Bron

Boekmanstichting

Ongelijk getroffen, ongelijk gesteund II

23 juni 2023

Ongelijk getroffen, ongelijk gesteund II

Wat zijn de effecten van de coronacrisis in de culturele sector? Deel twee.

Met dit onderzoek brengt de Boekmanstichting de schade door corona in beeld voor organisaties en werkenden in de sector. Net als in de vorige editie kijken de onderzoekers daarbij ook naar de effecten van steunmaatregelen.

Dit gebeurt door de jaarcijfers over 2019, het laatste jaar vóór de pandemie, te vergelijken met cijfers over de coronajaren 2020 en 2021.

Conclusies Poppodia

Festivals zijn wederom niet in het onderzoek betrokken. Betrouwbare festival-statistieken zijn ook niet beschikbaar.

  • Poppodia (VNPF-leden, dit onderzoek baseert zich op PAS-data) zijn normaliter voor ruim 60% van hun omzet afhankelijk van hun publieksinkomsten (inclusief publieksgerelateerde inkomsten). Door de coronacrisis zijn hun publieksinkomsten tussen 2019 en 2021 echter gemiddeld met maar liefst 81% gekelderd na een krimp van 77% in 2020 en nog eens een krimp van 15% in 2021. Als gevolg daarvan zijn de totale eigen inkomsten in 2021 gemiddeld 76% lager dan in 2019.
  • De totale omzet (inclusief coronasteun) van poppodia is tussen 2019 en 2021 met 32% gedaald. De omzetdaling is door de coronasteun en hogere overheidssubsidies beduidend geringer dan de daling van de publieksinkomsten (32% versus 81%). De omzetdaling is het grootste bij de grote poppodia (36%) en het kleinste bij de (middel)kleine poppodia (19%).
  • Poppodia hebben hun personele lasten tussen 2019 en 2021 in totaal met 21% verminderd na een bezuiniging van 14% in 2020 gevolgd door een extra bezuiniging van 8% in 2021.
  • De grote poppodia – met de grootste omzetdaling – hebben tussen 2019 en 2021 het meest bezuinigd op hun personele lasten (25%). Alleen (middel)kleine poppodia – met de kleinste omzetdaling – hebben tussen 2019 en 2021 hun personele lasten niet verminderd.
  • Over de hele linie bezuinigen poppodia tussen 2019 en 2021 ruim drie keer zoveel op de lasten van zzp’ers dan op die van het personeel in loondienst: 48% op de zzp’ers tegen 15% op personeel in loondienst. Vooral de grote poppodia hebben sterk bezuinigd op hun zzp’ers evenals op hun personeel in loondienst. Slechts 8% van de werkenden van poppodia was in 2019 overigens zzp’er.
  • De poppodia hebben hun totale lasten (vooral personeel, programmakosten, huisvesting en inkoop horeca) tussen 2019 en 2021 met 41% teruggebracht. Op de programmakosten, waaronder gages van de optredende artiesten, hebben zij zelfs 69% bezuinigd.
  • Grote poppodia, waarvan de omzet het sterkst is gedaald, hebben hun totale lasten tussen 2019 en 2021 verreweg het meest teruggebracht (46%) en (middel)kleine podia hun lasten het minst (24%).
  • De ontvangen coronasteun compenseert in 2021 gemiddeld 43% van het verlies aan eigen inkomsten. In combinatie met hogere subsidies in 2021 boeken poppodia in alle grootteklassen een aanzienlijk hoger positief resultaat dan in 2019. Vooral grote poppodia boeken een gunstig resultaat, omdat zij hun lasten sterk hebben verminderd.
  • Vergeleken met het eerdere onderzoek zijn de resultaten minder uitgesproken, maar zijn de algemene tendensen redelijk vergelijkbaar. De belangrijkste verklaring voor de minder uitgesproken resultaten is dat het eerdere onderzoek berustte op schattingen van organisaties op basis van drie (corona)kwartalen in plaats van jaarcijfers uit het PAS.