Div
Wordt de handhaving schijnzelfstandigheid door moties milder/minder?
8 oktober 2024
De voorgenomen hervatting van de handhaving op schijnzelfstandigheid door de Belastingdienst per 1 januari 2025 zorgt voor onrust en onzekerheid bij zowel zzp’ers als opdrachtgevers.
Om hierin meer helderheid te bieden, heeft de Tweede Kamer verschillende moties aangenomen die de handhaving versoepelen en voor duidelijkheid moeten zorgen.
Gedwongen zelfstandigheid, onderbetaling, duidelijke gevallen van schijnzelfstandigheid en ondoorzichtige constructies met arbeidsmigranten
De onzekerheid rondom het beëindigen van het handhavingsmoratorium leidt ertoe dat sommige opdrachtgevers preventief de samenwerking met zzp’ers vermijden, terwijl dit wettelijk niet nodig is. Een van de aangenomen moties pleit voor een risicogerichte handhavingsstrategie, waarbij de Belastingdienst zich in 2025 vooral richt op problematische situaties zoals gedwongen zelfstandigheid, onderbetaling, duidelijke gevallen van schijnzelfstandigheid en ondoorzichtige constructies met arbeidsmigranten. In minder duidelijke situaties zal de fiscus maatwerk toepassen en rekening houden met de menselijke maat. Deze aangepaste aanpak moet zorgen voor een geleidelijke overgang bij het opheffen van het moratorium. Desondanks stellen deskundigen vragen bij de daadwerkelijke veranderingen, aangezien de Belastingdienst al een risicogerichte benadering nastreefde.
Afwegingskader vóór 1 november 2024
Naast de risicogerichte aanpak, hebben andere aangenomen moties de regering verzocht om:
- vóór 1 november 2024 een helder afwegingskader op de website van de Belastingdienst te plaatsen voor het beoordelen van arbeidsrelaties, dat door alle ministeries wordt gehanteerd bij de inhuur van zzp’ers;
- bij de handhaving coulant om te gaan met zelfstandigen die onbewust in de fout gaan en hen niet direct te beboeten;
- te faciliteren dat vooroverleg over de beoordeling van arbeidsrelaties een centrale rol krijgt bij het bieden van duidelijkheid, en goedgekeurde modelovereenkomsten ook na 1 januari 2025 geldig blijven;
- ervoor te zorgen dat er binnen de overheid per 1 januari 2025 geen schijnzelfstandigen meer werkzaam zijn;
- te onderzoeken hoe de agrarische sector kan worden uitgezonderd van de verplichte arbeidsongeschiktheidsverzekering voor zelfstandigen.
Nieuwe zzp-wet voorlopig niet gesplitst
De motie om het wetsvoorstel voor de Wet verduidelijking beoordeling arbeidsrelaties en rechtsvermoeden (VBAR) te splitsen, is aangehouden. Dit zou het mogelijk maken om het rechtsvermoeden dat iemand met een uurtarief lager dan € 32,24 werkt op basis van een arbeidsovereenkomst, eerder te behandelen. Minister Van Hijum van Sociale Zaken en Werkgelegenheid heeft echter aangegeven eerst het advies van de Raad van State over het wetsvoorstel als geheel af te willen wachten.
Hoewel het kabinet niet verplicht is om aangenomen moties uit te voeren, is het nog onduidelijk welke gevolgen dit alles precies zal hebben. Het ministerie van SZW publiceerde onlangs enkele sectorale voorbeelden om opdrachtgevers te helpen bij het beoordelen van arbeidsrelaties, maar die kregen al snel online kritiek.