‘Samen met de sector werken aan herstel en groei’
21 april 2022
Gunay Uslu, de nieuwe staatssecretaris Cultuur en Media, wil het belang van cultuur nog prominenter op de Haagse agenda zetten.
Entertainment Business sprak met Gunay Uslu, sinds begin dit jaar is ze staatssecretaris Cultuur en Media. Een belangrijk onderdeel van haar werk is het opzoeken van de dialoog met instellingen, brancheorganisaties, organisatoren en makers binnen de culturele sector. De perfecte manier om de branche en de mensen te leren kennen, maar ook om het gesprek aan te gaan over de impact van corona op toekomstplannen van de muziekindustrie en hoe het verder moet.
U bent de afgelopen maanden op tour geweest langs instellingen en organisatoren. Wat is u het meest opgevallen?
“Ik heb heel veel mensen gezien en gesproken. Dat waren allemaal mooie en leerzame ervaringen. De livebranche is een creatieve kweekvijver voor onder anderen dj’s, producers, evenementen en festivals. Het is een heel mooie en belangrijke industrie, niet enkel voor de culturele sector, maar ook voor de Nederlandse economie.”
Het is ook een industrie die door corona flinke klappen heeft gehad. Hoe kijkt u naar de toekomst en wat is uw rol als staatssecretaris daarin?
“Iedereen is op dit moment weer bezig met opstarten. Gelukkig is het Garantiefonds er nog om ondernemers in de branche daarmee te helpen. De toekomst is moeilijk om te voorspellen. Aan de ene kant is er de vrees dat mensen niet meer naar groots opgezette evenementen gaan. Aan de andere kant staat daar tegenover dat de behoefte er wel is. Een belangrijk onderdeel van het beleid voor dit jaar is de herstart van de sector. Hoe creëren we voor jonge en gevestigde makers en zelfstandigen een impuls? Vóór 1 juni wordt bekendgemaakt hoe dat eruit gaat zien. Een plan van dit formaat maken is ingewikkeld, vooral als je weet hoe de culturele sector heeft geleden de afgelopen periode. We werken samen met de brancheorganisaties en de taskforce van de culturele sector. We gaan niet zomaar iets bedenken, maar willen met iets komen dat de branche daadwerkelijk vooruithelpt.”
Een groot gedeelte van de branche voelde zich de afgelopen twee jaar niet serieus genomen door Den Haag.
“Ik ben op dit moment vooral aan het luisteren. Het is onmogelijk om de tijd terug te draaien, maar wat wel mogelijk is, is kijken wat we in de toekomst anders kunnen doen. In gesprekken met jonge makers, gevestigde namen, organisaties en instellingen komen verschillende behoeftes en meningen naar voren. Die neem ik allemaal mee in de vraag hoe ik de komende periode de sector als geheel verder kan helpen. Het is heel fijn dat we weer onbegrensd open kunnen. Ik hoop dat we aan de vooravond staan van een mooie periode en niet weer op slot moeten. Daarvoor is het kabinet een langetermijnvisie aan het ontwikkelen die in april naar de Tweede Kamer wordt gestuurd. Hierin is de routekaart meegenomen die gemaakt is door de taskforce. Zij laten hierin zien hoe de branche veilig open kan blijven als we in de toekomst een stijging van besmettingen zouden zien. Laten we hopen dat er geen vervelende nieuwe variant opduikt en iedereen gewoon zijn werk kan blijven doen. Ik kom zelf uit het veld en weet dus hoe ongelofelijk ingewikkeld het de afgelopen jaren is geweest. In november moest ik geplande concerten annuleren door de nieuwe regels. Ik weet dus hoe het voelt en hoe heftig het is geweest. Mijn achtergrond is divers, van evenementenorganisator en tentoonstellingsmaker tot wetenschappelijk onderzoeker en bestuurder in het bedrijfsleven. Ik hoop dat ik met die diversiteit aan ervaring en door mijn verschillende perspectieven iets toe kan voegen aan de sector.”
Wat zijn de langetermijnplannen voor de branche?
“Cultuur kennen, benoemen en erkennen, het onder de aandacht brengen en onderstrepen hoe cultuur ons allemaal verbindt. Ik hoop dat ik dat besef overal kan uitdragen. Daarnaast wil ik met name dit jaar samen met de sector werken aan herstel om vervolgens te kijken naar verdere groei en bloei. Ik wil de komende drie jaar de sector opnieuw laten bruisen voor zowel de gevestigde namen als de nieuwe lichting jonge makers. Tijdens het bezoek aan AMAZE sprak ik met afgestudeerden en studenten van het Conservatorium Haarlem. Zij zijn de afgelopen twee jaar in een gat gevallen. Zij hebben geen ervaring of een netwerk op kunnen bouwen en vragen zich af hoe ze hun carrière moeten beginnen. Die groep verdient aandacht en stimulans.”
Lees hier verder