Nachtcultuur: stimuleren of ontmoedigen?
28 oktober 2021
Stimuleren natuurlijk vinden wij. In de huidige coronaperiode ligt het openbare nachtleven nagenoeg stil.
Immers de sluitingstijd van de horeca inclusief nachtclubs en discotheken, met uitzondering van de afhaalfunctie, door het Rijk is bepaald van 00.00 tot 06.00 uur. Een deel van de beleidsmakers en bevolking vindt dit een geruststellende situatie: de nieuwe Alcoholwet per 1 juli jl. ademt deze geest. Een ander deel, zoals de gemeente Amsterdam in haar nota ‘Toekomst van de nacht’ van 30 juni jl, kijkt echter reikhalzend uit naar de heropening.
Unieke nachtcultuur
De gemeente Amsterdam stelt dat haar nachtcultuur uniek is: van roemruchte underground feesten tot wereldberoemde festivals. Zij wil dit vasthouden en sterker maken. Daarom krijgen deze activiteiten voortaan ook expliciet aandacht in andere plannen rond kunst, openbare ruimte, verkeer, gezondheid, openbare orde en veiligheid met name voor vrouwen en lhbtiq+ personen. Het moet gaan om een breed palet aan (sub)culturen met diversiteit en inclusie. Nieuwe stromingen in de nachtcultuur groeien vaak door naar festivals, vooruitlopend op een nieuw evenementenbeleid gaat een commissie adviseren over de verdeling van de schaarse plekken. Er wordt gekeken naar de mogelijkheid voor ruimere vergunningen zodat (nacht)zaken 24 uur per dag open kunnen zijn.
De schaduwkanten
In de bovengenoemdenota en diverse reacties daarop wordt gewezen op de keerzijde van de nachtcultuur zoals overmatig middelengebruik, drugscriminaliteit en criminele ondermijning, discriminatie aan de deur van clubs, seksuele intimidatie op de dansvloer, of bedreigingen en geweld tegen gemarginaliseerde groepen. Daarnaast is er in een dichtbevolkte stad regelmatig wrijving tussen feestvierders en inwoners die rust willen. De Amsterdamse Kunstraad heeft de ambities inmiddels onderschreven. Hij wijst op de noodzaak van een integrale gemeentelijke aanpak o.a. gelet op (geluids)overlast en kostenstijgingen bij locaties. De gemeente richt zich op de oplossingen.
Onderzoek ‘De waarde van de kleine uurtjes’
Bureau Atlas Research (eerder Atlas voor Gemeenten) heeft in april 2021 een onderzoek over de nachtcultuur binnen Amsterdam in 2019 gepresenteerd. Als definitie geldt dat de activiteiten plaatsvinden tussen 22.00 en 06.00 uur: het betreft gebouwen die kunst en cultuur aanbieden én ontmoetingsplaatsen die voornamelijk een sociale functie vervullen zoals cafés en bars. Men komt uit op 541 ‘venues’ met name in het centrum, waarvan 64 nachtclubs/muziekpodia en 67 met overige programmering. 131 culturele plekken betekent 1,5 per 10.000 inwoners, dezelfde verhouding als in Berlijn maar ruim 2 keer meer dan in Tokio of New York.
Banen en uitgaven bezoekers
De nachtlocaties leveren 5.000 banen op. Elk jaar komen ongeveer 1,5 miljoen bezoekers naar Amsterdam voor festivals, clubs en feesten. Zij geven samen zo’n € 1,25 miljard uit tijdens hun verblijf. Bij de nachtcultuur voor mensen van buiten de stad gaat het om € 63 miljoen welvaartswinst, daarnaast betreft het € 49 miljoen aan accijnzen en belastingen richting Rijk en om een bedrag aan toeristenbelasting en vermakelijkhedenretributie richting gemeente.
Andere financiële waarden
Naast de economische winst is er de gebruikswaarde, die alleen bij de eigen inwoners mag worden meegeteld, zoals de kosten voor reis en verblijf. Deze wordt geschat op jaarlijks ruim € 22 miljoen. Verder zijn mensen bereid meer te betalen voor een woning in de buurt van culturele voorzieningen: de optiewaarde. Deze is op basis van een ruwe niet complete schatting € 22,9 miljoen per jaar voor inwoners van Amsterdam en € 2,0 miljoen voor de omliggende gemeenten. Door de gemeente is overigens in haar beleidsreactie wel aangetekend dat de stijging van de huizenprijzen tot gentrificatie kan leiden, waardoor de stad te duur wordt voor diverse groepen: deze moet betaalbaar blijven.
Sociale waarde
De sociale waarde van de nachtcultuur bestaat bijvoorbeeld uit het bieden van ontmoetingsplaatsen waar creativiteit en kennis uitgewisseld kunnen worden, en waar groepen die zich overdag buitengesloten kunnen voelen, veilig hun identiteit kunnen ontdekken, vormen en uiten.
Nieuwe Alcoholwet juli 2021
Aan de andere kant van het positieve spectrum staat ook de Alcoholwet die op 1 juli jl. in werking is getreden ter vervanging van de Drank- en Horecawet. De nieuwe wet komt voort uit het Nationaal Preventieakkoord dat het kabinet in november 2018 met veel betrokken organisaties heeft gesloten. Het is gericht op een gezonder Nederland en bestrijdt roken, overgewicht en problematisch alcoholgebruik. Alcohol voor personen onder 18 jaar blijft wettelijk verboden, gemeenten kunnen deze leeftijd voor bepaalde locaties, gebieden en tijden zelfs op 21 jaar zetten. Zij moeten de verstrekking van alcohol in winkels en horeca en bij paracommerciële organisaties zoals in sport en cultuur regelen in hun verordening. Nieuw is o.a. dat zij in geval van ernstige aantasting van de openbare orde, de leefomgeving of de volksgezondheid een alcoholoverlast gebied kunnen aanwijzen. Hiervoor kan het volgende bepaald worden: de verstrekking van zwak-alcoholhoudende drank vanuit bepaalde verkooppunten wordt verboden of beperkt, aanvragen voor een vergunning kunnen geweigerd worden en er kunnen specifieke verboden of beperkingen worden opgelegd, zoals het happy hours-verbod.
Gemeenten moeten verordeningen aanpassen
De lokale overheden moeten hun beleid voor het positioneren en gebruik van accommodaties en activiteiten meer dan ooit tegen het licht houden en hun verordeningen aanpassen. De nachtcultuur is een relevant onderdeel daarvan. Onder andere vanwege het geluid, zo schreven we vorige week schreven al over de gevolgen van de Omgevingswet per juli 2022. En ook vanwege het schenken van drank, dat vaak eraan gekoppeld is en waarvoor de nieuwe Alcoholwet per juli 2021 geldt. Gemeenten hebben de bepalingen over alcohol-verstrekking tot op heden veelal in hun Algemene Plaatselijke Verordening/APV opgenomen.
Enkele gemeentelijke voorbeelden
De gemeente Den Haag heeft de APV aangepast per 28 september jl.. Er zijn 3 categorieën horeca: dag; regulier; nacht in uitgaanskernen (voor terrassen aldaar zijn de bepalingen strenger). Zij hanteert voor de reguliere horeca sluitingstijden tussen 02.00 (weekend 02.30 uur) en 07.00 uur, er is ontheffing mogelijk tussen 02.00 en 04.00 uur (weekend 02.30 uur en 05.00 uur), ook zijn er 12 ‘herrie-dagen’ mogelijk. De gemeente Leiden heeft vooruitlopend op de Omgevingswet sinds kort een geïntegreerde Verordening Fysieke Leefomgeving o.a. voor terrassen. Er is een Drank- en Horecaverordening voor niet- en zwak-alcoholische dranken. Daarnaast is er de APV, die geldt per 23 juli. De reguliere sluiting is van 00.00 tot 06.00 uur. Voor de nachthoreca in bepaalde gebieden geldt deze beperking niet, maar zij mogen geen bezoekers meer toelaten na 01.00 uur (week) of 02.00 uur (weekend). In de praktijk is overigens buiten roken door de bezoekers na die tijd ook niet meer mogelijk.