SCP
Randstad versus regio? De werkelijkheid is genuanceerder
5 juni 2025
Binnen onze branche wordt regelmatig gewezen op het verschil tussen de Randstad en de rest van Nederland, een gevoel dat vooral onder leden buiten de grote steden leeft.
Een recent onderzoek van het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP) laat echter zien dat de werkelijkheid genuanceerder is. De regio waarin iemand woont, blijkt namelijk veel minder bepalend voor ongelijkheid dan vaak wordt gedacht. De conclusie is dat verschillen tussen regio’s minder bepalend zijn dan vaak wordt aangenomen, maar dat lokaal beleid en infrastructuur, óók op het gebied van cultuur en ontmoeting, wel degelijk van belang zijn om mensen gelijke kansen te bieden.
Ga hier direct naar:
- het rapport: Verdeeld over het land.
- het rapport: Eigentijdse ongelijkheid.
Relevantie voor poppodia en festivals
Poppodia en festivals leveren een bijdrage aan de versterking van drie van de vier kapitaalvormen die essentieel zijn voor maatschappelijke veerkracht en ontwikkeling:
- Cultureel kapitaal: toegang tot cultuur, culturele codes en creativiteit;
- Sociaal kapitaal: netwerken, gemeenschapszin en laagdrempelige participatie;
- Persoonskapitaal: zingeving, mentale veerkracht en zelfvertrouwen.
Vooral sociaal kwetsbare groepen, zoals ‘het precariaat’ en de onzekere werkenden, samen goed voor ongeveer 16% van de bevolking, kunnen profiteren van deze versterking
Ongelijkheid zit niet in de regio, maar in toegang tot hulpbronnen
Volgens onderzoek van het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP) naar de sociale positie van mensen in zeventig gebieden verspreid over Nederland, maakt het relatief weinig uit of iemand in bijvoorbeeld Twente woont of in een grote stad in de Randstad. Factoren zoals inkomen, opleiding, gezondheid en de aanwezigheid van een sociaal netwerk blijken veel bepalender voor iemands maatschappelijke positie dan de regio waarin iemand woont.
SCP-onderzoeker Cok Vrooman noemt dit opvallend, omdat het publieke debat vaak focust op tegenstellingen tussen ‘kansarme’ en ‘kansrijke’ gebieden. In werkelijkheid zit ongelijkheid vooral in de toegang tot hulpbronnen zoals financiële middelen, ontwikkelkansen, huisvesting, stages en zorg. Ook sociale en uiterlijke kenmerken – zoals huidskleur, kleding of stemgebruik – spelen hierbij een rol.
Het belang van laagdrempelige, publieke ontmoetingsplekken
Het SCP onderscheidde in 2023 zeven maatschappelijke klassen. Onderaan bevindt zich het precariaat: mensen met weinig hulpbronnen, vaak gepensioneerd of arbeidsongeschikt. De bovenste lagen beschikken juist over veel sociaal, economisch en cultureel kapitaal. Ongelijkheid wordt dus niet alleen ervaren als een verschil in bezit, maar ook als een verschil in kansen en het gevoel van oneerlijkheid dat daarmee gepaard gaat.
Structurele investeringen in universele voorzieningen – zoals betaalbare huisvesting, toegankelijke zorg en goed onderwijs – zijn volgens het SCP essentieel om deze ongelijkheid te verkleinen. Maar ook fysieke plekken in de buurt waar mensen elkaar kunnen ontmoeten, spelen een belangrijke rol. Bibliotheken zijn hier een voorbeeld van, maar ook poppodia en festivals kunnen dit zijn: laagdrempelige publieke voorzieningen die bijdragen aan ontmoeting, cultuurparticipatie en sociale gelijkheid. Ze hebben daarmee niet alleen culturele waarde, maar ook een maatschappelijke functie.