Bron

Div

Fair Pay dichterbij. Meerkosten van Fair Pay in de culturele sector 2022

16 november 2023

Op 15 november 2023 ontving demissionair staatssecretaris van Cultuur en Media Gunay Uslu het rapport 'Fair Pay dichterbij. Meerkosten van Fair Pay in de culturele sector, 2022'

Deze rapportage is gedaan door bureau PPMC Economisch Advies in opdracht van Kunsten '92. Het onderzoek belicht de meerkosten bij meerjarige subsidiëring door het rijk en rijkscultuurfondsen, inclusief meerkosten binnen projectmatig gesubsidieerde deelsectoren zoals film, cultuurparticipatie en overig.

Ontdek hier direct het onderzoeksrapport.

De overhandiging aan staatssecretaris Uslu vond plaats tijdens het slot van de Algemene Ledenvergadering van Kunsten ’92, door Marianne Versteegh, voorzitter van de begeleidingscommissie van het onderzoek.

Het onderzoek dat er nu ligt maakt de meerkosten transparant bij meerjarig door het rijk en door de Rijkscultuurfondsen gesubsidieerde instellingen. Ook is er voor het eerst naar de meerkosten van de door de Rijkscultuurfondsen projectmatig gesubsidieerde deelsectoren gekeken, zoals film, cultuurparticipatie en overig.

Achtergrond

(volgens Kunsten ’92)

Staatssecretaris Gunay Uslu heeft in haar Meerjarenbrief ‘De kracht van creativiteit’ laten weten “extra middelen voor Fair Pay in te willen zetten waarbij het belangrijk is om eerst een goed beeld te hebben van de mate waarin beloning in bepaalde sectoren achterblijft.” In de Meerjarenbrief verwijst de staatssecretaris naar één van de onderzoeken die eerder op landelijke schaal is uitgevoerd naar de toepassing van de Fair Practice Code en in het bijzonder Fair Pay. Kunsten ’92 heeft daarom PPMC Economisch Advies gevraagd een landelijk vervolgonderzoek uit te voeren naar de minimale meerkosten van Fair Pay voor culturele instellingen met een meerjarige subsidie van het Rijk of de Rijkscultuurfondsen. Ook is onderzoek gedaan naar de minimale meerkosten voor projectsubsidies van de Rijkscultuurfondsen.

Al in 2017 werd door de SER en de Raad voor Cultuur aandacht gevraagd voor de noodzaak van versterking van de arbeidsmarkt in de culturele en creatieve sector in het Advies Passie gewaardeerd; de urgentie is alleen maar sterker geworden in de afgelopen jaren. De Commissie Regulering van Werk (Commissie-Borstlap) heeft de werking van de huidige arbeidsmarkt onderzocht, voor werk nu en in de toekomst, voor werkenden, bedrijven en de samenleving als geheel en de SER heeft een breed arbeidsmarktadvies uitgebracht. Sindsdien zijn er stappen gezet in de Arbeidsmarktagenda, en heeft de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid een wetgevingsprogramma opgestart gericht op onder meer betere betaling en meer bestaanszekerheid. Dit zijn ook centrale thema’s voor de Tweede Kamerverkiezingen.

Hoe past dit onderzoek binnen de Fair Practice Code? Fair Pay is één van de drie principes van de Fair Practice Code – naast Fair Share en Fair Chain – en in feite is het onderzoek een resultaat van de toepassing van de Fair Practice Code. De Fair Practice Code dient als leidraad voor een toekomstbestendige culturele en creatieve sector en gaat uit van de waarden solidariteit, diversiteit, vertrouwen, duurzaamheid en transparantie.

Het onderzoek Fair Pay dichterbij. Meerkosten van Fair Pay in de culturele sector, 2022 is er nu, met grote dank aan het grondige werk van de onderzoekers en aan de begeleidingscommissie om dit binnen een relatief kort tijdbestek voor elkaar te krijgen.

Aanpak

Het onderzoek dat er nu ligt maakt de meerkosten transparant bij meerjarig door het rijk en door de rijkscultuurfondsen gesubsidieerde instellingen. Het betreft acht onderzochte deelsectoren, te weten: meerjarig gesubsidieerde dans; meerjarig gesubsidieerd theater; meerjarig gesubsidieerd muziektheater; meerjarig gesubsidieerde muziek; meerjarig gesubsidieerde jeugdpodiumkunsten; meerjarig gesubsidieerde festivals; meerjarig gesubsidieerde musea; meerjarig gesubsidieerde beeldende kunst en creatieve industrie. Ook is er voor het eerst naar de meerkosten van de door de Rijkscultuurfondsen projectmatig gesubsidieerde deelsectoren gekeken, zoals film, cultuurparticipatie en overig.Het onderzoek heeft zowel betrekking op personeel in loondienst als op zzp’ers en andere inhuur, en omvat zowel tekortschietende betalingen als de kosten van onbetaald structureel overwerk. De cijfers in het rapport hebben betrekking op het kalenderjaar 2022 en berusten dus op het loon- en prijspeil van 2022. De onderzoekers hebben nog geen uitkomsten van ketentafels kunnen doorrekenen. Kostenstijging door inflatie en materiële kostenstijgingen of veranderende arbeidsmarktwetgeving zijn niet meegenomen. Wel is berekend wat de meerkosten zijn om fair pay geïndexeerd in te voeren per 1 januari 2025.

Resultaten

De uitkomsten laten zien dat culturele organisaties de afgelopen jaren stappen hebben gezet om Fair Pay te realiseren. Vergeleken met 2019 zijn de relatieve meerkosten van meerjarig gesubsidieerde organisaties gedaald van 4,1% naar 2,7%. Goede voorbeelden zijn de richtlijn kunstenaarshonoraria, het loon- en functiegebouw voor de presentatie-instellingen, de CAO voor muziekensembles en de Wet Arbeidsmarkt in Balans. De grootste knelpunten zitten bij muziek, festivals, beeldende kunsten en creatieve industrie. Met name bij kleinere organisaties met veel zzp’ers is een grote inhaalslag noodzakelijk.

De meerkosten die in dit onderzoek inzichtelijk worden gemaakt, voor rijksgesubsidieerde instellingen en -projecten, zijn € 29,2 miljoen. De meerkosten voor deze onderzochte deelsectoren passen hiermee vooralsnog binnen het budget dat de staatssecretaris hiervoor beschikbaar heeft gesteld. Hierbij moeten wel de meerkosten voor indexatie per 2025 worden opgeteld, wat de meerkosten in totaal op minimaal € 34,5 miljoen brengt voor de onderzochte deelsectoren.

Kunsten ’92 ziet het bedrag dat wordt genoemd in het onderzoek als referentiebedrag. Duidelijk is ook dat dit bedrag niet allesomvattend is voor de gehele culturele en creatieve sector. Daarom hebben we verschillende aandachtspunten.

Aandachtspunten

Ondanks het positieve feit dat nu inzicht is verkregen in de meerkosten bij de onderzochte sectoren heeft Kunsten ’92 verschillende zorgen:

 

  1. De kostenstijgingen en indexatie zijn nog niet meegenomen voor de komende jaren. De zorg is dat de budgetten ook na 2025 op orde blijven. De deels onvoorziene kostenstijgingen voor bijvoorbeeld inhuur van technisch personeel, energiekosten, arbeidsmarktwetgeving en inflatie zijn niet in het onderzoek meegenomen.
  2. In het rapport wordt vastgesteld dat betaling in de culturele en creatieve sector achterblijft bij andere sectoren. Bestaande CAO’s en regelingen (die de onderzoekers hebben gebruikt als basis voor de berekeningen) zullen in een behoorlijk aantal gevallen vóór 2025 opnieuw moeten worden getoetst aan Fair Pay.
  3. De culturele en creatieve sector kent ook financiering door private partijen en stakeholders, en door gemeenten en provincies. De meeste meerkosten zitten bij de kleine instellingen. En juist deze organisaties worden vaak gefinancierd door gemeenten. Zonder Faire bijdragen van provincies en gemeenten, blijft Fair Pay een vergezicht. Dit geldt ook voor deelsectoren waar juist private partijen en stakeholders in de keten belangrijke financiers zijn van projecten, zoals in de filmsector.
  4. De financieringssystematiek voor gemeenten en provincies, baart ons zorgen. De onzekerheid en mogelijke achteruitgang van het gemeente- en provinciefonds heeft consequenties voor de sector. De recent hierover aangenomen moties van Nijboer en De Jong geven weliswaar hoop, maar bieden nog geen zekerheid voor voldoende middelen voor gemeenten en provincies. Eerlijke betaling met gelijkblijvend budget is de facto niet mogelijk.
  5. De hoogte van de meerkosten voor de niet (volledig) onderzochte sectoren binnen de culturele en creatieve sector is nog niet vastgesteld. Een doorrekening van de uitkomsten van de individuele ketentafels en het duiden van het overkoepelende beeld dat hierbij ontstaat is een logische volgende onderzoekstap.
  6. Stabiele indexatie. Het rapport laat goed zien dat stabiele en consequente toekenning van loon- en prijscompensatie onmisbaar is voor een goed functionerende arbeidsmarkt in de culturele sector.

Noodzakelijke stap

Wat Kunsten ’92 betreft is het voorliggende onderzoek een belangrijke en noodzakelijke stap om tot eerlijke betaling in de hele culturele en creatieve sector te komen. Een stap in het verkrijgen van inzicht in meerkosten, ‘transparantie’ in eerlijke betaling van rijks- en projectmatig gefinancierde instellingen en producties. Het onderzoek is aanvullend op onderzoeken die al eerder zijn uitgevoerd bij een viertal gemeenten. Deze onderzoeken en andere lokale/regionale initiatieven hebben slechts bij enkele gemeenten geleid tot het beschikbaar stellen van extra middelen om eerlijke betaling mogelijk te maken.

Hoe nu verder?

Na deze noodzakelijke stap is meer nodig, namelijk dat gesubsidieerde instellingen en project gefinancierde instellingen, bedrijven, makers en festivals door provincies en gemeenten ook over kunnen gaan tot eerlijke betaling. Volgens de VNG moet het nieuwe kabinet voor de gemeentelijk component minimaal € 68,2 miljoen vrij maken. Aanvullend onderzoek moet uitwijzen of dit toereikend is en wat bij provincies nodig is.

Parallel aan het bovenstaande moeten arbeidsmarkt-vraagstukken worden doorontwikkeld: investeren in de ketenpartners (zoals de publieke omroep), het continueren van deelsectorale ketentafels, het verder ontwikkelen van eerlijke betaling via onder andere het Fair Practice Lab en het borgen van uitkomsten.

Richtlijnen en convenanten die op de ketentafels van fairPACCT worden ontwikkeld kunnen een belangrijke bijdrage leveren aan het tot stand komen van betere arbeidsvoorwaarden en eerlijke betaling in de sector. Daarbij is ondersteuning noodzakelijk. Stimuleringsmaatregelen zoals de suppletieregeling voor toepassing van de richtlijn kunstenaarshonoraria van het Mondriaanfonds maken uitvoering van die regeling mogelijk. Met name ook om de achterstanden in de beeldende kunst weg te werken, is het van groot belang dat deze regeling na 2024 wordt voortgezet. Naar de uitkomsten van de andere ketentafels wordt uitgezien omdat dit een basis is voor inzicht in aanvullende meerkosten in de gehele keten om tot Fair Chain te komen. Laat cultuurfondsen (ook de private) inzetten op instrumentarium dat ook kleinere instellingen en zzp’ers beter in staat stelt de Fair Practice Code toe te passen. Daarbij zijn het Fair Practice Lab en de in ontwikkeling zijnde kostencoach (werktitel) belangrijke instrumenten. Roep ook andere private en commerciële partijen op Fair Pay staande praktijk te maken.

Ook is aandacht voor betrouwbare data belangrijk. Het onderzoek heeft veel tijd gekost als gevolg van gebrekkige informatie. Goede en controleerbare gegevens zijn randvoorwaardelijk om als sector te kunnen functioneren en bijsturen, waar nodig.