Bron

https://chrisvankoppen.nl/de-culturele-benchmark-2023/

De culturele benchmark 2023

9 januari 2025

Op verzoek van het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW) doet het CBS al een aantal jaren onderzoek naar de cultuuruitgaven van gemeenten en provincies, gebaseerd op de gemeentelijke en provinciale jaarrekeningen.

De cijfers over 2023 werden onlangs gepubliceerd. Het is een vervolg op eenzelfde onderzoek naar de cijfers over 2017, 2019, 2020 en 2021. Ze geven een goed beeld van het belang dat lokale overheden hechten aan cultuurbeleid. En dat is relevant omdat gemeenten en provincies de belangrijkste investeerders in cultuur zijn, belangrijker dan het Rijk. In 2023 tekenden ze samen voor ruim €2,6 miljard, tegen krap 1 miljard voor cultuur op de Rijksbegroting.

Een positief beeld?

Op het eerste gezicht zouden de cijfers de cultuursector positief moeten stemmen. De cultuuruitgaven van gemeenten waren in 2023 10,1% hoger dan in 2021. De cultuuruitgaven van provincies stegen zelfs met 13,1%. Gecorrigeerd voor de bevolkingsgroei gaat het, zowel bij gemeenten als bij provincies, om een stijging van iets meer dan 8%. Per hoofd van de bevolking namen de gemeentelijke uitgaven toe van €117,71 naar €127,42, de provinciale uitgaven van €18,63 naar €20,68. Maar het CBS stelt vast: deze verhoging houdt geen gelijke tred met de inflatie. Die beliep ten opzichte van 2021 ruim 14%. Het aandeel van cultuur in de gemeentelijke begrotingen kalft langzaam af: van 3,2% in 2017 en 2019 via 3,1% in 2020 en 2021 naar 3% in 2023. En dat ondanks het feit dat de gemeentelijke cultuurbaten fors gestegen zijn en zich weer bevinden op het niveau van 2019, voor de coronacrisis.[1]

De rol van de gemeenten

Gemeenten zijn in ons cultuurbestel dus de belangrijkste financier. Maar niet alle gemeenten dragen in dezelfde mate bij. In grote lijnen: hoe groter een gemeente hoe hoger de cultuurbegroting en, belangrijker, hoe hoger het bedrag dat een gemeente per hoofd van de bevolking aan cultuur besteedt.

Lees hier verder