Div
Praktische handvatten bij schijnzelfstandigheid
12 september 2025
De Belastingdienst beoordeelt bij mogelijke schijnzelfstandigheid niet alleen wat er op papier staat, maar vooral hoe het werk in werkelijkheid wordt uitgevoerd.
Voor werkgevers is het daarom vaak lastig om te bepalen: gaat het hier om een echte ondernemer of om iemand die eigenlijk in loondienst werkt? Sinds begin dit jaar beschikt de Belastingdienst weer over ruimere mogelijkheden om in te grijpen als sprake is van een schijnconstructie. Werknemers die als zzp’er worden ingehuurd, maar volgens de regels onder een dienstverband zouden moeten vallen, kunnen leiden tot naheffingen en correcties. Boetes worden voorlopig nog niet opgelegd, maar dat kan in de toekomst veranderen.
Papier is niet doorslaggevend
Een overeenkomst van opdracht volstaat dus niet om iemand als zelfstandige te kwalificeren. Inspecteurs kijken naar de feitelijke omstandigheden, waarbij de negen gezichtspunten uit het zogenoemde Deliveroo-arrest van de Hoge Raad richtinggevend zijn. Daarbij gaat het onder meer om vragen als: hoe groot is de vrijheid om het werk naar eigen inzicht in te richten, en kan er zelfstandig over de beloning worden onderhandeld?
Voorbeelden uit de praktijk
Om werkgevers meer duidelijkheid te bieden, zijn er hulpmiddelen beschikbaar, waaronder een online keuzehulp en een set documenten met praktijkvoorbeelden. Die voorbeelden laten zien hoe in concrete situaties het onderscheid uitpakt tussen zelfstandig ondernemerschap en een dienstverband.
Zo kan een acteur die jaarlijks de eindmusical van groep 8 helpt vormgeven en daarnaast meerdere andere opdrachtgevers heeft, als zelfstandige worden gezien. Een zorgverlener of taaldocent die werkt binnen de kaders en aansturing van een instelling of school, valt daarentegen onder loondienst. Hetzelfde geldt voor een interim-manager die feitelijk wordt aangestuurd door de opdrachtgever.
Weging van aanwijzingen
Naast de korte praktijkvoorbeelden is er ook een meer uitgebreid document waarin wordt uitgelegd hoe de negen gezichtspunten in samenhang moeten worden beoordeeld. Niet elk punt weegt altijd even zwaar; het gaat om de balans.
Een voorbeeld hiervan is een websitebeheerder die een zwembad ondersteunt met de online omgeving. Omdat deze beheerder zelfstandig werkt, eigen middelen gebruikt en niet ingebed is in de organisatie, wordt dit aangemerkt als ondernemerschap. Dat er ook enkele signalen richting loondienst zijn – zoals de onduidelijkheid over vervanging – maakt in dit geval niet het verschil.