Raad van State kritisch over verplichte arbeidsongeschiktheidsverzekering voor zelfstandigen
18 december 2025
De Raad van State heeft stevige kritiek geuit op het wetsvoorstel voor een verplichte arbeidsongeschiktheidsverzekering voor zelfstandigen (BAZ).
Volgens de hoogste adviseur van regering en parlement is het voorstel in de huidige vorm te complex en moeilijk uitvoerbaar. Het advies luidt om het wetsvoorstel niet in te dienen, tenzij het ingrijpend wordt aangepast. De verplichte verzekering voor zelfstandigen staat al geruime tijd op de politieke agenda en is bedoeld om meer inkomenszekerheid te bieden bij langdurige ziekte. De Raad van State ziet echter aanzienlijke risico’s, zowel in de uitvoering als in de inhoudelijke uitwerking van de regeling.
Uitvoeringsproblemen bij UWV en Belastingdienst
Een belangrijk aandachtspunt betreft de uitvoerbaarheid. Het UWV zou verantwoordelijk worden voor medische keuringen van zelfstandigen, terwijl de uitvoering van bestaande regelingen, zoals de WIA voor werknemers, nu al onder druk staat. De wachttijden voor keuringen lopen op en kunnen zonder ingrijpen verder toenemen. De Raad van State waarschuwt dat invoering van de BAZ deze knelpunten zal verergeren. Vereenvoudiging en verbetering van de bestaande uitvoering is volgens het advies een noodzakelijke voorwaarde voordat uitbreiding naar zelfstandigen kan worden overwogen.
Ook de Belastingdienst ziet zich geconfronteerd met beperkingen. De invoering van de BAZ vraagt aanzienlijke aanpassingen van ICT-systemen, terwijl de beschikbare capaciteit beperkt is. Dit kan ten koste gaan van andere noodzakelijke aanpassingen binnen het belastingstelsel. De Raad van State acht invoering vóór 2030 daarom niet realistisch.
Beperkte inkomensbescherming
Naast uitvoeringsvraagstukken plaatst de Raad van State inhoudelijke kanttekeningen bij de regeling. De voorgestelde uitkering is gemaximeerd op het niveau van het wettelijk minimumloon, wat voor een deel van de zelfstandigen een aanzienlijke inkomensdaling betekent bij arbeidsongeschiktheid. Bovendien geldt een wachttijd van twee jaar, waarin geen uitkering wordt verstrekt. In die periode zijn betrokkenen aangewezen op eigen financiële reserves.
Volgens de Raad biedt de regeling daardoor slechts beperkte inkomenszekerheid. Ook het beoogde doel om het verschil tussen werknemers en zelfstandigen te verkleinen wordt niet volledig bereikt, omdat niet alle zelfstandigen onder de regeling vallen en verschillen in bescherming blijven bestaan.
Gevolgen voor planning en vervolg
Het kritische advies vergroot de onzekerheid over de verdere voortgang van het wetsvoorstel. De beoogde invoeringsdatum komt onder druk te staan, mede zolang structurele knelpunten in de uitvoering van bestaande regelingen niet zijn opgelost.