Fonds Podiumkunsten
Podiumregeling 2025-2029: Fonds Podiumkunsten kent € 9.281.400 toe voor programma en productie aan 45 VNPF-leden
12 maart 2025

Voor de periode 2025-2029 heeft het Fonds Podiumkunsten in totaal 26,8 miljoen euro toegekend aan 136 podia. Daarvan ging 17.518.600 euro naar 90 podia die geen lid zijn van de VNPF. De verdeling van deze bijdragen is met enige voorzichtigheid gemaakt, aangezien niet altijd even makkelijk te reconstrueren zijn. (een foutje is snel gemaakt).
Met de Podiumregeling ondersteunt het Fonds Podiumkunsten de presentatie van professioneel podiumkunstenaanbod in Nederland. Naast een bijdrage voor programmering konden podia ook een productiebijdrage aanvragen. Dankzij deze regeling kunnen 51 podia investeren in co-producties en talentontwikkeling, waarvan 19 VNPF-leden.
Vereisten en diversiteit van de gehonoreerde podia
Om in aanmerking te komen voor subsidie, moesten podia een professionele programmering hebben van een redelijke omvang. De gehonoreerde podia verschillen sterk van elkaar: sommige richten zich op een specifiek genre, terwijl andere een breed aanbod hebben met bijvoorbeeld dans en theater in meerdere zalen.
De subsidie ondersteunt de geselecteerde podia voor vier jaar bij het realiseren van hun plannen. Om een brede spreiding en een groot aantal toekenningen mogelijk te maken, heeft het Fonds eind 2024 3,9 miljoen euro extra aan het budget toegevoegd.
Productiebijdrage: steun voor lokale en regionale makers
Naast de programmeringsbijdrage ontvangen 51 podia (waarvan 19 VNPF-leden) een productiebijdrage. Deze bijdrage is bedoeld om podia te ondersteunen bij co-producties, samenwerking met lokale makers en het stimuleren van regionaal talent. Het Fonds Podiumkunsten introduceerde deze regeling in 2023-2024 en heeft ervoor gekozen deze in 2025 voort te zetten. Hiervoor is jaarlijks 1,5 miljoen euro verschoven uit het budget voor de meerjarige productiesubsidies.
Overzicht van de toekenningen
- Podia met alleen een programmeringsbijdrage: 85 (VNPF-leden: 26)
- Podia met zowel een programmerings- als productiebijdrage: 49 (VNPF-leden: 19)
- Podia met alleen een productiebijdrage: 2 (VNPF-leden: 1)
- Totaal aantal gehonoreerde podia: 136
Sommige VNPF-leden hebben programmeringsgeld gekregen voor meer dan alleen (De Maagd Gebouw T, De Domijnen/ Volt, TivoliVredenburg, etc.) popmuziek. Daarnaast zijn er twee poporganisaties gehonoreerd die geen VNPF-leid zijn: Dynamo (Eindhoven) en OCCII (Amsterdam).
Fair pay
Het Fonds Podiumkunsten verwacht dat podia een groeiende verantwoordelijkheid nemen voor eerlijke beloning. Om deze beweging te stimuleren, worden er extra fair pay-middelen toegevoegd aan de podiumregeling. Met aanvullende financiering van het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW) wordt het budget voor de programmeringsbijdragen jaarlijks met ruim 1,5 miljoen euro verhoogd. De gehonoreerde podia ontvangen hierover vóór de zomer van 2025 nog een apart bericht.
Beoordeling en verdeling van de middelen
Het budget voor de programmeringsbijdrage was verdeeld over zes landsdelen: Noord, Oost, Midden, Zuid, West en het Caribisch deel van het Koninkrijk. De beoordeling vond per landsdeel plaats door een commissie van drie deskundigen met regionale kennis en twee adviseurs met een landelijk perspectief. Alle aanvragen zijn beoordeeld op basis van artistieke positie, publieksfunctie en inbedding in de regio.
Voor de productiebijdragen kon elke landsdeelcommissie podia voordragen op basis van de mate waarin hun plannen bijdragen aan de ontwikkeling van een lokale maakcultuur en het opbouwen van een passend publiek in hun omgeving.