‘Door kunst en cultuur stap je in een andere wereld’
30 september 2021
Neurobioloog en arts Dick Swaab ziet in kunst en cultuur kansen om je hersenen te verrassen. Waarmee je dat het beste doet, is voor ieder brein anders.
In gesprek over de kunst van het onderzoeken, sociale verschillen en creativiteit in coronatijd.
Wanneer je hersenonderzoeker Dick Swaab vraagt naar kunst en cultuur op de werkvloer, denkt hij meteen aan sigarettenmerk Peter Stuyvesant. ‘In de jaren en zestig en zeventig hing in het kantoor van die organisatie kunst aan de muur,’ herinnert Swaab zich. ‘Dat maakt de werknemers vast creatiever, was het idee. Dat was iets totaal nieuws.’ Toch plaatst Swaab een kanttekening bij die gedachte. ‘Of een omgeving vol kunst je ook daadwerkelijk creatiever maakt, is een uitdaging om te onderzoeken,’ legt hij uit. ‘Je zou een vergelijking kunnen maken tussen vergelijkbare werknemers die wel en geen kunst om zich heen hebben. Ook is het belangrijk te blijven bedenken dat niet alle kunstvormen voor iedereen weggelegd zijn. De abstracte kunst die op het kantoor van Peter Stuyvesant werd opgehangen, viel lang niet bij iedereen in de smaak.’
Elk brein anders
Ieder brein is ook anders. Dat is het speerpunt van Dick Swaab (1944), de neurobioloog die bekendheid vergaarde als expert op het gebied van onze hersenen. Hij schreef er meerdere bestsellers over: Wij zijn ons brein in 2010, gevolgd door Ons creatieve brein in 2016. Als emeritus hoogleraar in aan de Universiteit van Amsterdam houdt hij zich nog steeds graag bezig met onderzoek in het Herseninstituut; hij leidt ook een onderzoeksgroep in China die zich met hersenonderzoek bezighoudt.
‘Ons brein ontwikkelt zich op basis van onze genen in combinatie met alles waaraan we worden blootgesteld,’ aldus Swaab. ‘Dat zorgt ervoor dat zelfs tweelingen, die met identieke genen aan het leven beginnen, toch verschillende persoonlijkheden, kwaliteiten en voorkeuren ontwikkelen. Daardoor reageert iedere persoon weer anders op dat wat je aanbiedt. Dat geldt ook voor kunst, in al haar vormen en maten. Dat geldt bijvoorbeeld ook voor mijn zus en ik: zij houdt enorm van abstracte kunst, terwijl ik er weinig mee heb.’
Voor velen was de afgelopen tijd een cultuurarme periode: musea, theaters en concertzalen moesten hun deuren sluiten. In die zin was het een periode van weinig creatieve stimulatie, zou je denken. Toch ziet Swaab juist ook dat er in die tijd veel moois ontstaan is. ‘Ons brein heeft tijdens de coronacrisis een enorme creatieve boost gekregen. Doordat ons leven zo radicaal veranderden, werden we gedwongen anders te denken. We deden nieuwe uitvindingen, maakten verrassende filmpjes, bedachten de meest spitsvondige grappen.’
Tegelijkertijd liet al die creativiteit zien dat we die op andere plekken in ons leven, zoals in ons werk, juist minder goed kwijt konden. Swaab: ‘We zagen hoe verschillend mensen reageerden op thuiswerken: voor de meer zelfstandige werknemer was het hemels, terwijl socialer ingestelde collega’s het juist lastig vonden.’
Sociale component
Ook bedrijfsuitjes zoals gezamenlijk naar een concert of musical zaten er even niet in. Met name het sociale aspect van zulke bijeenkomsten werd door mensen gemist, zag Swaab. ‘Het is altijd spannend voor een grote groep mensen een culturele activiteit op te zetten. Niet iedereen raakt nu eenmaal door hetzelfde geïnspireerd. Voor wie wel geraakt wordt, is zo’n uitje een mooie manier om bestaande patronen te doorbreken en inventief te denken – eigenlijk zoals de coronacrisis ons ook leerde doen.’
Toch vallen we waarschijnlijk vrij snel terug in oude gewoontes, vermoedt Swaab. ‘Zo werkt ons brein nu eenmaal. Wij mensen kunnen ons goed aanpassen aan plotselinge veranderingen. Dat is wat ons zo’n bijzondere diersoort maakt: wij hebben veel extra hersenweefsel, dat we kunnen gebruiken voor zaken buiten onze standaard lichaamsfuncties om. Dat geeft ruimte voor flexibiliteit en creativiteit. Dat betekent dat we ons goed kunnen aanpassen, maar ook snel weer kunnen terugschieten in oude patronen.’
Zelf gooide Swaab zijn schema het afgelopen anderhalf jaar ook om. ‘Slechts de helft van de werkgroep van promovendi die ik begeleid, mocht naar het instituut komen,’ vertelt hij. ‘Daarop besloten we twee shifts te maken: eentje van negen tot drie en eentje van drie tot negen, verspreid over alle dagen van de week inclusief het weekend. Dat betekende dat ik ’s ochtends de tijd had om ongestoord aan manuscripten te werken, terwijl ik ’s middags alle tijd had voor mijn promovendi. Ik verwacht dat ik die nieuwe gewoonte na deze crisis blijf voortzetten: het bevalt me erg goed. Zo zie je dat het wel degelijk goed is om bestaande patronen te doorbreken. Het is ook de reden dat we onze onderzoekers voor de helft van de tijd naar het buitenland sturen: daar doen ze nieuwe ervaringen op en leren ze op een andere manier denken.’
Cultureel dier
Swaab miste met name de activiteiten die zich niet door een digitaal alternatief lieten vervangen. ‘Met mijn onderzoeksgroep in China was het contact lastig. Normaal gesproken vlieg ik daar een keer of vier per jaar naartoe. De afgelopen tijd konden we niet samen door een microscoop kijken. Zulke bijeenkomsten zorgden ook altijd voor nieuwe ideeën. Ik hoop dat dat snel weer kan.’
Is Swaab zelf een cultureel dier? ‘Normaal gesproken ga ik graag naar het museum. Ook ga ik iedere zondagochtend met mijn vrouw naar de film. Dat heb ik tijdens de coronaperiode enorm gemist. Zulke culturele activiteiten zorgen ervoor dat je alles even naast je neerlegt en alleen bezig bent met wat je op dat moment ervaart. Kunst en cultuur transporteren je als het ware naar een andere omgeving. Ook als je niet enorm van cultuur houdt, kan dat nog steeds een waardevolle ervaring zijn.’
Wat zou hij adviseren aan werkgevers die graag aan de slag willen met kunst en cultuur op de werkvloer? ‘Denk niet dat je met één cultureel uitje al je werknemers blij kunt maken. Daarvoor is iedereen te verschillend. Zoek samen met hen uit waarmee je hen een plezier doet: vraag ze wat ze leuk vinden. Leg ze vooral niets op: breng je werknemers samen op basis van de gezelligheid en zie het als een mooie bijvangst als ze ook nog geïnspireerd raken door wat ze ervaren.’