Onderzoek Boekmanstichting naar verdringing door vrijwilligers

26 augustus 2019

In de Arbeidsmarktagenda culturele en creatieve sector (2017) staan actiepunten om de arbeidsmarktpositie te verbeteren van mensen die werken in de kunst-, cultuur- en creatieve sector. De VNPF was aanjager van het agendapunt over vrijwilligers, stagiairs en werkervaringsplaatsen (blz. 51) en heeft dat agendapunt vertaald naar twee projecten. Deze zijn afgerond: de resultaten en toelichting delen we in dit artikel. 

Onderzoek Boekmanstichting naar verdringing door vrijwilligers
In het agendapunt wordt gesuggereerd dat in de kunst- en cultuursector op grote schaal verdringing plaatsvindt van betaalde krachten door vrijwilligers en stagiairs. VNPF heeft de Boekmanstichting gevraagd dit te onderzoeken en zij komt tot de conclusie dat dit niet zo eenvoudig is te stellen. Het rapport is hier rechts in te zien en de conclusies en aanbevelingen staan op pagina 29 en 30.

Modelovereenkomsten voor vrijwilligers en stagiairs
Ook staat in het agendapunt dat het in de sector weleens ontbreekt aan duidelijke (formele) afspraken tussen een organisatie en de vrijwilliger of stagiair. Daarom hebben we als VNPF aan Stadhouders Advocaten de opdracht gegeven modelovereenkomsten voor vrijwilligers en stagiairs te ontwikkelen. Deze zijn bijgevoegd evenals een toelichting op de te gebruiken modelovereenkomsten.

N.B. Het is niet verplicht deze te gebruiken! Doe er wel je voordeel mee door ze naast de overeenkomst te leggen die je thans gebruikt.

Wat is de arbeidsmarktagenda?
In de Arbeidsmarktagenda staan actiepunten die de sector zélf kan oppakken om de arbeidsmarktpositie te verbeteren van mensen die werken in de kunst- en cultuursector. De actiepunten – of agendapunten – gaan over bijvoorbeeld het bundelen van HR-kennis en een verkenning naar een sectorbrede cao. Het bekendste agendapunt is het ontwikkelen van de Fair Practice Code. De minister van OCW heeft in 2017 Kunsten ’92 verzocht deze agenda samen met de sector op te stellen. Kunsten ’92 is de belangenorganisatie voor de gehele kunst-, cultuur- en erfgoedsector. VNPF is lid van Kunsten ’92.

Waarom de arbeidsmarktagenda?
In de arbeidsmarktagenda staat vooral wat de sector zélf kan doen om de positie van werkenden (werknemers, zzp’ers, stagiairs, vrijwilligers) te verbeteren. Hieraan gingen onderstaande twee rapporten vooraf. Naar aanleiding van die twee rapporten heeft de minister van OCW in 2017 aan Kunsten ’92 gevraagd om samen met de kunst-, cultuur- en creatieve sector een arbeidsmarktagenda op te stellen.

Verkenning arbeidsmarkt culturele sector (2016)
In januari 2016 publiceerden de Sociaal Economische Raad (SER) en de Raad voor Cultuur de Verkenning arbeidsmarkt culturele sector. Volgens beide raden is de arbeidsmarktsituatie van de culturele sector zorgwekkend. De combinatie van dalende werkgelegenheid, een relatief hoge kans op werkloosheid, lage en dalende inkomens, een slechte onderhandelingspositie voor werknemers en zzp’ers, het vaak niet verzekerd zijn voor inkomensverlies bij arbeidsongeschiktheid en een geringe pensioenopbouw, maakt de positie van werkenden kwetsbaar. 

Passie gewaardeerd (2017)
Hierop volgde in april 2017 Passie gewaardeerd, een advies van de SER en de Raad voor Cultuur met concrete voorstellen hoe de hierboven geschetste situatie kan worden verbeterd. De voorstellen hebben betrekking op o.a. het vergroten van het verdienvermogen, het verbeteren van de inkomenszekerheid, bevorderen van scholing en het versterken van het overleg tussen werkgevers en vakbonden.

Rol VNPF in totstandkoming rapporten
VNPF heeft meegedacht over en meegeschreven aan beide rapporten. We hebben een aantal dingen voor elkaar gekregen. In conceptversies gingen beide rapporten vooral over makers/kunstenaars uit de canonieke kunsten: beeldend kunstenaars, dansers, theatermakers, klassieke musici enz. Dit hebben wij weten te verbreden naar zowel andere kunstuitingen (popmuziek!) als naar andere functies zoals geluids- en lichttechnici en andere staffuncties binnen podia en festivals. Daarnaast hebben we met andere brancheverengingen voor elkaar gekregen dat er meer aandacht is gekomen voor de werkgeverskant; dus niet alleen een focus op de ‘de makers’. De verbetering van arbeidsmarktpositie van de artiest/maker/werk- en opdrachtnemer moet beter. Dit kan echter niet zonder te kijken naar de financiering van de kunst- en cultuursector (en bv. de poppodia) in z’n geheel.