Bron

CBS en div

Cao-loonstijging in Cultuur, Sport en Recreatie daalt, maar blijft boven gemiddelde

2 oktober 2025

De cao-lonen in Nederland zijn in het derde kwartaal van 2025 minder hard gestegen dan een jaar eerder.

Deze algemene trend is ook zichtbaar in de bedrijfstak Cultuur, sport en recreatie. Volgens voorlopige cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) stegen de lonen in deze sector met 4,8 procent.

De stijging van de collectieve arbeidsovereenkomst (cao)-lonen over alle bedrijfstakken bedroeg in het derde kwartaal van 2025 gemiddeld 4,6 procent vergeleken met hetzelfde kwartaal een jaar eerder. Dit is de kleinste stijging sinds 2022 en het vierde kwartaal op rij dat de lonen minder hard stijgen dan het voorgaande jaar. De cao-lonen zijn het uurloon inclusief bijzondere beloningen, zoals vakantiegeld.

Ontwikkeling in de Cultuursector

De sector Cultuur, sport en recreatie kende in het derde kwartaal van 2025 een cao-loonstijging van 4,8 procent.
Hoewel deze stijging nog steeds aanzienlijk is, en net boven het landelijk gemiddelde van 4,6 procent ligt, markeert het een duidelijke afname vergeleken met het jaar daarvoor. In het derde kwartaal van 2024 stegen de cao-lonen in de sector Cultuur, sport en recreatie namelijk nog met 6,3 procent.

Algemene context en koopkracht

De tragere stijging van de lonen volgt de trend in bijna alle sectoren. Een jaar geleden, in het derde kwartaal van 2024, bedroeg de gemiddelde loonstijging nog 6,8 procent.
De lonen in de particuliere bedrijven stegen gemiddeld met 4,8 procent in Q3 2025, terwijl de gesubsidieerde instellingen, waartoe veel zorginstellingen behoren, een stijging van 5,1 procent zagen. De sterkste stijging (6,6 procent) was zichtbaar in de sector Informatie en communicatie. De lonen bij de overheid stegen het minst (2,1 procent in het openbaar bestuur en 3,1 procent bij de overheid in totaal).
Volgens Peter Hein van Mulligen, hoofdeconoom bij het CBS, is de huidige stijging van rond de 4 procent nog steeds fors, na “al drie jaar achter elkaar fors te zijn gestegen”. De oorzaak van de nog steeds hoge loonstijging ligt in de combinatie van afspraken met vakbonden en de aanhoudend, zij het minder krappe, arbeidsmarkt.
Ondanks de lagere nominale loonstijging in Q3 2025, gaan werknemers er reëel op vooruit. Gecorrigeerd voor inflatie stegen de cao-lonen in het afgelopen kwartaal met 1,6 procent. De lonen stijgen hiermee harder dan de prijzen, wat duidt op een koopkrachtstijging. Het Centraal Planbureau (CPB) verwacht voor de komende tijd eveneens een koopkrachtstijging.