom de organisatie functioneert zoals die functioneert. Tegelijkertijd krijgt het Mondriaan Fonds een gezicht en zijn wij niet meer die boze, ontoegankelijke machine die afwijzingsbrieven verstuurt.’
.
Matchmakers en talenthubs
Het Fonds Podiumkunsten en het Fonds voor Cultuurparticipatie werkten de afgelopen beleidsperiode met gezamenlijke ‘matchmakers’, vergelijkbaar met de regiomakelaars. ‘Die waren bedoeld om nog onbekende delen van het veld in beeld te krijgen, voornamelijk in de hoek van de urban culture’, vertelt Viktorien van Hulst, directeur-bestuurder van het Fonds Podiumkunsten. ‘Die kennis en contacten hebben we inmiddels opgenomen in onze eigen organisatie, dus zijn we gestopt met de matchmakers. De regionale diversiteit van ons personeel is overigens de afgelopen jaren toegenomen, mede door de mogelijkheid van thuiswerken. Dat is de winst van corona.’
Het Stimuleringsfonds Creatieve Industrie werkt al sinds 2018 met talentscouts, die beginnend ontwerptalent opsporen buiten de geijkte opleidingstrajecten. ‘Ze waren aanvankelijk actief in Rotterdam, Amsterdam en Utrecht, maar gaandeweg zijn daar Eindhoven en Zwolle bijgekomen, en sinds 2023 is er een scout actief in het Caribisch deel van het Koninkrijk’, vertelt Syb Groeneveld, directeur-bestuurder van het Stimuleringsfonds. Het fonds continueert de open oproepen binnen het Actieprogramma Ruimtelijke Ontwerp. Groeneveld: ‘Dat programma richt zich op de grote ruimtelijke transitieopgaven. Met de oproepen helpen we decentrale overheden bij het beter formuleren van opdrachten voor interdisciplinaire teams van ontwerpers. Omdat de transitievraagstukken overal spelen, komen de aanvragen voor deze regeling uit alle delen van het land.’
Hetzelfde geldt voor de regeling die een impuls geeft aan initiatieven die jongeren en startende ontwerpers wegwijs maken in de Nederlandse maak- en ontwerpcultuur. In 2023 werden veertien aanvragen gehonoreerd2. ‘Die komen van talentontwikkelingsplatforms die los opereren van de traditionele ontwerpclusters en redelijk gelijkmatig verdeeld zijn over het land’, vertelt Joris van Ballegooijen, Hoofd Subsidies bij het Stimuleringsfonds. ‘Om dat zo te houden als de regeling bekender wordt, hebben we na twee rondes besloten de budgetten te oormerken per regio.’
Het Filmfonds werkt op het gebied van talentontwikkeling in de regio samen met bestaande talenthubs New Noardic Wave voor de provincies Groningen, Friesland en Drenthe, CineSud voor Limburg en We Are Playgrounds voor Noord-Brabant (zie het artikel van Fabian Melchers in deze Boekman). Via deze drie partijen, die plaatselijk talent ondersteunen, verdeelt het fonds ruim 1 miljoen euro per jaar en vanaf 2025 zo’n 2,5 miljoen euro. ‘Dat geld is bedoeld voor het ontwikkelen van scenario’s en workshops, in de hoop dat makers doorstromen naar de landelijke regelingen om een speelfilm te maken’, licht Sandra den Hamer, directeur-bestuurder van het Filmfonds, toe. ‘Als Filmfonds zijn we er voor talentvolle makers uit heel Nederland. We willen authentieke verhalen uit de regio binnenkrijgen, die zien we nog steeds te weinig. Al zijn er natuurlijk geweldige voorbeelden: De beentjes van Sint-Hildegard (2020) of de documentaire Vogels kun je niet melken (2023) over een Friese boerenfamilie.’
.
Budgetschotten
Bij het Letterenfonds, waar de regionale spreiding geborgd is door een geografisch diverse samenstelling van de adviescommissies waar altijd minimaal één Friestalige in zit, zijn pas recent regelingen ontworpen die meer concreet op de regio gericht zijn. Via de pilot ‘Makers buiten het boek’ worden literaire uitingsvormen gesteund buiten de gebruikelijke keten van schrijver-uitgever-boekhandel, zoals spoken word, performance en podcasts. Doordat makers moeten samenwerken met presentatiepartners die voor een flink deel buiten de Randstad actief zijn, is hier ook de geografische spreiding geborgd. Ook bij de ondersteuning van festivals houdt het Letterenfonds rekening met geografische spreiding. Het gaat daarin nog niet zover als het Stimuleringsfonds, dat sinds 2021 festivals ondersteunt en daarbij expliciete budgetschotten voor de zes landsdelen hanteert. ‘Zo ontstaat een eerlijk speelveld’, is Van Ballegooijens ervaring. ‘Een festival in het noorden van het land heeft het moeilijker om sprekers te strikken en publiek te trekken dan een evenement in de Randstad. Door budget regionaal te oormerken sluiten we ongelijke concurrentie uit. Er gaat bovendien een stimulerende werking van uit. Zonder die budgetschotten zou een aantal regionale festivals zeker geen aanvraag hebben ingediend.’
Het Fonds Podiumkunsten werkt voor de drie grote regelingen Podiumregeling, Meerjarige festivalsubsidie en Muziekhubs ook met geoormerkte budgetten per regio en zet daarbij bovendien landsdeelcommissies in met adviseurs uit de betreffende gebieden. Bij het Mondriaan Fonds telt geografische spreiding mee in de selectie van de 31 kunstpodia die het in 2023 ondersteunde met 5,8 miljoen euro. Ook de 22 festivals die geld krijgen van het Filmfonds zijn goed verdeeld over het land. Het Filmfonds draagt bij aan het onderhoud van het landelijke vertoningsnetwerk via de regeling Digitalisering Filmtheaters. Net als bij de overstap van analoge naar digitale projectoren die in 2012 werd voltooid, helpt het fonds theaters nu bij de vervanging van de eerste generatie digitale apparatuur. Inmiddels ontvingen tientallen filmtheaters van Kampen tot Veenendaal een extra investering om verouderde projectoren te vervangen. In totaal is hier 6 miljoen euro voor beschikbaar gesteld.
Naast het geld dat het Fonds Podiumkunsten in 2023 verstrekte voor de programmering van 297 podia en 63 festivals, gaat een deel van de meerjarige productiesubsidie naar presentatieplekken door het hele land: 1,5 miljoen euro voor vijftig podia. ‘Dat geld is bedoeld voor lokale makers, waarbij de podia fungeren als verdeelloketten die het beste weten waar die makers zich bevinden en wat ze nodig hebben’, aldus Van Hulst. ‘Wat wij bijdragen is weliswaar een klein percentage op de gehele begroting van een podium, maar is wél van groot belang voor de programmering van podia, die hun gemeentelijke bijdrage vooral aan exploitatiekosten zien opgaan. Omdat wij in deze regeling enkel investeren als lagere overheden dat ook doen, helpen we voorkomen dat de lagere overheden zich terugtrekken.’
Daarmee benadrukt zij de noodzaak van een kaderwet cultuur, die zorgt voor een wettelijke verankering van de plichten en verantwoordelijkheden van gemeenten en provincies inzake cultuurfinanciering. De Raad voor Cultuur pleit hiervoor in het advies Toegang tot cultuur. In zo’n wet moet ook de afstemming tussen landelijke fondsen en lagere overheden worden gedefinieerd. Daarop vooruitlopend zetten de rijksfondsen voor de komende beleidsperiode in op versterking van de regionale infrastructuur. ‘Je moet niet in elke regio een soort mini-Randstad willen bouwen, maar kijken naar de context: wat is nodig en wat is haalbaar’, stelt Mondriaan Fonds-directeur Van der Lingen. ‘We zien dat het in bepaalde gebieden ontbreekt aan professionals met specifieke expertise. Wij onderzoeken nu de mogelijkheid van een residency, waarbij een curator of beleidsmaker een aantal maanden zijn of haar kennis komt delen.’
Het Fonds voor Cultuurparticipatie wil vooral de eigen zichtbaarheid vergroten, door het aantal cultuurcoaches uit te breiden van zes naar dertien. ‘Daarbij willen we aansluiten bij al bestaande netwerken’, zegt programmaleider Maarten Bul. ‘We doen er alles aan om zo toegankelijk mogelijk te zijn. Het personeel volgt bijvoorbeeld een cursus empathisch communiceren. We nodigen vertegenwoordigers van doelgroepen uit om zitting te nemen in beoordelingscommissies. En we proberen doelgroepen te bereiken die actief zijn in de informele sfeer en wantrouwend staan tegenover overheidsinstanties.’
Het Stimuleringsfonds heeft een projectleider regio aangesteld om meer talentscouts in te zetten. ‘En vanaf komende zomer krijgen de één- en tweejarige subsidies een geografische component’, kondigt Groeneveld aan. ‘Net als bij de festivalsubsidies gaan we regionale budgetschotten toepassen, waardoor er per landsdeel twee aanvragen kunnen worden gehonoreerd.’
.
Caribisch Nederland
De focus van het Filmfonds zal de komende jaren niet alleen liggen op doorstroom van talent. ‘Makers moeten na nationaal of buitenlands succes ook hun weg weer terug kunnen vinden naar de regio’, stelt Den Hamer. ‘We willen daarvoor de financieringsmogelijkheden in de regio goed aan laten sluiten op de nationale regelingen van het Filmfonds – en vice versa. Samenwerking met de talenthubs blijft belangrijk.’
Voor het Letterenfonds geldt leesbevordering als één van de speerpunten voor 2025-2028. In 2024 is hiervoor 1,2 miljoen euro beschikbaar, daarna zijn er structureel extra middelen. ‘In de regeling die we nu ontwerpen, kunnen ook bibliotheken aanvragen en zo wordt ook weer op landelijke spreiding en netwerk ingezet’, zegt beleidsstrateeg Greetje Heemskerk. Geheel in lijn met het advies van de Raad voor Cultuur om Caribisch Nederland naast de provincies een eigen plek in het stelsel te geven, besteden alle rijksfondsen in hun beleidsplannen voor 2025-2028 veel aandacht aan het Caribisch deel van het Koninkrijk. Het betreft hier de landen Aruba, Curaçao en Sint Maarten en Caribisch Nederland, dat bestaat uit de bijzondere gemeenten Bonaire, Sint Eustatius en Saba. Dat is te zien als een inhaalslag, want de Caribische eilanden werden tot nu toe van alle Nederlandse regio’s het slechtst bedeeld door de rijksfondsen. Lokale onbekendheid met subsidieregelingen en het ontbreken van culturele infrastructuur op de eilanden zijn de belangrijkste redenen. Om daar iets aan te doen richtten de fondsen in 2021 een gezamenlijk Verbindingsloket op, in samenwerking met de Stichting Prins Bernhard Cultuurfonds Caribisch Gebied, die al een vertegenwoordiger ter plekke had. De pilot werd in 2023 verlengd, maar het uitblijven van resultaten bracht de fondsen ertoe hun inspanningen te intensiveren.
Het besef dat de omstandigheden in de Cariben erg verschillen van Nederland deed een aantal fondsen hun drempelcriteria herzien. Een contract met een uitgever is namelijk onhaalbaar op een eiland waar er geen zijn en een minimum van tien speelbeurten is onbegonnen werk voor een theatergroep op Bonaire. Het Letterenfonds, dat vorig jaar 24.550 euro uittrok voor het festival Wintertuin Curaçao, heeft sinds 2023 zijn regelingen opengezet voor Papiaments en komt nog dit jaar met een aparte regeling voor de overzeese Koninkrijksdelen. Ook het Stimuleringsfonds heeft een apart budget gereserveerd voor scout nights, met de intentie langdurig aanwezig te zijn, wat volgens Hoofd Subsidies Van Ballegooijen ‘binnen vijf jaar zichtbaar effect moet hebben in de vorm van meer aanvragen’. En het Filmfonds heeft op 15 april jongstleden het loket geopend voor Studio Caribe, een pilot die de ontwikkeling van twaalf lokale filmprojecten stimuleert, waarvan de helft ook wordt gerealiseerd. Het verst gevorderd is het Fonds voor Cultuurparticipatie, dat al jaren werkt met een gelabeld budget voor de eilanden en vorig jaar onder andere activiteiten ondersteunde in het kader van de slavernijherdenking. ‘Dat budget is naar verhouding groter dan in andere regio’s, maar er is ook iets in te halen’, zegt Bul. ‘Sint Maarten ontvangt 115 euro per bewoner tegenover 2,50 euro voor Noord-Holland. Er zijn vier verkenners voor de zes eilanden. Dat moet zorgen voor een lage drempel.’
Aan het formuleren van de plannen voor de Caribische eilanden zijn verkenningen ter plekke en veel gesprekken met lokale stakeholders voorafgegaan. Daaruit kwam onder meer een pleidooi voor helder taalgebruik dat de toegankelijkheid van de fondsen moet vergroten. Maar drempelverlaging en zichtbaar zijn, is nog niet voldoende voor de fondsen. Ze willen ook weten wie ze mogelijk nog níet bereiken in de regio. Het Fonds voor Cultuurparticipatie pakt het nu al gestructureerd aan met het programma Fonds in de regio. De Greeff: ‘Aankomend jaar bouwen we het verder uit tot een doorlopende monitor waarmee we informele netwerken, amateurs en nieuwe genres in een vroeg stadium kunnen detecteren. En als we witte vlekken aantreffen, is dat aanleiding om het gesprek aan te gaan met lokale overheden. Om te kunnen bijdragen aan cultuur in de regio moeten we die regio goed in beeld hebben.’
.
Bekijk hier het volledige artikel op de website van de Boekmanstichting, inclusief voetnoten.
Schrijf je in
voor de nieuwsbrief
Ontvang elke week het belangrijkste nieuws.