Fair Practice Code

Laastste update op 20 maart 2023

De Fair Practice Code is een gedragscode voor ondernemen en werken in kunst, cultuur en creatieve industrie. De Fair Practice Code wil uitnodigen tot kritische reflectie en dialoog. Het idee is dat de cultuursector zo in gezamenlijkheid werkt aan een toekomstbestendige arbeidsmarkt en beroepspraktijk.

VNPF-standpunt Fair Practice Code

VNPF- en WNPF-leden (hierna: leden) streven naar een toekomstbestendige popsector. Daar horen een professionele beroepspraktijk en een verantwoorde interactie tussen vraag naar en aanbod van arbeidskrachten bij. Daarom onderschrijven VNPF en WNPF de Fair Practice Code (FPC) en de vijf kernwaarden die daaraan ten grondslag liggen: solidariteit, diversiteit, vertrouwen, duurzaamheid en transparantie.

De leden benadrukken dat de FPC een gezamenlijk verantwoordelijkheid is van podia, festivals, artiesten, concert promotors, publiek, brancheorganisaties, vakbonden en overheden. Een toekomstbestendige arbeidsmarkt vraagt om inspanningen van iedere schakel én de bereidheid van overheden en fondsen om die financieel te ondersteunen. Alleen dan is een inclusief en pluriform popmuziekklimaat in Nederland te realiseren. De leden zullen in hun plannen en jaarverslagen aangeven hoe zij de FPC aanwenden. Deze informatie wordt gedeeld met de belangrijkste stakeholders, met als doel het functioneren van de FPC als gespreksonderwerp te kwalificeren. Op deze manier maken we onvolkomenheden, samen met effectieve en goed onder elkaar te delen methodes openbaar en, in geval van de methodes, inzetbaar.

Een belangrijk onderdeel van de FPC gaat over het betalen van billijke vergoedingen aan professionals in de popsector. Daarvoor moet gekeken worden naar alle soorten werkverhoudingen in de popsector. Voor de poppodia geldt dat medewerkers veelal in vaste of tijdelijke dienst zijn en dus vallen onder de bedrijfstak cao, de cao voor Nederlandse Poppodia en -Festivals. Samen met de Kunstenbond is vastgesteld dat deze voldoet aan de FPC. Daartoe is reeds in september 2019 een gezamenlijke verklaring ondertekend.

Festivals zijn veelal matrixorganisaties en huren andere werkgevers in voor het verrichten van diensten. Voor het merendeel van de popmusici geldt dat zij zelfstandig (meestal part time) werken. De leden streven ernaar popmusici een gage te betalen die fair is voor de bespeler en tegelijkertijd niet leidt tot verschraling van het aanbod doordat de programmering niet meer is te bekostigen.

Er bestaat (nog) geen honorariumrichtlijn voor popmusici en de FPC noemt geen bedragen. De VNPF wil graag in gesprek met (vertegenwoordigers van) popmuzikanten om in samenspraak te werken aan de totstandkoming van een in de popsector passende honorariumrichtlijn, als handreiking voor een eerlijke en professionele boekingspraktijk van popmusici door poppodia en popfestivals.

In een honorariumrichtlijn kunnen bijvoorbeeld referentie bedragen opgenomen worden voor optredens die rekening houden met zaken als (niet uitputtend):

  • mate van professionaliteit;
  • carrière-fase waarin de artiesten zich bevinden;
  • voorbereidingstijd;
  • lengte en complexiteit van de productie/uitvoering.

De te ontwikkelen richtlijn is een leidraad voor zowel popartiest als programmerende organisatie bij onderhandelingen over gages en andere vergoedingen. Er kunnen omstandigheden zijn waarbij de nog te  ontwikkelen richtlijn niet passend is. De FPC onderkent dit ook (Uit de FPC: “De opdrachtnemers {…}  bepalen uiteindelijk zelf of ze voor een bepaald tarief werken. Zelfs als dat een tarief is dat onder de honorarium- of cao-richtlijnen ligt. Het is transparant om dit expliciet te benoemen en zichtbaar te maken dat de opdrachtnemer zelf hiermee ook bijdraagt en investeert in het project).
Leden zien bijvoorbeeld bij de volgende situaties redenen om een te ontwikkelen honorariumrichtlijn niet direct toe te passen:

  • Promotionele optredens met als doel popmuzikanten grotere bekendheid te geven in de door de programmerende organisatie op de been gebrachte muziekwereld. Regelmatig worden potentieel succesvolle popartiesten uitgenodigd, om zich in een gecontroleerde setting te kunnen presenteren aan een publiek, dat veelal bestaat uit talentscouts, muziekproducenten, A&R managers en programmeurs.
  • Optredens van studenten, die als onderdeel van hun opleiding een concert geven.
  • Optredens die artiesten een geïnteresseerd publiek bieden en bovendien de mogelijkheid zich te presenteren. Het betreft het gunnen van speelbeurten die bijdragen aan de verdere ontwikkeling van competenties, zoals het vermogen zich met meer zeggingskracht te presenteren en zich muzikaal te ontwikkelen (bijvoorbeeld in voorprogramma’s
  • Optredens waarin de programmerende organisatie geen partij is, bijvoorbeeld het/(de) door een hoofd act meegebrachte en min of meer verplicht af te nemen voorprogramma(s), waarbij de afspraak over vergoeding reeds tussen de hoofd act en het/(de) voorprogramma(s) zijn gemaakt.
  • Optredens die coproducties zijn. Projecten waarin podia, festivals en artiesten gezamenlijk investeren en waarbij vooraf ook afspraken zijn gemaakt over hoe risico s onderling worden verdeeld.
  • Popmuzikanten die weloverwogen amateur zijn en geen andere ambities hebben.