creativesunite.eu
Het culturele werkgebied in Europa in 2024
26 november 2025
In 2024 was de culturele werkgelegenheid goed voor 3,8% van de totale werkgelegenheid in de EU (7,9 miljoen mensen), variërend van een minimum van 1,6% in Roemenië tot een maximum van 5,3% in Nederland.
Over het geheel genomen was het aandeel van werkgelegenheid in de culturele sector in westerse en noordelijke EU-landen hoger dan in oostelijke en zuidelijke EU-landen. De culturele werkgelegenheid in de Europese Unie is de afgelopen jaren constant gegroeid en herstelde zich sterk na de verstoring veroorzaakt door de COVID-19-pandemie.
In 2019 bood de sector werk aan meer dan zeven miljoen mensen; na een tijdelijke daling in 2020 steeg de werkgelegenheid tot 7,4 miljoen in 2021, 7,7 miljoen in 2022 en bereikte 7,9 miljoen in 2024. Deze groei heeft ervoor gezorgd dat het aantal banen in de culturele sector ongeveer 3,7–3,8% van de totale beroepsbevolking van de EU blijft.
Volgens de statistieken van Eurostat zijn er positieve feiten om op te merken: de balans tussen gender in de sector is op het meest evenwichtige punt ooit geregistreerd, met slechts een klein verschil tussen het aantal mannen en vrouwen dat werkzaam is. Aan de andere kant blijven langdurige structurele kwetsbaarheden bestaan. Een groot deel van de beroepsbevolking in de sector is zelfstandig of werkzaam bij kleine organisaties, wat de blootstelling aan onzeker werk, onstabiele contracten en beperkte toegang tot sociale bescherming vergroot. Het herstel en de groei zijn ook ongelijk over de EU-lidstaten, waarbij sommige landen een snelle uitbreiding laten zien en andere achterblijven.
Vaste banen en werk met één functie
Minder uitgesproken verschillen tussen totale en culturele werkgelegenheid betroffen de vastheid van banen en het hebben van slechts één functie. In 2024 was de werkzekerheid 5 procent lager voor culturele werkgelegenheid (81,9%) dan voor totale werkgelegenheid (87,1%). De laagste percentages vaste banen in culturele sectoren werden waargenomen in Nederland (68,9%) en Frankrijk (71,2%).