Bron

Rijksoverheid / Div

Van Hijum past zzp-wet VBAR aan: ondernemerschap wordt volwaardig criterium

28 maart 2025

Om de wetgeving beter te laten aansluiten op een recente uitspraak van de Hoge Raad, wordt het wetsvoorstel Verduidelijking beoordeling arbeidsrelaties en rechtsvermoeden (VBAR) aangepast.

De bedoeling is dat de wet op 1 januari 2026 in werking treedt. Ondertussen werkt de VVD aan een alternatief wetsvoorstel. De voorgestelde wijziging houdt in dat ondernemerschap een gelijkwaardig criterium wordt bij de beoordeling of iemand als zelfstandige of als werknemer moet worden gezien. In een brief aan de Tweede Kamer licht minister Van Hijum toe dat het wetsvoorstel hierop wordt aangepast.

Drie gelijkwaardige criteria

Bij het vaststellen van de arbeidsrelatie worden drie typen criteria gehanteerd:

  • Factoren die wijzen op werknemerschap, zoals aansturing door een opdrachtgever (W).
  • Kenmerken die zelfstandigheid aantonen, zoals het lopen van ondernemersrisico (Z).

  • Ondernemerschapscriteria, zoals het afdragen van btw, investeren in het eigen bedrijf of het actief werven van klanten (OP).

Eerder zou pas naar ondernemerschapscriteria worden gekeken als de eerste twee categorieën (W en Z) in balans waren, maar dit wordt nu aangepast: alle drie de criteria wegen even zwaar.

Deze wijziging komt voort uit de uitspraak van de Hoge Raad in de zaak Uber/FNV, waarin werd bepaald dat alle factoren uit het Deliveroo-arrest zonder rangorde moeten worden meegewogen.

Geen verandering in handhaving

De wijziging in de wet heeft geen invloed op de manier waarop de regelgeving wordt gehandhaafd. Volgens het ministerie wordt nu al een brede afweging gemaakt waarin alle criteria, inclusief ondernemerschap, worden meegenomen.

Rechtsvermoeden blijft ongewijzigd

Naast de verduidelijking van de criteria introduceert de VBAR ook een rechtsvermoeden van werknemerschap. Dit houdt in dat werkenden die onder een bepaalde inkomensgrens vallen, kunnen claimen werknemer te zijn. De bewijslast ligt in dat geval bij de opdrachtgever, die moet aantonen dat er géén sprake is van een arbeidsovereenkomst. Dit onderdeel van het wetsvoorstel blijft zoals het is.

Vervolgstappen

Het aangepaste wetsvoorstel wordt vóór de zomer naar de Tweede Kamer gestuurd. Als het parlement instemt, kan de wet begin 2026 van kracht worden. Dit zou Nederland tevens in lijn brengen met de Europese voorwaarden om aanspraak te maken op financiële middelen uit de Herstel- en Veerkrachtfaciliteit van de EU.