Zes vragen aan Joey Ruchtie
5 september 2018
Deze week stelden wij 6 vragen aan Joey Ruchtie, programmeur voor De Oosterpoort & Stadsschouwburg en Noorderslag. Wij vroegen hem naar zijn allereerste liveshow, wat hij had gedaan als hij geen programmeur was geworden en hij verteld ons over de namen die hij nog echt een keer wilt programmeren.
Wie ben je?
Mijn naam is Joey Ruchtie, geboren in het Brabantse Heusden maar getogen in het Groningse Hoogezand-Sappemeer. Tijdens mijn studie Communicatie in Groningen raakte ik betrokken als vrijwilliger bij Vera, alwaar ik mijn muzikale opvoeding genoot onder de vleugels van Peter Weening en aan de slag ging als scribent voor de Vera Krant. Mijn professionele ontwikkeling voltrok zich echter bij Eurosonic Noorderslag. In eerste instantie deed ik er vooral productionele taken, maar mocht mij al redelijk snel ‘bemoeien’ met het muzikale programma. Vanaf daar raakte alles eigenlijk in een stroomversnelling en verhuisde ik naar Rotterdam om aan de slag te gaan als programmeur voor Rotown; naar mijn mening nog altijd één van de beste clubs van ons land. Alhoewel ik bijna tien jaar lang in de Maasstad resideerde bleef ik betrokken bij verschillende festivals in Groningen met naast ESNS ook Noorderzon en het Bevrijdingsfestival. Inmiddels ben ik sinds 2014 weer helemaal terug in het Noorden en werkzaam als programmeur voor De Oosterpoort & Stadsschouwburg. In Rotterdam blijf ik betrokken als programmeur van het Metropolis Festival, terwijl ik in de tussentijd mijn Brabantse ‘roots’ heb herontdekt als één van de boekers van Paaspop in Schijndel.
Wat was het eerste live concert/show waar je ooit naartoe ging?
Dat was het concert van Machine Head in De Oosterpoort tijdens het Paasweekend van 1995. Als tiener in Hoogezand hing ik vooral rond met (oudere) metalheads, die mij naar van alles meetrokken waaronder festivals als Wâldrock en Dynamo Open Air. Die show van Machine Head was echter mijn eerste eigen concertervaring, wat logischerwijs nogal wat indruk maakte. My Dying Bride en Meshuggah verzorgden toen het voorprogramma weet ik mij nog te herinneren.
Waar ben je als programmeur van Bevrijdingsfestival Groningen en ESNS tot nu toe het meest trots op?
Niet zozeer één specifiek ding geloof ik. Bij zowel ESNS als het Bevrijdingsfestival Groningen ben ik vooral erg trots dat ik onderdeel mag zijn van twee ijzersterke festivals. Qua insteek zijn het echt twee totaal verschillende dingen, al herken ik wel een gemene deler in het onderscheidend vermogen van beide. Bij beide evenementen ben ik sowieso getuige geweest van een onwaarschijnlijke groei, zowel in kwaliteit als kwantiteit. Zo liep ik afgelopen mei over de ‘Weide Wereld’, wat een relatief nieuwe area van ons Bevrijdingsfestival is. Qua schaal en vibe deed het mij sterk denken aan de eerste edities van het Bevrijdingsfestival die ik zelf al bezoeker mocht meemaken. Momenteel is die bewuste area slechts een onderdeel van het totaal en heeft het festival zich ondertussen ontwikkeld tot één van de best bezochte evenementen van Noord-Nederland. Op zich wel een ‘rush’ hoor.
Wie zou je ooit nog willen programmeren en/of wat is je gedroomde line-up?
Oh, in mijn hoofd heb ik altijd wel een lijstje van artiesten waar ik ooit nog graag eens een show mee zou willen doen. Dat gaat van grote namen als Stromae, Weezer en Chris Stapleton tot specifiekere artiesten als Rhye en Survive. Gelukkig heb ik tot op heden al redelijk wat namen van dat lijstje af mogen strepen, met name gedurende mijn periode in Rotterdam. In de korte periode dat poppodium WATT open was, als opvolger van het roemruchte Nighttown, was het vrijwel iedere maand prijsschieten met o.a. Iggy Pop, Lady Gaga, Morrissey, N*E*R*D, Kasabian, Elbow en wat nog niet meer. Echt bizar wel. Tijdens het Bevrijdingsfestival Groningen heb ik echter ook al redelijk wat namen af kunnen vinken met optredens van o.a. Hot Chip en The Rapture.
Als je geen programmeur zou zijn, wat had je vermoedelijk dan gedaan?
Ik heb dus Communicatie gestudeerd, al wist ik toen eigenlijk wel wat mijn daadwerkelijke ‘roeping’ was. Desalniettemin had ik mij ook kunnen voorstellen dat ik uiteindelijk persvoorlichter was geworden ofzoiets. Ik vind het altijd wel grappig wanneer ik oud studiegenoten zie ‘shinen’ op televisie als woordvoerder voor één of andere multinational of politiekorps. Dat had ik ook kunnen zijn haha!
Guilty pleasures bestaan volgens ons niet. Maar, voor welke ‘onverwachte muziek’ mag je ’s nachts worden wakker
gemaakt?
‘Easy Lover’ van Phil Collins en Philip Bailey schiet mij vrijwel gelijk te binnen. Ooit heb ik het lef gehad om het nummer te draaien op de Swing-avond van Vera, wat toen behoorlijk wat uiteenlopende reacties teweegbracht. Terwijl er letterlijk bierflesjes naar de DJ-booth werden gegooid, kwamen er tegelijkertijd opvallend jonge mensen op mij af wiens avond niet meer stuk kon. Volledig terecht natuurlijk, wat het is en blijft een ijzersterk nummer. Vorige week hoorde ik hem toevallig weer even voorbijkomen toen ik in de auto zat.