Bron

nu.nl

Loonstijging zwakt af: ‘Tijd van percentages 6 tot 8 procent voorbij’

7 november 2024

De gemiddelde loonstijging is in oktober verder afgezwakt.

Bedrijven maken zich grote zorgen over de economische onzekerheid, geopolitieke spanningen en oplopende kosten. Forse loonsverhogingen zijn dan ook vrijwel niet aan de orde. In juli en augustus was nog sprake van een opleving, maar sindsdien stijgen de lonen minder hard. De loonstijging kwam afgelopen maand uit op 3,6 procent en dat is het laagste niveau sinds augustus 2022. Bedrijven zijn voorzichtiger vanwege de economische onzekerheid en de geopolitieke spanningen.

Over de eerste tien maanden van dit jaar zijn de lonen gemiddeld met 5,4 procent gestegen. Dat is nog steeds historisch hoog, maar wel lager dan de 7,3 procent vorig jaar.
In oktober zijn elf cao’s afgesloten voor in totaal 30.000 werknemers, blijkt uit voorlopige cijfers van werkgeversvereniging AWVN.
De lonen gingen het hardst omhoog in de sectoren bouw, horeca, cultuur en sport en landbouw. Dit jaar hebben tot nu toe 3,7 miljoen mensen een nieuwe cao.

Kritiek op forse loonstijgingen

Volgens de AWVN stijgen de lonen nog steeds door de hoge inflatie en de krapte op de arbeidsmarkt. Bedrijven doen er alles aan om mensen te behouden. Daar horen goede arbeidsvoorwaarden bij.
“Maar er is sprake van een normalisatie. De tijd dat de lonen gemiddeld met percentages van 6 tot 8 procent werden verhoogd is voorbij”, zegt een woordvoerder. “Er zijn veel onzekerheden, zoals de oorlog in Oekraïne en het Midden-Oosten. Verder staat de Duitse industrie onder druk, een belangrijke opdrachtgever voor de Nederlandse economie.”
Bovendien is er steeds meer kritiek. Zo waarschuwde Paul Hilbers, de Nederlandse bewindvoerder van het Internationaal Monetair Fonds (IMF), eerder deze week voor een te sterke loonstijging. President Klaas Knot van De Nederlandsche Bank deed dat onlangs ook al. Desondanks blijven lonen doorstijgen. Economen van ABN AMRO verwachten dit jaar een gemiddelde loonstijging van 6,5 procent en volgend jaar van 4 procent.
IMF-bewindvoerder Hilbers is kritisch op de volgens hem vrij forse looneis van de FNV. De vakbond wil er volgend jaar 7 procent salaris bij, terwijl de inflatie behoorlijk is afgenomen. “Als de loonstijgingen te hoog zijn, dreigen er nieuwe prijsverhogingen en wordt het leven voor iedereen duurder. Niemand heeft daar baat bij.”

‘Inhaalslag in cao’s niet overal het geval’

Werknemers hebben de afgelopen jaren flink aan koopkracht ingeleverd door de torenhoge inflatie. Die bedroeg in 2022 11,6 procent en in 2023 4,6 procent. Dat heeft ertoe geleid dat er stevig werd onderhandeld aan de cao-tafels.
Volgens vicevoorzitter Zakaria Boufangacha van de FNV niet meer dan logisch. “In veel afgesloten cao’s hebben we een inhaalslag gemaakt, waardoor de koopkracht van veel mensen is gerepareerd. Maar dat is niet overal het geval, zoals bij de apothekersassistenten en bij de werknemers van sauzenfabrikant Remia. Zij hebben nog een flinke loonsverhoging tegoed.”
De vakbondsman geeft verder aan dat een looneis met twee cijfers voor de komma aan alle cao-tafels niet meer vanzelfsprekend is aangezien de inflatie is gedaald. Uit cijfers van statistiekbureau CBS blijkt dat de prijzen voor producten en diensten in oktober met 3,6 procent zijn gestegen ten opzichte van vorig jaar. In september 2022 werd nog een piek bereikt van 14,5 procent.
Boufangacha vindt het wel teleurstellend dat IMF-bewindsman Hilbers terugvalt op de zogenaamde loon-prijsspiraal. “We zien dat bedrijven flinke winsten hebben geboekt en dat niet iedereen daarvan heeft geprofiteerd. Dus loonstijgingen blijven nodig om de kloof te dichten.”