Onderzoek: Zzp’ers en werkgevers worstelen met onduidelijkheid over nieuwe regels schijnzelfstandigheid
6 februari 2025
De voorgenomen maatregelen tegen schijnzelfstandigheid roepen veel vragen op bij zowel zelfstandigen als opdrachtgevers.
Uit onderzoek van Ipsos I&O, in opdracht van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW), blijkt dat er een grote behoefte is aan meer concrete informatie en betere communicatie over de regels. Veel zzp’ers en werkgevers denken dat ze aan de juiste voorwaarden voldoen, maar hebben dit niet altijd gecontroleerd.
Onzekerheid over de precieze impact van nieuwe regelgeving
Het ministerie van SZW liet dit onderzoek uitvoeren vanwege de afschaffing van het handhavingsmoratorium op schijnzelfstandigheid per 1 januari 2025. In totaal namen 669 zzp’ers en 549 werkgevers deel aan het onderzoek. Hieruit blijkt dat zij wel weten dat er veranderingen aankomen, maar vaak niet precies wat deze inhouden.
Hoewel negen op de tien zzp’ers ervan overtuigd zijn dat ze volgens de juiste contractvoorwaarden werken, heeft slechts een derde actief informatie gezocht over de nieuwe regels. Dit wijst op een mogelijke schijnzekerheid. Zowel zzp’ers als werkgevers zijn niet altijd volledig op de hoogte van de juridische implicaties van hun contractvorm.
Zelfstandigen overschatten vaak hun contractzekerheid
Een groot deel van de zzp’ers denkt momenteel volgens de juiste contractvorm te werken, maar slechts zes op de tien hebben dit daadwerkelijk gecontroleerd. Vooral zelfstandigen met meerdere opdrachtgevers of ruime ervaring besteden hier minder aandacht aan.
Daarnaast bestaat er veel misvatting over de keuzevrijheid rondom contractvormen. Minder dan de helft van de zzp’ers en slechts een derde van de werkgevers is zich ervan bewust dat bepaalde werkrelaties niet in zzp-vorm mogen worden aangegaan. Dit gebrek aan kennis kan leiden tot onbedoelde schijnzelfstandigheid.
Jonge zzp’ers minder goed op de hoogte
Jonge zzp’ers (tot en met 34 jaar) blijken minder goed bekend met de regels rondom het zzp-schap. Ze hebben minder inzicht in zaken zoals arbeidsongeschiktheidsuitkeringen en pensioenopbouw. Daarnaast verwachten zij vaker dat opdrachtgevers verantwoordelijk zijn voor het aanbieden van het juiste contract.
Bekendheid met schijnzelfstandigheid, maar niet met de details
Hoewel de meeste zzp’ers en werkgevers bekend zijn met het begrip schijnzelfstandigheid, kennen ze niet altijd de precieze regels. 79 procent van de zzp’ers zegt te weten wat het inhoudt, tegenover 71 procent van de werkgevers. Bij jonge zzp’ers is dit percentage lager (58 procent).
Ook over de komende veranderingen heerst onduidelijkheid: meer dan de helft van de respondenten weet dat er iets gaat veranderen, maar slechts een kwart van de zzp’ers en een vijfde van de werkgevers kent de details.
Gevolgen voor de flexibiliteit van organisaties
Werkgevers vrezen dat de nieuwe regels de flexibiliteit in hun personeelsbeleid zullen beperken. De helft van hen verwacht minder ruimte om met zzp’ers te werken. Onder zzp’ers denkt een op de vijf dat hun status als zelfstandige door de veranderingen duidelijker zal worden. Over de vraag of de maatregelen leiden tot een eerlijkere arbeidsmarkt zijn de meningen verdeeld.
Behoefte aan meer duidelijkheid
Uit het onderzoek blijkt dat werkgevers en zelfstandigen met name behoefte hebben aan:
- Concrete en duidelijke informatie: Huidige communicatie wordt als te vaag ervaren.
- Heldere criteria en definities: Er is nood aan meetbare richtlijnen voor schijnzelfstandigheid.
- Praktische uitleg: Hoe de regels in de praktijk worden toegepast, blijft onduidelijk.
- Inzicht in handhaving: Respondenten willen weten hoe de naleving van de regels wordt gecontroleerd.
- Juridische zekerheid: Meer houvast over hun positie binnen de nieuwe regelgeving.
De conclusie is helder: zzp’ers en opdrachtgevers snakken naar betere voorlichting en concrete richtlijnen, zodat zij zich goed kunnen voorbereiden op de komende veranderingen.