Rekenregels en sociale premies: aanpassingen per 2019
28 november 2018
Het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid heeft in de nieuwe rekenregels per 1 januari 2019 de gevolgen van de aanpassing van het brutominimumloon, de sociale premies, belastingtarieven en heffingskortingen op een rij gezet.
In de rekenregels vanaf 1 januari 2019 geeft de Belastingdienst naar aanleiding van de wijziging van het minimum(jeugd)loon per 1 januari 2019, nieuwe uurlooncriteria voor het lage-inkomensvoordeel (LIV) en een nieuw maximumdagloon. Deze tarieven die in 2019 gelden zijn bij deze officieel.
Maximumdagloon is bovengrens voor uitkeringen UWV
Per 1 januari 2019 wordt het maximumdagloon verhoogd, als gevolg van de stijging van het afgeronde brutominimumloon voor het eerste half jaar van 2019 met 1,35%. Het maximumdagloon is het bedrag dat UWV maximaal uitbetaalt bij uitkeringen op de grond van bijvoorbeeld de WGA, Werkloosheidswet (WW), Ziektewet (ZW) en Wet arbeid en zorg (WAZO). Als een werkneemster bijvoorbeeld met zwangerschapverlof is, neemt UWV dus niet méér dan het maximale bedrag voor haar rekening. Vanaf 1 januari 2019 bedraagt dat maximumdagloon €214,28 per dag.
Maximumpremieloon iets hoger dan voorzien op Prinsjesdag
De werkgever hoeft bij het bepalen van de verschuldigde premies werknemersverzekeringen via de loonaangifte alleen maar premies te betalen over het loon van de werknemer tot een bovengrens. Dit is het maximumpremieloon, en de hoogte wordt voor elk nieuw kalenderjaar opnieuw bepaald. De rekenregels per 1 januari 2019 stelt dat het maximumpremieloon voor de werknemersverzekeringen is vastgesteld op €55.927 op jaarbasis. Voor het maximumbijdrageloon voor de Zorgverzekeringswet (ZVW) geldt in 2019 hetzelfde bedrag. Dat is iets hoger dan op Prinsjesdag werd verwacht.
Sociale premies 2019 ook gepubliceerd
Verder staan in de rekenregels (of de bijbehorende bijlages) de gemiddelde premie sectorfondsen en de schijflengtes en tarieven voor de sociale premies, zoals die in 2019 gaan gelden.