Programmeringspraktijken podia onderzocht
15 december 2021
Podia zoeken continu de balans tussen het aanbod dat ze willen laten zien, de verdienmogelijkheden en financiële risico’s, en het publiek in hun omgeving.
Dat beeld ontstaat uit een onderzoek door HTH Research naar de programmeringspraktijk van schouwburgen en concertzalen in Nederland. De onderzoekers bevroegen podia verspreid door het land over hun programma, de financiering daarvan en het publieksbereik. Het onderzoek werd uitgevoerd in opdracht van het Fonds Podiumkunsten.
Drie typen podia
De onderzoekers onderscheiden op basis van de verzamelde gegevens drie groepen podia . Allereerst de podia die relatief veel gevestigde namen programmeren met hoge amusementswaarde. Zij profileren zich als breed, toegankelijk en divers. Deze podia hebben vaak een brede regionale functie. De tweede groep bestaat uit kleine en middelgrote podia. Zij programmeren relatief veel aanbod van hoog artistiek niveau, met name experimenteel aanbod en nieuwe makers. De derde groep podia bestaat uit middelgrote en grote podia. Ook zij richten zich op aanbod van hoog artistiek niveau, maar dit bestaat meer uit grootschalig aanbod en betreft vaker gevestigde namen.
Gesubsidieerd aanbod
De onderzochte podia zijn positief over het landelijk gesubsidieerd aanbod. Gemiddeld is bij de onderzochte podia een derde van het aanbod landelijk gesubsidieerd, met name bij dans- en theatervoorstellingen. Kleine podia, vlakkevloerpodia en podia die in grotere mate artistiek programmeren, bieden meer landelijk gesubsidieerde voorstellingen aan. In de 9 grote steden wordt meer landelijk gesubsidieerd aanbod geprogrammeerd dan elders in het land.
Ambities en financiering
Vrijwel geen enkel podium heeft een vast programmeringsbudget. Wat dat betekent is voor elk van de drie groepen die de onderzoekers onderscheiden anders. Schouwburgen met een grote en een kleine zaal kunnen commercieel succesvolle producties gebruiken om verliezen op artistiek aanbod te dekken. Podia met enkel een kleine zaal hebben die mogelijkheid veelal niet. Programmeringssubsidies geven ruimte om financieel risicovoller te programmeren.
Podia zijn zich bewust van hun verantwoordelijkheid om een breed publiek aan te trekken. Er wordt dan ook geïnvesteerd in het bereiken van nieuwe publieksgroepen en systematische monitoring. Bezoek blijkt echter steeds minder goed te voorspellen. Podia zien kansen in een meer lokale benadering, met lokale makers of lokale thema’s. Financiering door gemeenten staat echter onder druk en podia voelen afnemende ruimte om dergelijke ambities te realiseren.
Beleidsontwikkeling 2021-2024
Het Fonds gaat zijn programmeringsregelingen voor podia in de komende beleidsperiode herzien. De inzichten uit het onderzoek zijn hierbij een waardevol startpunt. Het Fonds gaat de komende tijd in gesprek met gemeenten en met podia over de wijze waarop de ondersteuning van het Fonds aansluit bij de programmeringspraktijken van podia.