Coronawet vervangt noodverordeningen per 1 december
2 december 2020
Op 30 november publiceerde de Rijksoverheid de 'Tijdelijke wet maatregelen COVID-19', die op 1 december 2020 voor drie maanden in werking treedt.
Hiermee worden de bestaande coronamaatregelen vastgelegd in wetgeving en krijgen de Tweede en Eerste Kamer meer betrokkenheid. De wet vervangt de landelijke modelnoodverordening en regionale noodverordeningen van de diverse veiligheidsregio's en is leidend bij handhaving.
De tijdelijke wet brengt ook enkele wijzigingen met zich mee. Per 1 december is het verplicht een mondkapje te dragen in publieke ruimtes, waaronder poppodia. Ook is er per 1 december een verbod op activiteiten van 01:00 tot 06:00 uur 's nachts. Kijk voor meer informatie over regelgeving hier op de VNPF protocol pagina.
Vervanging noodverordeningen
Vanaf maart 2020 namen de veiligheidsregio’s de maatregelen voor de bestrijding van het coronavirus op in zogenaamde noodverordeningen. Noodverordeningen zijn voor (crisis)situaties van beperkte tijd. Maar de coronacrisis duurt langer. Daarom heeft het kabinet de noodverordeningen vervangen door de tijdelijke coronawet (Tijdelijke wet maatregelen COVID-19) en daarbij horende ministeriële regelingen.
Looptijd Coronawet
De Tijdelijke wet maatregelen COVID-19 is ingegaan op 1 december 2020 en heeft een looptijd van 3 maanden. Indien nodig kan de coronawet steeds 3 maanden worden verlengd. Ook is het mogelijk de wet tussentijds in te trekken, zodra deze niet meer nodig is. De Tweede Kamer is betrokken bij deze besluiten.
Meer controle via parlement en meer bevoegdheden burgemeesters
Het kabinet weet van tevoren niet hoe lang coronamaatregelen nodig zijn. Daarom kiest het kabinet voor een nationale wet in plaats van noodverordeningen. De Tweede en Eerste Kamer controleren of de wet goed werkt. Als dat niet zo is, moeten de ministers uitleggen waarom de wet niet goed werkt. Het is ook de bedoeling dat burgemeesters meer bevoegdheden krijgen. Zij moeten in de gemeenteraad uitleggen welke keuzes zij maken.
Regelingen als aanvulling op de wet
De wet werkt met ministeriële regelingen. Dat zijn aanvullingen over bepaalde onderwerpen, zoals mondkapjes. Voordat de regelingen ingaan, mogen verschillende organisaties zeggen wat ze ervan vinden. Bijvoorbeeld het Openbaar Ministerie, politie en (koepel)organisaties voor onderwijs, sport en zorg. Daarna neemt het kabinet een besluit over de regelingen. Vervolgens krijgen de Tweede en Eerste Kamer een week de tijd om erover te debatteren. De Tweede Kamer kan er ook over stemmen.
Waarom konden de noodverordeningen niet blijven bestaan?
Noodverordeningen zijn bedoeld voor (crisis)situaties van beperkte tijd. De dreiging van het coronavirus is van langere duur. Daarom blijven de maatregelen tegen het coronavirus langer nodig. Dat geldt dus ook voor de manieren om te zorgen dat iedereen zich aan de regels houdt. Die moeten in een wet komen te staan. Daar is een wet voor nodig.
Hoe kan de voorgestelde coronawet helpen als er veel nieuwe besmettingen met het coronavirus zijn?
Neemt het aantal besmettingen weer toe? Dan kan de overheid door de coronawet maatregelen nemen. Of bestaande maatregelen aanpassen of opheffen. De maatregelen staan dan in een regeling.
De regering legt de regeling voor aan de Tweede en Eerste Kamer. De regeling gaat dan minimaal een week later in, tenzij de Tweede Kamer het niet eens is met deze regeling. Is de Tweede Kamer het niet eens met de regeling? Dan gaat de regeling niet meer door.
Soms kan de regering besluiten dat de regeling meteen ingaat. Dat is wanneer de regering gevaar direct moet beperken. De regering legt dit dan uit aan de Tweede en Eerste Kamer. Ook dan heeft de Tweede Kamer een week om te besluiten of zij het eens is met de regeling. Als dat niet zo is, dan geldt de regeling niet meer.
Wil het kabinet op deze manier gedragsregels vastleggen in een wet?
Er zijn meer wetten waarin gedragsregels staan. Bijvoorbeeld de wetten waarin staat dat rechts rijden verplicht is en dat stelen verboden is. Ook gedragsregels om het coronavirus onder controle te krijgen kunnen in een wet staan. Daarom is er een tijdelijke coronawet. Deze wet heeft de regering samen met de Tweede en Eerste Kamer vastgesteld. In de wet staat bijvoorbeeld de verplichte 1,5 meter afstand. Ook enkele hygiënemaatregelen staan in de wet. De wet biedt ruimte om deze maatregelen aan te passen op basis van de actuele situatie. De Tweede en Eerste Kamer worden daar altijd bij betrokken.
Blijven alle basisregels bestaan in de nieuwe wet?
Ja, op basis van de wet kunnen de basisregels, zoals 1,5 meter afstand houden, weer worden ingesteld. De wet vormt de juridische basis. Maar ook de sociale gedragsregels blijven belangrijk. Een wet alleen zal niet helpen. De verantwoordelijkheid van iedereen en van de samenleving als geheel, blijft voorop staan.