Wettelijke vakantiedagen vervallen niet zomaar meer

5 maart 2019

Het Hof van Justitie van de Europese Unie heeft zich in twee arresten uitgesproken over het vervallen van vakantiedagen. Deze uitspraken hebben invloed op de in Nederland geldende vervalregeling voor wettelijke vakantiedagen.

Iedere werknemer heeft per jaar minimaal recht op viermaal de afgesproken arbeidsduur per week aan vakantiedagen. Naast deze wettelijke vakantiedagen kan een werknemer ook recht hebben op bovenwettelijke vakantiedagen. Of en zo ja hoeveel bovenwettelijke vakantiedagen een werknemer heeft moet blijken uit een arbeidsovereenkomst, de cao of een bedrijfs- of personeelsreglement.

Vervallen vakantiedagen

Wettelijke vakantiedagen vervallen in principe zes maanden na afloop van het jaar waarin de vakantiedagen zijn ontstaan. Dit betekent dat de in 2018 opgebouwde wettelijke vakantiedagen vóór 1 juli 2019 opgenomen moeten worden. Gebeurt dit niet, dan verliest de werknemer zijn recht om deze vakantiedagen op te nemen. De korte vervaltermijn is bedoeld om werknemers te stimuleren om de wettelijke vakantiedagen op tijd te gebruiken. Schriftelijk kan worden afgesproken dat de vervaltermijn in het voordeel van de werknemer wordt verlengd. Verkorting van de termijn is niet toegestaan.

Verjaren vakantiedagen

Bovenwettelijke vakantiedagen verjaren vijf jaar na afloop van het jaar waarin de vakantiedagen zijn ontstaan. De in 2018 opgebouwde bovenwettelijke vakantiedagen moeten dus vóór 1 januari 2024 opgenomen worden. Ook hier geldt dat de termijn niet verkort, maar wel verlengd kan worden. Daarbij komt dat een verjaringstermijn (in tegensteling tot een vervaltermijn) door de werknemer kan worden verlengd (‘gestuit’).

Uitspraken EU-Hof

Het Hof is vorig jaar in twee zaken gevraagd te oordelen over de vraag wanneer bij het einde van de arbeidsovereenkomst recht bestaat op een vergoeding wegens niet-genoten vakantiedagen.

Tot aan het moment van het oordeel van het Hof was het uitgangspunt dat de voornoemde vervaltermijn van zes maanden alleen niet gold als de werknemer redelijkerwijs niet in staat was geweest de wettelijke vakantiedagen binnen de termijn op te nemen. Dit was bijvoorbeeld aan de orde indien de werknemer volledig arbeidsongeschikt was en daarbij volledig was vrijgesteld van de verplichting tot re-integratie.

Nu na de uitspraken van het Hof blijkt dat de vervalregeling in meer situaties niet op zal gaan. Hoe zit dit precies?

Lees het volledige artikel hier.