AWVN
Wat kunnen werkgevers leren van het rapport Van Rijn? Vijf aanbevelingen
12 februari 2024
Werken onder strakke deadlines en focus op het leveren van topkwaliteit. Dit komt natuurlijk niet alleen in de mediawereld voor, maar ook in andere werkomgevingen.
Volgens de commissie Van Rijn zijn het belangrijke risicofactoren voor het ontstaan van grensoverschrijdend gedrag. Op donderdag 1 februari verscheen het langverwachte rapport van de commissie naar grensoverschrijdend gedrag binnen de publieke omroep. Wat kunnen andere werkgevers hiervan leren? AWVN heeft de belangrijkste aanbevelingen op een rij gezet.
Gevolgen voor medewerkers én de organisatie
De commissie Van Rijn heeft onderzocht welke vormen van grensoverschrijdend gedrag medewerkers van de publieke omroep hebben ervaren. Uit het onderzoek blijkt dat een grote groep te maken heeft gehad met pesten, intimidatie, seksisme en/of discriminatie. Grensoverschrijdend gedrag heeft grote impact op het werkplezier en het welzijn van medewerkers zelf. Ook heeft het invloed op de organisatie. De kwaliteit van het werk neemt af, er is meer verzuim en verloop van personeel neemt toe.
Hoe kan een onveilige werkomgeving ontstaan?
Verschillende factoren dragen bij aan het ontstaan (en voortduren) van grensoverschrijdend gedrag. Dit komt bijvoorbeeld door de aard van het werk, hoge werkdruk, strakke deadlines, onzekerheid (van het dienstverband) en hoge verwachtingen over het leveren van topkwaliteit. Kwaliteit van leiderschap is hierbij cruciaal. Volgens het rapport is op dit punt veel misgegaan bij de NPO. De aanbevelingen die de commissie doet richten zich daarom met name op het leiderschap.
Aanbevelingen voor leiderschap
Onzekerheid over aanstellingen en werkdruk worden volgens de commissie vergroot als er onrealistische verwachtingen worden gesteld aan (de kwaliteit van) het werk, er onvoldoende steun is en klachten en signalen niet worden opgepakt. De grootste winst zit volgens de commissie in het aanpakken van de kwaliteit van het leiderschapsgedrag.
Iemand die inhoudelijk geschikt is, is niet altijd (meteen) goed in het aansturen van personeel. Het ontwikkelen van leiderschapscompetenties is belangrijk. Ook bijscholing en extra training in het herkennen van grensoverschrijdend gedrag kunnen positieve effecten hebben. De commissie beveelt verder aan dat mensen niet moeten wegkijken en elkaar aanspreken waar nodig.
Ook moeten leidinggevenden voorbeeldgedrag laten zien, is het belangrijk dat melden loont en is het van belang dat er naar patronen wordt gekeken en niet alleen naar incidenten. Er moet goed worden belegd wie waar verantwoordelijk voor is. Én er moet op worden toegezien dat zij die verantwoordelijkheid nemen. Lees alle aanbevelingen van de commissie in het rapport.
Prettige werkomgeving voor iedereen
Het is niet eenvoudig om de werkcultuur binnen een bedrijf te veranderen. Daar is tijd voor nodig en het moet op verschillende niveaus gebeuren: vanuit de directie, leidinggevenden én collega’s onderling. Iedereen heeft daar een rol in. Het gaat mis als in een organisatie alleen de prestaties centraal staan, in plaats van hoe het werk op een goede én plezierige manier gedaan kan worden. Zoals de commissie Van Rijn ook schrijft: “Gezonde organisaties kenmerken zich door respectvolle omgangsvormen van hoog tot laag.” Het is belangrijk dat er een cultuur is waarin mensen respectvol met elkaar omgaan, iedereen zich kan uitspreken en gelijkwaardig wordt behandeld.