Bron

Rijksoverheid

Eerste evaluatie: Omgevingswet werkt, maar wordt nauwelijks benut

25 april 2025

De eerste officiële evaluatie van de Omgevingswet schetst een kritisch beeld.

Volgens de evaluatiecommissie is de wet op papier in werking, maar in de praktijk blijft de beoogde integrale werkwijze grotendeels uit. Ook de beloofde voordelen, zoals tijdwinst en een soepeler vergunningentraject, blijken tot dusver niet waargemaakt.

In het reflectierapport “In werking, maar onderbenut” stelt de commissie vast dat veel gemeenten blijven vasthouden aan een klassieke, ruimtelijke benadering en moeite hebben om andere domeinen, zoals het sociale of economische, mee te nemen in hun omgevingsbeleid. Ook ontbreekt het veel ambtenaren aan tijd en capaciteit om initiatiefnemers goed te begeleiden in het complexe nieuwe stelsel.

Meer werkdruk, weinig versnelling

Gemeenten ervaren volgens de commissie vooral een stijgende werkdruk. De overstap naar de nieuwe werkwijze vraagt tijd, terwijl er al sprake is van personeelstekorten. Bovendien blijken veel processen, zoals het voorafgaand overleg via zogenoemde ‘omgevingstafels’, eerder te leiden tot vertraging dan versnelling.

Een opvallende ontwikkeling is het massale gebruik van BOPA’s – vergunningen voor activiteiten die (nog) niet in een vastgesteld omgevingsplan passen. Waar dit aantal in 2023 nog beperkt bleef, werden er in het eerste kwartaal van 2025 al ruim 1.800 BOPA’s afgegeven. Volgens de commissie is het zorgwekkend dat gemeenten hierdoor een grote ‘administratieve schuld’ opbouwen: al deze BOPA’s moeten vóór 2032 alsnog worden opgenomen in een aangepast omgevingsplan.

Vooral geschikt voor tijdelijk en kleinschalig

Tot nu toe gaat het bij de meeste BOPA’s om relatief eenvoudige of tijdelijke activiteiten, zoals kleine verbouwingen of evenementen. Maar de commissie waarschuwt dat als er meer complexe aanvragen komen — denk aan woningbouw of functiewijzigingen — de druk op gemeenten fors zal toenemen. Regeringscommissaris Omgevingswet Kars de Graaf waarschuwde eerder al dat de BOPA geen structurele oplossing mag worden.

Digitale infrastructuur hapert

Ook het digitale systeem (DSO) dat gemeenten en initiatiefnemers zouden moeten ondersteunen, functioneert onvoldoende. Veel gemeenten vinden het systeem niet gebruiksvriendelijk, en voor inwoners is het moeilijk te gebruiken. De zogeheten “Regels op de Kaart” zijn niet goed toegankelijk en het is bijvoorbeeld niet mogelijk om een overzicht per locatie te printen.

Tegelijkertijd loopt begin 2026 de tijdelijke overgangsregeling (TAM) af, waar nog altijd twee derde van de gemeenten gebruik van maakt. De overstap naar het volledige gebruik van het DSO roept zorgen op, al stelt het ministerie dat er voldoende ondersteuning is om dit soepel te laten verlopen.

Waarom is dit mogelijk van belang voor VNPF-leden?

Voor organisatoren van festivals en evenementen kunnen de knelpunten in de uitvoering van de Omgevingswet directe gevolgen hebben. Veel gemeenten zijn onzeker over de nieuwe regels en werken met tijdelijke vergunningconstructies zoals de BOPA. Zeker bij festivals op tijdelijke locaties of in natuurgebieden kan dit leiden tot vertraging, onduidelijkheid of extra administratieve lasten.

Bovendien bemoeilijken technische beperkingen in het digitale systeem de communicatie tussen aanvragers en gemeenten. Voor festivals die met ruimtelijke of tijdelijke vergunningaanvragen te maken hebben, is het daarom belangrijk om op de hoogte te blijven van de lokale uitvoering van de wet.