Wetsvoorstel voor Gelijke Kansen bij Werving en Selectie strandt in Eerste Kamer
4 april 2024
Met slechts één stem tekort heeft de Wet gelijke kansen bij werving en selectie het niet gehaald, ondanks het doel om discriminatie in het sollicitatieproces actief tegen te gaan.
Op dinsdag 26 maart 2024 is het wetsvoorstel voor het toezicht op gelijke kansen bij werving en selectie, ingediend door het demissionaire kabinet, nipt verworpen door de Eerste Kamer. Het voorstel beoogde een belangrijke norm te stellen: bij het werven en selecteren van personeel mag geen discriminatie plaatsvinden. Het zou een verplichting voor bedrijven introduceren om een duidelijke werkwijze op te stellen die discriminatie uitsluit, waarbij nadrukkelijk gekeken wordt naar de competenties van sollicitanten, in plaats van een persoonlijke 'klik'. Hiermee wilde het kabinet stereotypen doorbreken en een eerlijker sollicitatieproces bevorderen.
Onder de maatregelen van het wetsvoorstel vielen onder meer de ontwikkeling van een procedure die discriminatie voorkomt, het vaststellen van objectieve eisen voor functies, en het gelijkwaardig beoordelen van kwalificaties van alle kandidaten. Ook was het de bedoeling dat werkgevers dezelfde relevante informatie van alle sollicitanten zouden verzamelen om een objectief en eerlijk selectieproces te waarborgen. Voor uitzendbureaus vloeide er nog een extra verplichting voort uit de wet. Zij moesten een verplichte melding doen bij de Arbeidsinspectie als een opdrachtgever een discriminerend verzoek doet.
Wetsvoorstel afgezwakt
Om tegemoet te komen aan kritiek van Eerste Kamerleden zwakte minister Van Gennip (Sociale Zaken en Werkgelegenheid) vorige week haar voorstel al (verder) af. Zo zou de wet gaan gelden voor bedrijven met 50 of meer medewerkers. Eerst was dat 25 medewerkers. Volgens de minister zou de wet dan alsnog gelden voor 70% van alle werknemers, die werkzaam zijn bij circa 16.000 werkgevers. Door de grens op te schuiven kwam de minister tegemoet aan de kritiek dat de regels niet werkbaar zouden zijn voor kleine werkgevers. Verder zegde de minister toe dat bij de openbaarmaking van inspectiegegevens duidelijk zal worden aangegeven dat een eventuele boete alleen betrekking heeft op de naleving van de werkwijze en niet op discriminatie. Verder heeft de minister aangekondigd dat de handhaving van de wet uitgesteld zou worden tot 1 juli 2027. Deze aanpassingen konden echter niet rekenen op voldoende steun; de meerderheid van de senatoren bleef bezorgd over de effectiviteit en uitvoerbaarheid van de wet.
Het afwijzen van dit wetsvoorstel roept vragen op over hoe nu verder te gaan met de aanpak van discriminatie in het wervings- en selectieproces. Met het besluit van de Eerste Kamer blijft de bestaande situatie, zonder de extra wettelijke maatregelen, voorlopig gehandhaafd.
Hoofdlijnen Wet Toezicht gelijke kansen bij werving en selectie
Het doel van de wet is om werkgevers bewuster te maken van arbeidsdiscriminatie. Werkgevers moeten er alles aan doen om discriminatie te voorkomen. Dit streven wordt door de meeste fracties in de Tweede en Eerste Kamer wel gesteund. Zo hebben ouderen en mensen met een migratieachtergrond veel last van discriminatie op de arbeidsmarkt. En recent bleek uit onderzoek dat Nederlanders van (Zuid-)Oost-Aziatische herkomst vaak te maken hebben met discriminatie. Dat geldt voor één op de drie mensen in het afgelopen jaar. Overigens betreft dit niet alleen arbeidsmarktdiscriminatie.