Bron

SER

Herziening van de SER-richtlijn voor de werk-privébalans

19 december 2023

Herziening van de SER-richtlijn voor de werk-privébalans

Werknemers kunnen moeite hebben om een gezonde balans tussen werk en privé te bereiken en behouden.

Daardoor lopen ze risico om overbelast te raken en te verzuimen. De Sociaal-Economische Raad heeft een nieuwe richtlijn werk-privébalans gepubliceerd. Door het nemen van maatregelen op verschillende niveaus hebben werkgevers meer mogelijkheden om te voorkomen dat werknemers uitvallen.

Om de Arbo-professional te ondersteunen bij de preventie van klachten bij werknemers door een verstoorde werk-privébalans, heeft de Sociaal Economische Raad (SER) een nieuwe richtlijn gepubliceerd. Aan de richtlijn werk-privébalans hebben vier organisaties meegewerkt, waaronder de Nederlandse Vereniging voor Arbeids- en Bedrijfsgeneeskunde (NVAB) en de Beroepsvereniging Arbeids- en organisatiedeskundigen (BA&O). De ‘multidisciplinaire preventieve richtlijn’ moet Arbo-deskundigen handvatten geven bij het adviseren aan werkgever en werknemers over maatregelen om een gezonde werk-privébalans te bereiken en te behouden.

Fysieke en mentale klachten

Als deze balans verstoord is, kunnen werknemers last krijgen van allerlei fysieke en mentale klachten, wat uiteindelijk tot stress en verzuim kan leiden. Hoewel de invloed van het privéleven op het werk groot kan zijn, gaat de richtlijn vooral in op maatregelen die in de werksfeer genomen kunnen worden. Dit is immers het domein waarin de werkgever mogelijkheden heeft om invloed uit te oefenen.
De richtlijn is op een aantal punten herzien. Zo zijn er nieuwe instrumenten toegevoegd om een verstoorde werk-privébalans op een betrouwbare manier te meten en zijn er nieuwe interventies mogelijk.
Ook is er meer aandacht voor het herkennen van een verstoorde werk-privébalans (artikel) bij thuiswerkers en de aanpak daarvan. Tot slot geeft de richtlijn aanbevelingen voor de preventie van een disbalans op basis van de risicoinventarisatie en -evaluatie (RI&E), zoals de inzet van het periodiek arbeidsgezondheidskundig onderzoek (PAGO) of preventief medisch onderzoek (PMO)

Risico van disbalans hoort thuis in de RI&E

Het risico van een verstoorde werk-privébalans hoort thuis in de RI&E en maatregelen in het bijbehorende plan van aanpak. Beoordeel of er voldoende aandacht is voor de volgende zaken:

Psychosociale arbeidsbelasting (PSA) in het werk. Ongewenst gedrag op de werkvloer valt hieronder, maar ook werkdruk. PSA kan leiden tot stress.
Maatregelen in het plan van aanpak voor de preventie van een verstoorde werk-privébalans en of daarbij de arbeidshygiënische strategie (artikel) is toegepast. De arboprofessional kijkt eerst of maatregelen bij de bron mogelijk zijn.
Afwijkende arbeidsomstandigheden bij thuiswerken die van invloed kunnen zijn op de werk-privébalans.

Maatregelen op verschillende niveaus

Werknemers die in gezonde en veilige arbeidsomstandigheden werken en voldoende werkplezier ervaren, kunnen beter omgaan met de druk die kan ontstaan door de combinatie van werk en privé. De preventieve maatregelen in het werk moeten erop gericht zijn de werknemer te voorzien van voldoende middelen en mogelijkheden om aan de eisen van werk- en privéleven te voldoen.

Daarnaast spelen persoonlijke hulpbronnen een rol. Hoe meer de werknemer een beroep op persoonlijke hulpbronnen kan doen, des te beter hij kan omgaan met die eisen. De werkgever kan maatregelen nemen op verschillende niveaus:

Maatregelen op organisatieniveau

  • De invoering van flexibel werken, zodat werktijden kunnen worden aangepast aan verplichtingen buiten het werk.
  • Resultaatgericht werken, waarbij het werk beoordeeld wordt op output en niet op aanwezigheid op de werkvloer.
  • Zelfroostering (bieden van autonomie) en aanpassingen in ploegendiensten (gezond roosteren).

Maatregelen op het niveau van de individuele werknemer

  • Begeleiding gericht op ‘werk-privéverrijking’, bijvoorbeeld door een psycholoog. De werknemer leert zijn hulpbronnen op het werk te herkennen, bijvoorbeeld de opgedane expertise, en hoe hij die ook in de privésituatie kan toepassen.
  • Aanbieden van mindfulnesstrainingen.
  • Aanbieden van leefstijltrainingen, vooral belangrijk voor onder andere werknemers die nachtwerk doen en voor werknemers die in ploegendiensten werken.

Flexibel roosteren en OR

Flexibel roosteren valt onder een ‘arbeids- en rusttijdenregeling’ (infographic) in de Wet op de ondernemingsraden. Een werkgever moet bij de invoering van flexibel roosteren daarom rekening houden met de ondernemingsraad (OR), die instemmingsrecht heeft op de vaststelling, wijziging of intrekking van zo’n regeling.

Apart deel over thuiswerken

De richtlijn werk-privébalans bevat een apart deel dat over thuiswerken (tool) gaat. De persoonlijke thuissituatie heeft invloed op de manier waarop de werknemer de verstoring van de werk-privébalans ervaart. Woont iemand alleen of samen, zijn er schoolgaande kinderen, is er sprake van mantelzorg? Daardoor kan bij het nemen van maatregelen maatwerk nodig zijn. De werkgever moet dit onderzoeken in een persoonlijk gesprek met de werknemer.

De arboprofessional kan bij thuiswerken adviseren de volgende maatregelen te nemen:

  • Teams kunnen afspreken de lunchpauzes verplicht te blokken en weg te gaan van de werkplek. Zo kan iedereen bijvoorbeeld een lunchwandeling maken.
  • Overlegvrije dagen in de agenda vastleggen.
    Een maximumduur stellen aan online overleg en verplichte rustpauzes tussen de overleggen invoeren.
  • Alleen overleg inplannen tussen 10.00 uur en 15.00 uur.
  • Afspraken maken over bereikbaarheid en bespreken welke verwachtingen werknemers daarover hebben.
  • Webinars aanbieden over de inrichting van de thuiswerkplek en het belang van een goede werkhouding.
  • E-learnings aanbieden over gezond thuiswerken, met een vaste procedure afstand nemen van de werkdag en het belang van voldoende bewegen.

Beleid gericht op een goede werk-privébalans

De diverse kerndeskundigen, zoals de bedrijfsarts, kunnen de richtlijn gebruiken om de werkgever te adviseren bij het opstellen en uitvoeren van beleid gericht op een goede werk-privébalans. In de richtlijn staan indicatoren die laten zien hoe een disbalans gemeten kan worden en welke interventies mogelijk zijn bij een dreigende verstoring. Dat moet leiden tot een vermindering van stressgerelateerde klachten die zich bij een verstoorde werk-privébalans kunnen voordoen.

Ook kan de bedrijfsarts adviseren over maatregelen, om te zorgen dat een goede balans onder veranderde omstandigheden ook goed blíjft. Bij werknemers met stressklachten kunnen ook andere zaken spelen die de gezondheid beïnvloeden, zoals overmatig alcoholgebruik. Belangrijk is dan dat de werkgever contact van de werknemer met de bedrijfsarts aanmoedigt. Die kan eventueel ook naar andere deskundigen doorverwijzen.

Leg ruimte voor maatwerk vast in personeelsreglement

Als een werkgever werknemers naast algemeen beleid ook maatwerk wil bieden om werk en prive te kunnen combineren, doet hij er goed aan om dit zwart-op-wit te zetten, bijvoorbeeld in het personeelsreglement (artikel). Hij noemt dan in het algemene beleid waar er ruimte is voor maatwerk.

Het is niet verstandig om alles in detail uit te werken; dan is het immers geen maatwerk meer. De werkgever zet bijvoorbeeld in het reglement welke flexibiliteit hij kan bieden en hoe werknemers kunnen aangeven dat ze daar behoefte aan hebben.

Ook is het belangrijk dat de voorwaarden en beperkingen erin staan. Het mag niet zo zijn dat aanpassingen en maatregelen voor werknemers negatieve gevolgen hebben voor de organisatie of collega’s. Een werkgever moet ook de gelijke behandeling in de gaten houden: biedt hij in een bepaalde situatie maatwerk, dan hoort hij dat mogelijk in een toekomstige, vergelijkbare situatie ook te doen

Rol van leidinggevenden

Speciale aandacht moet volgens de richtlijn gaan naar de rol van leidinggevenden (artikel) bij de preventie. Zij spelen een sleutelrol bij het bevorderen van de werk-privébalans van werknemers en ze zouden zich daar bewuster van moeten zijn.

Ook zijn ze de eerst aangewezenen om de signalen van dreigende overbelasting te herkennen. Vooral bij thuiswerkers is dit belangrijk en dit vraagt dan ook om een extra investering. Het is lastig op afstand te beoordelen hoe het met de werknemer gaat, dus is het extra belangrijk dat de relatie goed is en dat er regelmatig contact is.