Opinie: Alle Nederlanders hebben recht op kunst, ook buiten de randstad
26 augustus 2020
"Nu het landelijk Fonds Podiumkunsten (FPK) zijn adviezen bekend heeft gemaakt, staan de provincies perplex: muziek- en theatergroepen in de regio hebben het nakijken. Groepen van landelijke betekenis, met hoge kwaliteit en geworteld in hun omgeving, krijgen positieve adviezen, maar geen budget."
Zie ook hier.
Lees hier ook het opiniestuk van Wijbrand Schaap van het Cultureel Persbureau.
"Als er nu geen geld bijkomt, staan veel makers buiten de vier grote steden met lege handen, ondanks goede prestaties. Ook het publiek in de provincie is de dupe.
Van de ministeriële belofte om met Rijksondersteuning regionaal beleid te versterken, komt bij het FPK weinig terecht. Het viel te verwachten dat de forse vermindering van FPK-middelen met 15,8 miljoen euro (8,6 miljoen bezuiniging, 7,2 verplaatsing budget) een kaalslag zou aanrichten. Maar dat dit zou leiden tot omvangrijke witte vlekken in Nederland, is zeer teleurstellend: van de beschikbare 21 miljoen euro gaat amper budget naar de regio. In Flevoland, Zeeland, Overijssel en Gelderland krijgen makers niets van het FPK. De drie noordelijke provincies krijgen samen 2 procent, Utrecht (zonder stad) 2 procent, Noord-Brabant en Limburg 8 procent, Noord-Holland (zonder Amsterdam) en Zuid-Holland krijgen 4 procent.
Meer aandacht beloofd
Minister Van Engelshoven (D66) had de provincies juist meer aandacht beloofd binnen de landelijke culturele infrastructuur. Kunst en cultuur moeten voor iedereen bereikbaar zijn, zowel in Randstad als regio, aldus het Regeerakkoord 2017-2021 (Vertrouwen in de toekomst. 2017, VVD, CDA, D66 en ChristenUnie).
Op verzoek van de minister investeerden veel regio’s in zogeheten culturele regioprofielen. Ze formuleerden samen met de culturele instellingen concrete plannen om cultuur, gespecialiseerd en geworteld in hún omgeving, verder te ontwAls er nu geen geld bijkomt, staan veel makers buiten de vier grote steden met lege handen, ondanks goede prestaties. Ook het publiek in de provincie is de dupe.
Van de ministeriële belofte om met Rijksondersteuning regionaal beleid te versterken, komt bij het FPK weinig terecht. Het viel te verwachten dat de forse vermindering van FPK-middelen met 15,8 miljoen euro (8,6 miljoen bezuiniging, 7,2 verplaatsing budget) een kaalslag zou aanrichten. Maar dat dit zou leiden tot omvangrijke witte vlekken in Nederland, is zeer teleurstellend: van de beschikbare 21 miljoen euro gaat amper budget naar de regio. In Flevoland, Zeeland, Overijssel en Gelderland krijgen makers niets van het FPK. De drie noordelijke provincies krijgen samen 2 procent, Utrecht (zonder stad) 2 prikkelen mét de beloofde hulp van het rijk. Bij het FPK blijft nu die steun aan makers uit.
Binnen de Basisinfrastructuur (BIS) en de festivalregeling hebben sommige provincies weliswaar meer ruimte gekregen. Maar veel gerenommeerde gezelschappen die in de regio gevestigd zijn, profiteren daar niet van. Als gedeputeerden vragen wij ons af: onze unieke regioprofielen waren toch óók voor ónze makers bedoeld? We raken zo unieke kunstgenres en onmisbare groepen kwijt, die stevig geworteld zijn in onze omgeving en hier een sterke band hebben opgebouwd met een trouw publiek. Het bestaansrecht van toonaangevende publieksfavorieten als PeerGrouP, BOT, Vis à Vis, Duda Paiva Company, Suburbia, Theaterproductiehuis Zeelandia, Katja Heitmann, Matzer en vele andere staat onder grote druk.
Geen ‘kabinet voor de regio’s'
Het is zeer teleurstellend dat het FPK geen enkele van de zeven ingediende aanvragen uit Oost-Nederland (Gelderland en Overijssel) honoreert, en dat van een fonds dat is bedoeld voor héél Nederland. Het staat bovendien haaks op het belofte van de minister dat het kabinet ‘een kabinet van de regio’s’ zou zijn.
Het FPK zegt dit gebrek aan spreiding op te vangen met landelijke tournees van wél gehonoreerde gezelschappen. Maar deze verdediging houdt geen stand: gehonoreerde gezelschappen spelen bijvoorbeeld amper in provincies als Flevoland en Zeeland; dit advies leidt juist tot verlies van Rijksgesubsidieerde instellingen in Flevoland. Limburg investeerde 40 miljoen euro in de culturele infrastructuur en ziet dit onvoldoende beantwoord door het Rijk.
De criteria die het FPK hanteert in de beoordelingen, zoals het geringe aantal bezochte voorstellingen in de provincie, worden vaak beargumenteerd vanuit een Randstedelijke context. Dat geldt ook voor innovatie, diversiteit en inclusief denken, die in iedere omgeving iets anders betekenen. Zelfs provincies die wel budget ontvangen voelen de pijn, terwijl alle inwoners van Nederland recht hebben op een goed cultuuraanbod vanuit de eigen regio. Daarom roepen wij als gedeputeerden van negen provincies gezamenlijk de minister en Tweede Kamer op de belofte aan de regio’s na te komen, óók voor instellingen die afhankelijk zijn van FPK. Behoud het makersklimaat en de kwaliteit van het creatieve cultuuraanbod in de regio."
Michiel Rijsberman (D66) gedeputeerde Cultuur provincie Flevoland.
Anita Pijpelink (PvdA), gedeputeerde Cultuur provincie Zeeland.
Roy de Witte (CDA), gedeputeerde Cultuur provincie Overijssel.
Ger Koopmans (CDA), gedeputeerde Cultuur provincie Limburg.
Cees Bijl (PvdA), gedeputeerde Cultuur provincie Drenthe.
Peter Drenth (CDA) gedeputeerde Cultuur provincie Gelderland.
Wil van Pinxteren (Lokaal Brabant) Gedeputeerde Cultuur provincie Noord Brabant.
Sietske Poepjes (CDA) gedeputeerde Cultuur provincie Friesland.
Mirjam Wulfse (VVD) Gedeputeerde Cultuur provincie Groningen.