Bron

NRC

Hoe beoordeel je of een kunstorganisatie voldoende divers is?

11 april 2023

Culturele organisaties in de Basisinfrastructuur (bis) worden in de volgende subsidieperiode streng gehouden aan de code Diversiteit & Inclusie. Maar hoe meet je dat? En wat betekent dit voor de artistieke vrijheid?

De drie codes voor de culturele sector voor fair practice, good governance en Diversiteit & Inclusie moeten in de volgende cultuurnota-periode 2025-2028 „volledig geïncorporeerd” zijn, schrijft staatssecretaris Gunay Uslu (Cultuur) in december aan de Raad voor Cultuur. In diezelfde brief vroeg ze de raad: adviseer mij over de manier waarop dit getoetst kan worden. Dat is geen eenvoudige vraag, want wanneer zijn de codes ‘volledig geïncorporeerd’, welke maatstaven gaat de raad daarvoor adviseren? Percentages, aantallen, inspanning, een goed verhaal?

Vooral ingewikkeld, ook volgens de Raad voor Cultuur zelf, is de beoordeling wanneer de code Diversiteit & Inclusie goed genoeg is toegepast. Uit zijn advies van vorige week over de komende subsidieperiode blijkt in ieder geval dat de codes centraal komen te staan: ze worden meegewogen bij alle vier de subsidiecriteria. Dat betekent dat toepassing van de code Diversiteit & Inclusie óók relevant wordt voor het eerste, en volgens velen belangrijkste subsidiecriterium: artistiek/inhoudelijke kwaliteit. Dat roept vragen op bij NRC-journalist Elsje Jorritsma.

Klik hier om haar antwoorden op onderstaande vragen te lezen.

1 Werd toepassing van de code Diversiteit en Inclusie in de vorige cultuurnota-periode niet meegewogen bij de beoordeling van artistieke kwaliteit?

2 Wat is relevante diversiteit voor een organisatie die rijkssubsidie krijgt?

3 Betekent dit dat organisaties in stedelijke regio’s, waar de bevolking cultureel zeer divers is, dezelfde culturele diversiteit moeten weerspiegelen in hun projecten?