Openbaar Ministerie schaft ‘supersnelrecht’ voor drugsbezit op festivals af
12 september 2019
De ‘drugsstraat’ die te vinden was op een aantal grote Nederlandse festivals behoort tot het verleden. Verdachten worden vanaf nu eerst overgebracht naar het politiebureau of een bureau van het Openbaar Ministerie.
Een 'drugsstraat’ is – of was – vaak niet meer dan een serie cabins waarin zich onder meer een officier van justitie, een piketadvocaat, een reclasseringswerknemer en een werknemer van Slachtofferhulp bevonden. Festivalbezoekers die met drugs in hun bezit aangehouden werden, werden er razendsnel berecht, waardoor ze zich binnen een mum van tijd terug in het feestgedruis konden storten. Dat gebeurde vaak wel met een strafblad op zak.
Daarom was er de afgelopen jaren kritiek op het ‘supersnelrecht’. Al dan niet benevelde festivalgangers waren nog weleens geneigd om een boete te accepteren zonder een advocaat te raadplegen. Daarbij was het niet altijd even duidelijk dat bij de boete een strafblad hoorde, wat het moeilijker maakt een Verklaring Omtrent Gedrag te krijgen en naar bijvoorbeeld de Verenigde Staten te reizen. Het Openbaar Ministerie was niet wettelijk verplicht dat te vermelden, meldde de Volkskrant in 2014 al.
Vanaf nu geeft het OM niet iedereen dezelfde behandeling, maar kijkt het naar de specifieke zaak. Bezoekers die net wat meer op zak hebben dan de toegestane gebruikershoeveelheid kunnen bijvoorbeeld beboet worden en naar een cursus worden gestuurd, waar onder meer wordt uitgelegd welke juridische gevolgen een arrestatie kan hebben. Grootgebruikers of dealers kunnen daarentegen op serieuzere wijze worden vervolgd. De afschaffing van het ‘supersnelrecht’ lijkt zo kwaliteit boven kwantiteit te stellen: minder berechtingen, meer maatwerk.
Lees hier verder