Bron

pearle.eu

Verordening inzake ecologisch ontwerp voor duurzame producten treedt op 18 juli in werking

11 juli 2024

De verordening inzake ecologisch ontwerp voor duurzame producten (ESPR), die op 14 juni is aangenomen, treedt op 18 juli 2024 in werking.

De ESPR maakt deel uit van een pakket maatregelen die centraal staan bij de verwezenlijking van de doelstellingen van het actieplan voor een circulaire economie 2020. Het is een hoeksteen voor de commissie op het gebied van milieuvriendelijkere duurzame en circulaire producten, om de energie-efficiëntiedoelstellingen in 2030 te halen. Producten en de manier waarop ze worden gebruikt, kunnen een aanzienlijke impact hebben op het milieu. Consumptie in de EU kan daarom een belangrijke oorzaak zijn van klimaatverandering en vervuiling.

Waar gaat het om?

Bijna alle categorieën fysieke goederen (met enkele uitzonderingen, zoals voedsel) worden onderworpen aan “eisen inzake ecologisch ontwerp”. Deze zijn gericht op:

  • De duurzaamheid, herbruikbaarheid, opwaardeerbaarheid en repareerbaarheid van producten te verbeteren
  • Producten energie- en hulpbronnenefficiënter te maken
  • Aanpak van de aanwezigheid van stoffen die circulariteit in de weg staan
  • De hoeveelheid gerecycled materiaal te vergroten
  • Producten gemakkelijker opnieuw te maken en te recyclen
  • Regels opstellen voor koolstof- en ecologische voetafdrukken
  • De beschikbaarheid van informatie over productduurzaamheid verbeteren

Concreet betekent dit dat een duurzaam product een of meer van de volgende kenmerken heeft:

  • Gebruikt minder energie
  • Gaat langer mee
  • Kan gemakkelijk worden gerepareerd
  • Onderdelen kunnen gemakkelijk worden gedemonteerd en verder worden gebruikt
  • Bevat minder zorgwekkende stoffen
  • Kan gemakkelijk worden gerecycled
  • Bevat meer gerecycled materiaal
  • Heeft een lagere koolstof- en milieuvoetafdruk gedurende de levenscyclus
  • Het kan gaan om producten voor eindgebruik, maar ook om producten die worden gebruikt als onderdeel van een eindproduct.

Een hulpmiddel dat zal worden gebruikt is het Digitale Productpaspoort (DPP). Het is een digitale identiteitskaart voor producten, onderdelen en materialen, waarin relevante informatie wordt opgeslagen om de duurzaamheid van producten te ondersteunen, hun circulariteit te bevorderen en de wettelijke naleving te versterken.

Veel belanghebbenden zullen betrokken zijn bij het samenstellen van de informatie-elementen die door de commissie zullen worden gevalideerd.

De commissie introduceert ook een maatregel over regels om de vernietiging van onverkochte consumentenproducten aan te pakken. In eerste instantie zal de commissie een verbod op de vernietiging van onverkocht textiel en schoeisel invoeren. Dit kan worden gevolgd door soortgelijke verboden in andere sectoren, als blijkt dat die nodig zijn.

Tot slot worden overheidsinstanties onderworpen aan groene overheidsopdrachten, aangezien zij veel werken, goederen en diensten inkopen. De redenering is dat wanneer er criteria zijn voor groene overheidsopdrachten, bedrijven gestimuleerd zullen worden om te investeren in het vergroenen van hun producten.

Stap voor stap

Het initiatief is een grote oefening die veranderingen vereist voor bijna de hele economie. Als zodanig is de ESPR kaderwetgeving. Daarnaast zullen concrete productregels geleidelijk worden vastgesteld, per product, of horizontaal, op basis van groepen producten met vergelijkbare kenmerken.

In eerste instantie zal worden bepaald welke producten prioriteit moeten krijgen. Vervolgens zal een werkplan worden gepubliceerd met de producten en maatregelen die in een bepaalde periode in het kader van de ESPR moeten worden aangepakt. Daarna begint de ontwikkeling van productregels, gebaseerd op inclusieve planning, gedetailleerde effectbeoordelingen en regelmatig overleg met belanghebbenden (via een forum voor ecologisch ontwerp).

Met andere woorden, de komende jaren zullen er beetje bij beetje veranderingen plaatsvinden. Het zal cruciaal zijn om de ontwikkelingen te blijven volgen.

Wat betekent het voor de live-sector?

Hoewel deze kernactiviteit de productie van een live voorstelling is (met andere woorden “een dienst”) zou een eenzijdige kijk kunnen zijn om te concluderen dat deze richtlijn ons niet raakt.

Onze organisaties kopen echter veel goederen in en daarom is het essentieel om op de hoogte te zijn van de productgroepen die prioriteit krijgen en van andere maatregelen (DPP, groene overheidsopdrachten, …) om “groene” live-voorstellingen te kunnen leveren, waaronder het gebruik van materialen en producten die voldoen aan de ESPR-doelstellingen en -doelen zoals hierboven uitgelegd.

Specifieke focus: is podiumverlichting opgenomen in de nieuwe ESPR?

Kort gezegd: nee.

Zoals hierboven vermeld, vervangt de ESPR de huidige Richtlijn 2009/125/EG inzake ecologisch ontwerp en stelt een kader vast voor het vaststellen van eisen inzake ecologisch ontwerp voor specifieke productgroepen.

De ESPR heeft geen invloed op de verordening betreffende eisen inzake ecologisch ontwerp voor lichtbronnen en afzonderlijke voorschakelapparaten (2019/2020 van 1 oktober 2019), die blijft bestaan en van toepassing blijft naast de nieuwe ESPR. Deze verordening bevat vrijstellingen voor podiumverlichtingsarmaturen.

Zoals bepaald in de verordening wordt echter verwacht dat de commissie de verordening zal herzien in het licht van de technologische vooruitgang. Als de Commissie dit nodig acht, zal zij uiterlijk op 25 december 2024 een ontwerpvoorstel tot herziening indienen.

Voor meer informatie