Over sluitingsdata 28 april en 1 juni in de culturele sector
10 april 2020
Het ministerie van OCW (Dienstpostbus Info Cultuursubsidie) heeft op 1 april na het Tweede Kamerdebat het volgende bericht over de verwarring rond de data 28-4 en 1-6 verstuurd aan culturele instellingen.
Tijdens het plenaire debat in de Tweede Kamer op 1 april is gesproken over de aanpak van de coronacrisis. Hier was ook aandacht voor de culturele sector, omdat veel culturele activiteiten zijn afgezegd tot 1 juni. In antwoord op vragen van Kamerlid Rob Jetten heeft de minister-president het volgende uitgesproken:
“Het besluit tot 1 juni ziet op vergunnings- en meldplichtige evenementen. Culturele activiteiten, zoals voorstellingen, tentoonstellingen en concerten, die niet vergunnings- of meldplichtig zijn, vallen onder het maatregelenpakket dat tot en met 28 april geldt.
Dit zullen wij op 21 april opnieuw bekijken. Ik heb gisteren ook gezegd dat we na 28 april waarschijnlijk niet meteen terug gaan naar de normale situatie. Ik snap dat dat vragen met zich meebrengt voor verschillende sectoren.
Maatregelen die vooralsnog gelden tot en met 28 april kunnen voor activiteiten die een lange voorbereidingstijd kennen, zoals in de culturele sector vaak het geval is, het einde van het seizoen impliceren.
Ik begrijp dat daar dan ook door de culturele sector naar gehandeld is en zij activiteiten hebben afgezegd voor langere periode – in eerste instantie – tot 1 juni. Dat is vanuit het perspectief van de sector een logisch besluit geweest. Het opstarten van economische bedrijvigheid zal voor de ene sector nu eenmaal meer tijd vragen dan voor de andere sector.
We hebben in het economische pakket regelingen die voorzien in een tegemoetkoming voor personeelskosten en voor zelfstandigen voor het verlies in inkomen. Dit zijn de Tijdelijke noodmaatregel overbrugging voor behoud van werkgelegenheid en Tijdelijke overbruggingsregeling zelfstandig ondernemers. Deze regelingen gelden ook voor de culturele sector. Beide regelingen lopen in elk geval door tot eind mei. En we houden nauwlettend in de gaten of verlenging nodig is.
Aanspraak op de tijdelijke noodmaatregel overbrugging voor behoud van werkgelegenheid is mogelijk bij een omzetverlies van 20% of meer. Aanspraak op de tijdelijke overbruggingsregeling zelfstandig ondernemers bestaat bij een inkomensachteruitgang onder het sociaal minimum.
Uiteraard is nu de vraag of culturele activiteiten doorgang kunnen vinden tussen 28 april en 1 juni en daarvoor is dan weer de aanspraak relevant. Ze kunnen daarvan gebruik maken. Daarnaast is er uiteraard met de sector intensief overleg”.