Zes vragen aan Ilja van Rossum

12 maart 2020

Het coronavirus houdt ons allen lekker bezig, wat de een draconische maatregelen noemt, is volgens de ander pure noodzaak. Met de start van het outdoor festivalseizoen voor de deur stellen we een aantal vragen aan Ilja als artist hospitality manager en stagemanager betrokken bij o.a. Paaspop, Pinkpop en Lowlands

Wie ben je?
Ik ben Ilja van Rossum, al 20 jaar betrokken bij de artiesten hospitality van diverse festivals, sinds 4,5 jaar volledig als freelancer. Daarvoor werkte ik naast mijn festivalwerk als planner bij Tivoli en 12 jaar als hoofd productie bij EKKO. Tegenwoordig werk ik buiten het festivalseizoen vooral als freelance stagemanager en host, met name voor TivoliVredenburg. In het festivalseizoen ben ik met name actief als artist hospitality manager voor onder anderen Paaspop, Best Kept Secret, Down The Rabbit Hole, Pinkpop, Lowlands, Tuckerville en een rits aan andere festivals en losse outdoorshows. 

Wat was je eerste live concert?
Wat echt mijn eerste concert was kan ik me niet herinneren. Dat zal iets zijn geweest in De Boemerang, het jongerencentrum in Baarn waar ik opgroeide. Mijn eerste echte "grote" concert was denk ik David Bowie, in De Kuip in 1987. Ik was 14, mocht mee met een vriendin en haar oudere broers en het maakte enorme indruk op me.

Waar ben je in je werk het meeste trots op?
Mijn team. Ik doe in mijn eentje alle voorbereidingen voor de festivals: riders doornemen, bestellingen, inkoop, overleg met tourmanagers en artisthandlers etc. Voor elk festival selecteer ik een team van freelance hosts die de verzorging van de artiesten van het festival op zich nemen, terwijl ik de boel coördineer.

Dat komt dan allemaal bij elkaar op zo'n festival en daar is het grootste en voornaamste doel dat we hebben dat de artiesten en hun crew een dag moeten hebben die zo prettig en probleemloos mogelijk verloopt. Dat houdt in dat er flink gesjouwd moet worden, kleedkamers moeten worden ingericht en gevuld met eten, drinken, apparatuur en alles wat je maar kunt bedenken. Vervolgens komen er duizend-en-één vragen, van een stapeltje handdoeken en flesjes water voor op het podium tot een koelboxje voor een DJ die achteraf ergens op het festivalterrein staat te draaien en van een dokter voor een drummer met een verdraaide rug tot een stoomapparaat voor het gekreukte bloesje van de zangeres, een nagelsalon in de buurt voor de vrouw van de hoofdartiest van de avond of een prettige route om een rondje te gaan hardlopen zonder lastig gevallen te worden door gillende fans. Dat nog los van de talloze verlengsnoertjes, spiegels, kledingrekken, waterkokers, extra biertjes en groenteschotels-met-hummusdip die dagelijks met tientallen worden gevraagd. Tegelijkertijd moeten alle podia en kleedruimtes op het gehele terrein worden bevoorraad en wil je dat iedereen zijn portie aandacht en TLC krijgt op zo'n dag, en dat alles met een vriendelijke glimlach en nú, maar liever nog een uur geleden.

Ik ben dus apetrots dat ik elke keer weer een team bij elkaar weet te krijgen die dat kan, die kunnen zorgen dat artiesten een goede dag hebben (en mede daardoor dan ook een goede show draaien) terwijl ze zich uit de naad werken tijdens lange werkdagen en korte nachten en de sfeer onderling ook nog gewoon goed en vriendschappelijk blijft. Zo'n festival is toch een soort snelkookpan: in die 1, 2 of 3 dagen móet het allemaal gebeuren en moet het ook goed gaan, je hebt geen tweede kans. Dat zou niet mogelijk zijn zonder een team aan topmensen en ik ben elke keer weer blij en trots om "mijn poppetjes" zoals ik ze liefkozend noem bezig te zien.

Wat zou je geworden zijn als je geen free lance hospitality manager en stagemanager was?
Ik kan me niet voorstellen dat ik een "gewone" baan zou hebben dan. Ik heb -op een paar bijbaantjes tijdens school na- nooit in een andere werkomgeving gewerkt en geloof echt dat ik niet geschikt zou zijn voor werk in een normale sector. Het hele 9-5 ritme is niet aan me besteed merk ik. Als ik al ergens anders zou zijn gaan werken, dan zou het waarschijnlijk iets in de horeca oid zijn geweest. 

Wie is voor jou een voorbeeld in de popmuziek, en waarom?
Dat zijn eigenlijk alle mensen die verbinden. Die mensen samenbrengen en tot een echt team kunnen maken, om dan samen tot een goed resultaat te komen. Dat is moeilijker dan je denkt en naar mijn idee een onderschatte kunst. En mensen die vooraan staan om de zaken los te schudden en vooruit te trekken, niet vast blijven zitten in wat veilig is en "hoe het altijd al ging". Ik heb die neiging zelf ook, en dwing mezelf regelmatig om om me heen te kijken en me te laten inspireren door anderen om stappen te zetten en verder te ontwikkelen. 

Guilty pleasures bestaan volgens ons niet. Maar, voor welke ‘onverwachte muziek’ mag je ’s nachts worden wakker gemaakt?
Ik heb een oneindige liefde voor jaren 80 bandjes, met name Britse new wave bandjes als Duran Duran, Spandau Ballet en Kajagoogoo en voor oude bluegrass van bijvoorbeeld Bill Monroe of country a la Johnny Cash. Maar echt wakker maken zou ik je afraden. Slaap is heilig, zeker in dit werk!