College voor de Rechten van de Mens
Werkgever moet parttimer compenseren voor feestdagen
1 november 2022
Een werkgever moet discriminatie voorkomen en tegengaan. Gelijke behandeling is doorslaggevend voor goed werkgeverschap. Dat blijkt uit diverse medewerkers-onderzoeken.
Als een werkgever een parttime werknemer van wie de vaste vrije dag op maandag valt, niet compenseert voor een ‘tekort’ aan feestdagen, maakt hij verboden onderscheid op grond van arbeidsduur.
Oordeel College voor de Rechten van de Mens
Dat heeft het College voor de Rechten van de Mens andermaal geoordeeld. Zie hier het oordeel. Het College was gevraagd te oordelen over een kwestie tussen een werkgever, een groothandel en leverancier van voedingsmiddelen in de zorg, en een parttime accountmanager. De vaste vrije dag van deze werkneemster viel op maandag, de dag waarop verhoudingsgewijs de meeste (erkende) feestdagen vallen. Op verzoek van de werkneemster had de werkgever haar in 2020 gecompenseerd voor de feestdagen, maar het jaar erop weigerde hij dit opnieuw te doen.
Werkneemster had werkdagen zelf bepaald
De werkneemster stapte hierop naar het College, waar ze aangaf dat haar werkgever verboden onderscheid had gemaakt op grond van arbeidsduur door haar niet naar rato van haar arbeidsduur te compenseren voor vrije dagen die zij misliep omdat zij niet op maandag werkte. De werkgever stelde echter dat hij de werkneemster bij aanvang van het dienstverband de kans had gegeven om haar werkdagen zelf te bepalen. Ze had daarbij rekening kunnen houden met de feestdagen.
Werkgever maakte geen gebruik van jaarurensysteem
Het College oordeelde dat het aan de werkgever is om rekening te houden met het nadeel dat parttimers ondervinden als op hun parttimedag veel feestdagen vallen. De werkgever moet zorgen dat iedere werknemer een naar verhouding van de arbeidsduur gelijk aantal uren vrij heeft. Volgens het College is bijvoorbeeld het jaarurensysteem hiervoor een geschikt middel. De werkgever maakte geen gebruik van dit systeem en weigerde toe te lichten waarom niet. Omdat er een alternatief systeem voor handen was om onderscheid te voorkomen, concludeerde het College dat de werkgever verboden onderscheid had gemaakt op grond van arbeidsduur. In eerdere oordelen over dit thema kwam het College tot deze conclusie.