Nieuwe flexwet naar Tweede Kamer: Nulurencontracten verdwijnen

Ook wordt de zogeheten tussenpoos – de periode waarna een nieuwe reeks tijdelijke contracten mag starten – verlengd van zes maanden naar vijf jaar, om vaste aanstellingen te stimuleren. Uitzendkrachten krijgen minimaal gelijkwaardige arbeidsvoorwaarden als vaste medewerkers en sneller uitzicht op een vast contract.

Arbeidsmarktpakket

De wet is onderdeel van een breder pakket dat al onder voormalig minister Van Gennip werd voorbereid, naar aanleiding van het rapport-Borstlap. Dit rapport pleit voor het verkleinen van het verschil tussen vast en flexibel werk. Onderdeel van het pakket zijn onder meer: afschaffing van oproepcontracten, striktere regels voor uitzendwerk, duidelijker onderscheid tussen werknemers en zelfstandigen (VBAR), en een verplichte arbeidsongeschiktheidsverzekering voor zzp’ers.

De Wtta – die een toelatingsstelsel voor uitzendbureaus regelt – is eerder al door de Tweede Kamer aangenomen.

Kritiek op beperkte hervorming

De Raad van State uitte forse kritiek: de voorgestelde wetgeving zou te weinig doen aan fundamentele hervorming. Zo blijven het vaste contract en het ontslagrecht onaangetast, en ontbreekt er beleid dat werkgeverschap aantrekkelijker maakt. Ook in de Kamer klinken kritische geluiden, waaronder van coalitiepartij VVD. Kamerlid Aartsen noemde het beleid eerder “oude wijn in oude zakken”. Minister Van Hijum gaf aan zich aan het bestaande pakket te willen houden, tenzij maatregelen onuitvoerbaar blijken.

Als beide Kamers instemmen, treedt de wet op z’n vroegst in 2027 in werking.