Fonds Podiumkunsten
35 VNPF-aanvragen toegekend binnen de nieuwe, tweejaarlijkse podiumregeling FPk
2 november 2022
De Podiumregeling ondersteunt Nederlandse podia bij het presenteren van een professioneel, kwalitatief en pluriform podiumkunstenaanbod en draagt bij aan het opbouwen van een publiek daarvoor in hun eigen omgeving.
De subsidie wordt verleend voor een periode van twee jaar en vervangt per 1 januari 2023 andere programmeringsregelingen zoals de Subsidie Reguliere Programmering Theater- en Concertzalen (SRP), Subsidie Kleinschalige en Incidentele Programmering (SKIP) Categorie 2 en 3 en last but not least de Subsidie Programmering Podium Popmuziek (Kernpodiumregeling).
111 toekenningen, 35 voor VNPF-leden
De VNPF-leden op de lijst met toekenningen zijn: 013, Baroeg, BIMHUIS, Bird, Bolwerk, Burgerweeshuis, De Helling, De Pul, De Spot, Doornroosje, ECI Cultuurfabriek, Effenaar, EKKO, FLUOR, Gebouw-T, Grenswerk, Hall of Fame, Hedon, Iduna, Lantaren Venster, Luxor Live, Metropool, Mezz, Neushoorn, Nieuwe Nor, Paradiso, Patronaat, Rotown, SPOT Oosterpoort, ’t Beest, TivoliVredenburg, Vera, Victorie, Willem Twee, Willemeen en WORM
In totaal zijn 111 aanvragen gehonoreerd, waarmee podia, van Stadskanaal tot Maastricht en van Winterswijk tot Oranjestad, worden ondersteund. Het gaat daarbij om podia van verschillende groottes, zowel presenterende instellingen met een brede als een niche programmering, van pop tot dans en nieuwe muziek, en van toneel en klassieke muziek tot dance.
De Podiumregeling bood podia voor het eerst de mogelijkheid om naast een programmeringsbijdrage ook een productiebijdrage aan te vragen. Ook werden podiumaanvragen voor het eerst per landsdeel (Noord, Oost, Midden, Zuid, West en het Caribisch deel van het Koninkrijk) beoordeeld door een commissie die deels bestond uit regionale adviseurs.
Honoreringen in cijfers
Tweehonderd organisaties dienden een aanvraag in voor de Podiumregeling, waarvan 186 aanvragen voldeden aan de eisen. Het Fonds honoreert 107 aanvragen voor een programmeringsbijdrage, tussen de 13.750 en 55.000 euro per jaar, voor een jaarlijks totaalbedrag van 3.875.000 euro. Daarnaast verleent het Fonds 51 van de 95 aangevraagde productiebijdragen van 25.000 euro per jaar, met een jaarlijks totaalbedrag van 1.275.000 euro.
Productiebijdragen zijn alleen toegekend voor aanvragen waarbij de beoordelingscommissie positief adviseerde over de programmeringsbijdrage. Vier podia ontvangen enkel een productiebijdrage, omdat hun aanvraag voor de programmeringsbijdrage ondanks een positief advies niet gehonoreerd is vanwege ontoereikend budget.
Regionale spreiding
Aanvragen zijn per landsdeel beoordeeld door commissies die zowel een landelijk als een lokaal perspectief hanteerden. De regionale context woog daarom prominenter mee in de beoordeling. Commissies beoordeelden aanvragen op basis van artistieke positionering, publieksfunctie en inbedding in de omgeving.
Voor elk van de zes landsdelen was een apart budget beschikbaar voor de programmeringsbijdragen. Daarmee was er sprake van een evenwichtige spreiding van middelen over heel Nederland. Elke landsdeelcommissie kon maximaal 10 podia voordragen voor een productiebijdrage, met uitzondering van het Caribische deel van het Koninkrijk, dat 1 voordracht kon doen.
Wisselwerking en talentontwikkeling
De commissies roemen het aantal podia dat zichzelf in artistieke zin en richting het publiek overtuigend wist te positioneren. Bij deze podia speelt de eigen omgeving vaak een belangrijke rol bij het maken van programmakeuzes.
Het aantal aanvragen voor een productiebijdrage toont daarnaast dat veel podia een producerende functie vervullen of een actieve rol spelen op het gebied van talentontwikkeling. Denk bijvoorbeeld aan het organiseren van residenties of werkplaatsprojecten met nieuwe makers, het creëren van broedplaatsen of het coproduceren van theaterproducties met lokale presentatieplekken. Podia dragen daarmee bij aan de ontwikkeling van een lokale maakcultuur – een belangrijke doelstelling van de Podiumregeling.
De uiterste indiendatum was 6 juli 2022.
Voor wie was deze subsidie bedoeld?
De Podiumregeling is bedoeld voor rechtspersonen die artistiek en financieel eindverantwoordelijk zijn voor de programmering van één of meer podia.
Het Fonds Podiumkunsten spreekt van een podium wanneer je als organisatie hoofdgebruiker bent van een gebouw met een of meer theater- of concertzalen, en daarin op regelmatige basis professionele podiumkunstenaars en publiek samenbrengt bij voorstellingen of concerten.
FAQ: Podiumregeling
Lees hier de veel gestelde vragen en de bijbehorende antwoorden over de regeling.
Voorwaarden
Je kon als rechtspersoon maximaal 1 aanvraag indienen voor de Podiumregeling, tenzij je als rechtspersoon verantwoordelijk bent voor de programmering van podia in verschillende gemeenten.
Om voor de jaren 2023-2024 een aanvraag in te dienen moest je:
- In de jaren 2018-2019 gemiddeld minimaal 30 professionele voorstellingen en/of concerten hebben geprogrammeerd, waarvoor er gedurende die tijd een gemiddeld minimumbedrag van 40.000 euro aan programmeringskosten (uitkoopsommen, honoraria en gages) is besteed;
- De Code Diversiteit & Inclusie, de Governance Code Cultuur en de Fair Practice Code onderschrijven.
Subsidiebedragen
Een podium vroeg in ieder geval een programmeringsbijdrage aan. De hoogte van dat bedrag was afhankelijk van de programmeringskosten en het aantal professionele voorstellingen of concerten dat jaarlijks gepresenteerd wordt. Het Fonds Podiumkunsten hanteerde daarbij de gemiddelden van de peiljaren 2018 en 2019.
Daarnaast was er voor een select aantal podia een productiebijdrage van 25.000 euro per jaar beschikbaar. Dat bedrag kan worden ingezet om de rol van het podium als (co)producent of talentontwikkelaar verder te versterken.
Je kon een productiebijdrage aanvragen als er bij jullie podium:
- Niet structureel geproduceerd wordt door een instelling die meerjarige ondersteuning ontvangt van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW) of het Fonds Podiumkunsten;
- Geen sprake is van een BIS-ontwikkelfunctie.
Beoordeling
De beoordeling heeft plaatsgevonden in zes afzonderlijke landsdelen: Noord, Oost, West, Midden, Zuid en het Caribisch deel van het Koninkrijk. Alle aanvragen werden per landsdeel beoordeeld door een commissie, die voor een deel bestond uit adviseurs met kennis over de culturele infrastructuur in de regio.
Aanvragen voor de programmeringsbijdrage werden beoordeeld op basis van de volgende criteria:
- Artistieke positie
- Publieksfunctie
- Inbedding
Voor de toekenning van productiebijdragen droeg elke landsdeelcommissie een beperkt aantal podia voor.
Budget en subsidiehoogte
Voor de periode 2023-2024 was een budget beschikbaar van 10,3 miljoen euro. Meer informatie over de subsidiehoogte is beschikbaar in de toelichting op de regeling.
Ontdek hier de: