Entertainment Business
Onderzoek: De staat van de live-industrie
28 augustus 2023
Promovendus Martijn Mulder (Erasmus School of History, Culture and Communication) deed de afgelopen jaren onderzoek naar de live-industrie in Nederland.
Martijn Mulders proefschrift ‘I was there! Pop venues and festivals and their value in the ecosystem of live music’ was onderdeel van POPLIVE, een grootschalig onderzoeksproject naar livemuziek dat plaatsvond van 2017 tot 2022 aan de Erasmus Universiteit en Hogeschool Rotterdam. Hij werkte hierbij samen met de VNPF en MOJO Concerts.
Mulder heeft onder meer 300.000 popoptredens geanalyseerd in de periode 2008 t/m 2019. “We hebben uiteraard veel data verworven uit die optredens. Het eerste wat me opviel is dat het in de media vaak gaat over de grote namen. Als je naar de database kijkt zie je juist dat meer dan 80% bestaat uit kleine lokale bandjes die vaak een paar optredens geven en daarna weer verdwijnen. 60 tot 70% van de artiesten heeft in die periode niet meer dan drie keer opgetreden.”
Mulder legt uit dat het popaanbod overal is toegenomen, alleen dat er een kleine afname is bij de hele kleinschalige popzalen. De groei zit ‘m vooral in theaterzalen en de gevestigde poppodia. “Vooral het laagdrempelige aanbod in bijvoorbeeld de kroeg, het buurthuis of in het café is afgenomen.”
Waar in 2008 nog 6,5% van de concerten zittend waren, is dat nu gegroeid naar 20%. Een verklaring hiervoor kan de toenemende vergrijzing zijn van Nederland. “De 70+’ers gaan bijvoorbeeld graag naar tribute acts van de Beatles of Elvis en ze willen liever zitten.”
Genderbalans
“De genderbalans is de afgelopen jaren veranderd. Waar in 2008 zo’n 86% van alle artiesten op het podium een man was, schommelt dat percentage in 2019 rond 75%”, vertelt Mulder. In 2022 is de man/vrouw-verdeling bij sommige festivals naar 50/50 gegaan. Een opmerkelijke verschuiving, aldus Mulder. “Vooral binnen de elektronische muziek was er sprake van een scheve balans. 12 jaar geleden was meer dan 95% van de dj’s man. “Nu zien we daar echt een kentering in en zijn er veel meer vrouwelijke dj’s.”
Podiumdirecteuren en festivalorganisatoren
Voor zijn proefschrift interviewde Mulder ook zo’n 35 podiumdirecteuren en festivalorganisatoren. “Podiumdirecteuren klaagden tijdens die interviews dat door de groei van de festivals hun aanbod minder zou worden,” vertelt Mulder. “Het festivalseizoen is langer geworden en dat zou gevolgen hebben voor het tweede rondje clubtour. Podia hadden dus de indruk dat hun aanbod afnam. Toen ik de cijfers analyseerde, bleek dat echter niet te kloppen.”
De podiumdirecteuren en festivalorganisatoren gaven verder aan dat het steeds lastiger wordt om liveoptredens te organiseren. “Zij verzorgen de plek waar artiest en publiek samenkomen, maar tegelijkertijd hebben ze een redelijke zwakke machtspositie, omdat een groot deel afhankelijk is van wat er wordt aangeboden qua artiesten en bands. Doordat de vraag groter is dan het aanbod kunnen de artiesten vaak zelf bepalen waar ze spelen als ze op tour gaan.”
Daarnaast zijn veel poppodia verhuisd en dat heeft impact op de exploitatie, legt Mulder uit. “Er zijn podia die zeggen dat ze geen ruimte meer hebben om te experimenteren met hun programmering omdat ze alleen maar bezig zijn om de exploitatie van het gebouw rond te krijgen. Als een show niet is uitverkocht draaien ze gelijk verlies. Festivals kampen vooral met de veranderende wet- en regelgeving. Denk aan onduidelijkheid over vergunningen en nieuwe wetten over duurzaamheid.”
Een andere interessante ontwikkeling is volgens Mulder de keuze van de grotere artiesten en bands als Coldplay, Harry Styles en Beyonce om midden in de festivalzomer een eigen show te geven in arena’s of op evenemententerreinen. “Hierdoor wordt het voor festivals steeds lastiger om goede headliners te vinden.”
Lees hier verder