CBS: Popmuziek heeft grootste daling van bezoeken aan podia, maar blijft belangrijkste podiumkunst
23 december 2021
De Nederlandse professionele podia trokken in 2020 ruim 14 miljoen minder bezoeken dan een jaar eerder. De publieksgebonden inkomsten daalden met 69 procent.
Dat meldt het CBS op basis van cijfers van 327 Nederlandse professionele podia, waaronder de podia aangesloten bij de VNPF en de VSCD.
De podia trokken 5,3 miljoen bezoekers in 2020, ruim 14 miljoen minder dan een jaar eerder. Er waren half zo veel voorstellingen en concerten en de publieksgebonden inkomsten daalden met 69 procent. De daling van de kosten was onvoldoende om de afname van inkomsten te compenseren. Overheidssteun maakte dat de meeste podia hun balans toch positief konden afsluiten.
In 2020 werden de professionele podia door de coronapandemie geconfronteerd met door de overheid opgelegde coronamaatregelen. Deze maatregelen hadden een grote impact op de openstelling van de gebouwen en de zaalcapaciteit en daarmee ook op het aantal voorstellingen en concerten en bezoeken.
In 2019 programmeerden de podia samen nog 54 duizend podiumkunstactiviteiten die bij elkaar 19,4 miljoen bezoeken trokken, een jaar later was dit gedaald naar 25,6 duizend activiteiten en 5,3 miljoen bezoeken. De daling in bezoekersaantallen was het sterkst merkbaar in de popmuziek. In
2019 trokken de popconcerten 7,5 miljoen bezoeken, het jaar daarop werden er 1,8 miljoen geteld.
Professionele podia hebben wel naar alternatieve manieren gezocht om podiumkunstaanbod te presenteren; bijna de helft van alle podia heeft activiteiten aangeboden via streaming. Hoeveel publiek deze activiteiten hebben getrokken is niet bekend.
Daling kosten en inkomsten
Hoewel de professionele podia in 2020 te maken kregen met lagere kosten als gevolg van de gedeeltelijke sluiting of het gedeeltelijk afblazen van optredens, kon dit de terugval aan inkomsten niet helemaal compenseren. De totale lasten liepen met bijna een derde terug. Deze daling was vooral zichtbaar in de directe programmakosten; in 2020 werd in totaal 205 miljoen
euro minder aan de inkoop van voorstellingen en concerten besteed dan in 2019.
De totale opbrengsten namen af tot 663 miljoen euro, een daling van 27 procent. Vooral de publieksgebonden inkomsten lieten een sterke daling zien (69 procent). Ook halveerden de inkomsten afkomstig uit het bedrijfsleven; met name ten gevolge van de beperkingen voor de zakelijke verhuur van ruimten.
Verlies van inkomsten deels gecompenseerd door steunmaatregelen
In alle groottecategorieën bleven de podia over het algemeen in de zwarte cijfers. Lagere publieksinkomsten werden enerzijds gecompenseerd door de verminderde uitgaven en anderzijds
door de bijdragen uit steunmaatregelen. Zo ontvingen professionele podia in 2020 in totaal 119 miljoen euro aan coronasteunmaatregelen van verschillende overheden. Daarvan
bestond ruim de helft uit de generieke noodsteun van de Rijksoverheid. In totaal bestond 18 procent van de alle inkomsten in 2020 uit bijdragen verkregen uit coronasteunmaatregelen.
Van alle toegekende coronasteun ging 68 procent naar de categorie grote podia. Omdat deze podia over het algemeen ook de hoogste personeels- en huisvestingskosten hebben en de meeste inkomsten misliepen, was dit voor hen ook noodzakelijk om met een positief bedrijfsresultaat te eindigen.
Minder werk voor inhuurkrachten
Niet alleen de programmakosten waren lager, ook de personeelskosten van de professionele podia daalden in 2020. Dat is vooral zichtbaar in de groep ingehuurde krachten. Er werden 26 procent minder mensen ingehuurd en het aantal uren waarvoor deze groep werd ingezet liep met 55 procent
terug. Het aantal werknemers in loondienst nam met 14 procent af naar 7,1 duizend. In deze groep daalde het aantal uren minder hard dan het aantal mensen; met 8 procent.
Bronnen
De CBS StatLine cijfers over professionale podiumkunsten zijn ook zichtbaar in tabellen. Bekijk hier cijfers over capaciteit, voorstellingen, bezoekers en regio. Bekijk hier cijfers over werkgelegenheid, baten en lasten.
De Nederlandse podia worden geënquêteerd door het CBS, de Vereniging van Schouwburg- en Concertgebouw Directies (VSCD) en de Vereniging Nederlandse Poppodia en -Festivals (VNPF). Gegevens over festivals en amateurvoorstellingen zijn niet in de cijfers opgenomen.
Bekijk hier meer cijfers van de poppodia in de VNPF publicatie 'Poppodia en -Festivals in Cijfers 2020'.