Bron

Pieter de Rooij

Achtergrond: van beleving naar impact

25 mei 2023

Beleving staat al geruime centraal in het cultuur- en vrijetijdsaanbod. In de jaren negentig is het stevig op de agenda gezet door Pine en Gilmore met hun boek over de ‘Experience Economy’.

Zij waren overigens niet de eersten die over de beleveniseconomie spraken. Toffler, Opaschowski en Schulze waren hen in de jaren zeventig en tachtig voor, met termen als ‘Experience Industry’ en ‘Erlebnisgesellschaft’. Recent wordt er steeds vaker gesproken over de overgang van de ‘Experience Economy’ naar een ‘Transformation Economy’. Aldus Pieter de Rooij.

“Dat wil wat zeggen, want zoals we later zullen betogen wordt transformatie in de literatuur gezien als de sterkste vorm van impact. Een beweging richting ‘Impact Economy’ is in dat licht een meer bescheiden term. Dat we het hier hebben over ‘impact’ maakt in ieder geval duidelijk dat cultuurbezoek verder gaat dan enkel vermaak. Het begrip impact staat hoog op de onderzoeksagenda in de cultuursector. In de bibliotheeksector, een voorloper, is impact inmiddels al stevig ingeburgerd. Zowel in de praktijk als in de wetenschap krijgt impact steeds meer aandacht.

Waarom gaat het de laatste jaren steeds vaker over impact?

Wij denken dat daar meerdere redenen voor bestaan. De belangrijkste is misschien wel ‘de missie’. Veel cultuurorganisaties beschrijven hun missie op de website als een ‘bestaansreden’ met een hoger gelegen doel. Soms, in lijn met de belangen van de subsidiegevers, definiëren culturele organisaties zichzelf binnen het speelveld van de maatschappelijke relevantie. Culturele organisaties realiseren zich goed dat die relevantie verder gaat dan de aantallen bezoekers, aantallen voorstellingen, of mooie tevredenheidscijfers. Tegenwoordig gaat het juist en vooral ook om het effect van cultuurbezoek op de individuele bezoeker en daarmee ook op de samenleving. Die rol en verantwoordelijkheid hebben cultuurorganisaties natuurlijk altijd al gehad, maar het is meer dan ooit belangrijk relevant te zijn en iets toe te voegen aan het individu en de samenleving.

Lang niet iedereen evalueert het behalen van de missie. Bij kunst en cultuur gaat het om de interactie met de bezoeker. Dus is het relevant om de effecten van die interactie in kaart te brengen. In het verleden gebeurde dat door tevredenheidsonderzoeken en later door belevingsonderzoek. Het idee is dat het de komende tijd steeds vaker zal gaan over impactonderzoek. Het gaat daarbij om ‘to prove’ (bewijzen) en ‘to improve’ (verbeteren) zoals Vermeulen en Maas (2021) stellen. Impactonderzoek biedt niet alleen de gelegenheid om aan subsidiegevers en sponsoren de effecten te laten zien, maar ook  om de strategie te verbeteren en effectieve investeringen te doen om de impact te vergroten. Wat kan een organisatie ervan leren, zodat de levensvatbaarheid en relevantie ervan wordt vergroot?

Wat wordt verstaan onder beleving en impact?

Er zijn veel verschillende definities van beleving en impact in omloop. Beleving wordt door sommigen gezien als een reactie op een bepaalde dienstverlening. Anderen leggen de nadruk op de interactieve ontmoeting tussen een bezoeker en de activiteiten van een dienstverlener en de subjectieve uitkomst daarvan voor de bezoeker. Tot slot benadrukken weer anderen het dienstverleningsproces in termen van een klantreis. Om het onderscheid scherp te krijgen tussen beleving en impact, beschrijven wij beleving als een individuele, onmiddellijke, subjectieve response op een activiteit of een omgeving. We leggen de nadruk op ‘onmiddelijk’, in tegenstelling tot impact, waarbij het om een ‘groeiend’ en ‘uitgesteld’ effect gaat.

Impact heeft ook een aantal verschillende benaderingswijzen. Sommigen stellen de instrumentele waarde centraal, zoals de economische of de sociale betekenis. Wij richten ons hier  op de individuele impact. Dus wat is de invloed op of wat is het effect voor het individu? Duerden et al. (2018) onderscheidt drie niveau’s van ‘belevingsimpact’ die wij ook aanhouden. Het eerste impactniveau is memorabel. De aandacht van de bezoeker is getrokken en vastgehouden en er is sprake van (sterke) emoties. Daardoor wordt de beleving memorabel. Het tweede impactniveau is betekenisvol. De beleving is niet alleen memorabel, maar leidt ook tot significante en persoonlijk relevante, nieuwe inzichten. Het derde en hoogste impactniveau is transformationeel. De beleving is niet alleen memorabel of betekenisvol, maar leidt ook nog eens tot een persoonlijke verandering in waarden, overtuigingen, intenties of gedrag.

Het grote verschil tussen beleving en impact is dus dat impact gaat over wat de beleving nu echt teweegbrengt. Impact is dus het effect van de beleving. De bezoeker kan de beleving van een cultuurbezoek onmiddellijk na afloop typeren. Maar voor het creëren van impact is (enige) reflectie nodig en heeft dus een uitgesteld karakter. De rol van beleving is echter belangrijk in het creëren van impact. Beiden zijn dus belangrijk om in kaart te brengen. Hoe precies? Dat komt in het tweede artikel aan bod.

Heb je ideeën, commentaar of heb je zelf interesse om beleving en impact te meten? Laat een reactie achter, of stuur een email naar rooy.h@buas.nl.”

Bronnen:

Duerden, M. D., Lundberg, N. R., Ward, P., Taniguchi, S. T., Hill, B., Widmer, M. A., & Zabriskie, R. (2018). From ordinary to extraordinary: A framework of experience types. Journal of Leisure Research, 49(3-5), 196-216. https://doi.org/10.1080/00222216.2018.1528779

Vermeulen, M., & Maas, K. (2021). Building Legitimacy and Learning Lessons: A Framework for Cultural Organizations to Manage and Measure the Social Impact of Their Activities. The Journal of Arts Management, Law, and Society, 51(2), 97-112. https://doi.org/10.1080/10632921.2020.1851839